Herfsttip: Van noord naar zuid op ontdekkingstocht in de Oostkantons: musea en gastronomie
De herfst is in de Oostkantons zonder twijfel het meest geliefde seizoen door wandelaars, cultuurliefhebbers en fijnproevers. De natuur kleurt oranje, geel, bruin en rood en op het menu staan heerlijke, lokale wildgerechten. We trekken vanuit Vlaanderen vanaf het noorden naar het zuiden door de Oostkantons en bezoeken verschillende musea in Kelmis, Raeren, Eupen, Malmedy en Sankt Vith.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Ostbelgien.eu.
Deze video doet je alvast reikhalzend uitkijken naar een bezoek aan de Oostkantons.
Beleef de Oost-Belgische mijngeschiedenis in Museum Vieille Montagne en de Leisteenmijn
We beginnen onze reis in Kelmis. De geschiedenis van deze kleine gemeente werd lange tijd gekleurd door de mijnbouw in de regio: hier werd eeuwenlang galmei ontgonnen.
Om hier meer over te leren, trekken we naar het voormalige directiegebouw van de mijnsite ‘Vieille Montagne’. Dat gebouw werd omgebouwd tot een museum. Met behulp van audiogidsen duiken we de geschiedenis in. Onderweg ontmoeten we ook enkele persoonlijkheden die de mijnbouw en de zinkindustrie in de regio vorm hebben gegeven.
Het museum brengt ook de rijke geschiedenis van Neutraal-Morsenet tot leven. Van 1816 tot 1920 was het een klein, neutraal gebied dat toebehoorde aan zowel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (vanaf 1830 aan de nieuwe staat België) als aan Pruisen (vanaf 1871 Duitsland). De oprichting van het opvallende gebied diende als compromis in een Nederland-Pruisisch conflict rond de belangen van de zinkmijn. De plek groeide uit als een toonbeeld van vrijheid en veel gelukszoekers en schrijvers werden erdoor aangetrokken. Het stond bekend als een zinkexporteur, een belastingparadijs, een smokkelvrijplaats, een gokoord en korte tijd als potentiële Esperantostaat. Na de opheffing werd het officieel Belgisch grondgebied en deel van de Oostkantons.
De burcht van Raeren: stevige muren, broze potten
We verlaten Kelmis en rijden verder naar Raeren. Hier houden we halt bij de pittoreske burcht van Raeren die dateert uit de veertiende eeuw en in de loop van de achttiende eeuw verbouwd werd in romantische stijl. De burcht is een pareltje op zich, maar in het gebouw zelf vind je nog een leuk extraatje: een uitzonderlijke collectie van aardewerk.
Het dorpsleven in Raeren stond eeuwenlang in het teken van pottenbakken. Het steengoed, van uitmuntende kwaliteit, was een tot over de grenzen heen begeerd product. In 1963 werd het Pottenbakkerijmuseum in de historische burcht van Raeren ondergebracht. De collectie van het museum bestaat uit steengoed van de veertiende tot negentiende eeuw dat over de hele wereld geëxporteerd werd. Meer dan 2000 unieke stukken worden er tentoongesteld. In 2007 werd het Raerens steengoed en het Pottenbakkerijmuseum uitgeroepen tot Europees Cultureel Erfgoed.
IKOB: Internationale Hedendaagse Kunst in het centrum van Eupen
Eupen, de grootste stad én hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap, mag natuurlijk niet aan onze route ontbreken. Hier vind je de zetel van de regering en het parlement en worden we opgewacht door historische gebouwen en natuurpracht. Veel gebouwen in het centrum hebben een barokke stijl en dateren uit de 17de en 18de eeuw.
In deze schitterende stad bezoeken we het IKOB, het internationaal gerenommeerd Museum voor Hedendaagse Kunst. Via de collectie wil het museum bezoekers uitnodigen om te discussiëren over politieke thema’s en ideeën uit te wisselen. In het museum worden, naast de meer dan 400 permanente kunstwerken, ieder jaar vier grote tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd. Aan befaamde kunstenaars waaronder Günther Förg en Lili Dujourie werd reeds een solotentoonstelling gewijd.
In Eupen bezoeken we nog een tweede museum: het Stadsmuseum. Hier wordt het belang van de wolproductie in de 18de eeuw aangetoond en komen we te weten hoe de Eupenaars de voorbije eeuwen leefden. Thema’s zoals geloof, feest en het dagelijks leven passeren de revue.
