Trip door Trentino: met de fiets langs de Adige

Het is niet overdreven: Trentino is een van de meest afwisselende regio’s van Italië. Hier geniet je van de natuur en gastronomie, kan je fietsen en skiën, kan je zonnen aan en in de meren, ligt er cultuur achter elke hoek, en word je omarmd door de Italianen.
We rijden de streek in vanuit het zuiden via Verona en het bekende Lago di Garda. Het Gardameer bezoeken we niet, we starten onze trip enkele kilometers ernaast in de heuvels van Monte Baldo. In verschillende etappes zullen we meer en meer naar het noorden trekken tot voorbij de hoofdstad Trento. Zo volgen we de rivier Adige in omgekeerde richting.

Mountainbiken in de heuvels van Monte Baldo

Neen het zijn hier niet de Alpen, en neen ook niet de Dolomieten. De verwarring is begrijpelijk, want Monte Baldo geeft een stoere indruk. Op de flanken in Polsa liggen ook enkele skipistes. Onze start is in het liefelijke stadje Brentonico in de streek van San Valentino. Gids Michele duwt een gloednieuwe elektrische mountainbike van het Italiaanse merk Titici in mijn richting: ‘Een streekproduct!’, lacht hij. We gaan op weg voor een tocht van ongeveer 35 kilometer over een mix van asfalt, gravel en boswegen. En het gaat hier dus omhoog, veel dank aan de batterij! Getraind heb ik niet, dus Michele maakt de tocht niet te zwaar. Na een goed uur onze eerste stop: caffè in Saccone. In het zaaltje zitten vier traditionele Italianen te kaarten, achter de toog serveert een ronde oudere vrouw. Er ontspint zich een discussie in dialect met Michele over welke koffie het nu juist moet zijn. Ik neem geen risico: Americano, zoals een echte toerist. Vanaf Saccone moet ik me concentreren en mijn adem doseren: het dorpje is de start van de echte vaart omhoog in de heuvels. De afwisseling in het parcours maakt het spannend.

Ik moet het toegeven: de lunch komt als geroepen! Mijn energie is quasi op, gelukkig heeft de batterij van mijn fiets wel nog veel power. We stoppen in Baita del Trett: een steakhouse waar ze er prat op gaan dat de dieren ter plaatse worden gekweekt. Volgens Michele moet ik een echt lokaal gerecht proberen: Strangolapreti alla Trentina. Het ziet eruit als een soort pasta, maar eigenlijk is het oud brood geweekt in melk met spinazie en lekker gekruid. En daar een glas Marzemino wijn – ook uit Trentino - bij: ik ben klaar voor de afdaling terug naar Brentonico.

De geschiedenis van Avio en Ala

Mijn tweede halte in Trentino ligt enkele kilometers naar het zuiden: de stadjes Avio en Ala langs de Adige rivier. Avio is gekend door het machtige kasteel Castello di Sabbionara. Samen met mijn gids Andrea wandel ik rond de burcht. Die is in verschillende lagen opgebouwd, en ziet er werkelijk oninneembaar uit. Andrea blaast: ‘De burcht is hier ongeveer 1000 jaar, ik heb inderdaad geen weet van veroveringen. Voor de meest recente eigenaars werd de kost om dit allemaal te onderhouden te hoog: de staat heeft het beheer dan overgenomen. Dat kan je als een verovering zien (lacht).’

Aan de andere kant van de Adige komen we in Ala: amper 4.000 inwoners maar wel met een reputatie. Annalisa leidt ons rond in laat-middeleeuwse ‘velours’ klederdracht. Ala was ooit het middelpunt in de productie van fluwelen stoffen. Het procedé komt sterk overeen met de tapijtproductie die we in Vlaanderen kenden: met weefgetouwen en spinnerij. Jaarlijks gaat in Ala het festival ‘Ala Città di Velluto’ door, dit jaar van 7 tot 9 juli.
We gaan van palazzo naar palazzo, telkens volgens hetzelfde ritueel. Annalisa kiest een grote sleutel uit haar sleutelbos en opent de poort. Daarachter treden we binnen in 350 jaar geleden. Palazzo Taddei is speciaal: een rij karnavalskoppen verwelkomt ons hoog op de binnenplaats. De beroemdste bezoeker van het stadje was Wolfgang Amadeus Mozart: als jongeling werd hij door zijn vader door heel Europa meegesleurd om concerten te geven. Vijf keer kwam hij langs in Ala. De mare gaat dat zijn optredens op zich niet zo geweldig waren, en zijn composities… werden niet begrepen.

Rovereto aan de Torrente Leno

De volgende halte op onze tocht ligt terug meer noordelijk langs de Adige: de stad Rovereto. Dat is na Trento het grootste stadje, en een prettige combinatie van gezellig en interessant. Leven in Trentino is goed leven, en zeker in Rovereto. Hier logeren we in B&B Colle Ameno: net naast de Adige en met een mooie gezellige binnenplaats voor ontbijt en ’s avonds laat luieren.

We wandelen door het centrum met gids Loretta: ‘De stad ontstond aan de Romeinse weg die Verona verbond met München, en aan een zijrivier van de Adige: de Torrente Leno. In de loop der tijden werd een eerste omwalling gebouwd, dan een tweede, en tenslotte een derde. Binnen de stad hebben we fijne winkelstraatjes en piazza’s. Mijn favoriet is de Piazza Cesare Battisti: hier kan je uren vertoeven, vrienden ontmoeten, een babbeltje slaan, een glaasje drinken…’ De mooiste straten zijn de statige rechtlijnige corso’s: via de Corso Rosmini kom je Rovereto binnen, aan de Corso Bettini ligt het Museum voor Moderne Kunst MART. Dat is een top museum in een wijds modern gebouw van 2002 van architect Mario Botta dat geïnspireerd is op het Panthéon van Rome. Vandaag loopt er een tijdelijke tentoonstelling rond Gustav Klimt. Het MART toont twee van zijn mooiste schilderijen: Judith II en De drie levensfasen van de vrouw en presenteert daarnaast enkele tientallen werken van Italiaanse meesters die door Klimt werden beïnvloed. In Rovereto worden ook voortdurend culturele events georganiseerd: van 3 tot 10 september is er het Oriente Occidente Dance Festival.

Loretta wijst omhoog: ‘In de heuvels rond de stad hebben we nog drie belangrijke monumenten uit onze geschiedenis. Trentino is vandaag een autonome regio in Italië maar tijdens de Eerste Wereldoorlog was het hier een strijdplek van Oostenrijkse tegenover Italiaanse troepen. Op de heuvel aan het kasteel van Rovereto bouwde men het Ossario di Castel Dante: een gedenktombe ter nagedachtenis van de 21.000 Italiaanse én Oostenrijkse soldaten die er liggen begraven. Vandaag wapperen er beide vlaggen als teken van vrede. In het kasteel is nu het Italiaans Historisch Oorlogsmuseum ingericht. En er werd uit het brons van de oorlogsvoerders een grote klok gegoten. De Klok van de Vrede of de Klok van de Gevallenen is het symbool van broederschap. Ze luidt elke dag om 21u30.’

Manet met de markies

Net buiten Rovereto hebben we een geweldige uitnodiging op zak: we mogen een bezoek brengen aan de prachtige tuinen van de familie Guerrieri Gonzaga in Villa Lagarina. De familie is eigenaar van het beroemde wijnhuis San Leonardo. De bezieler van het bedrijf en zeker ook van het Parco Guerrieri Gonzaga is de 85-jarige markies Carlo. De tuinen zijn zijn passie. Hij biedt ons een rondrit aan langs zijn ravissante bloemen en indrukwekkende bomen. De markies is een geboren verteller. Hij vertelt van vroeger: hoe ze de vervallen tuinen terug hebben opgefleurd, hoe de belvédère en de koelkelders er kwamen. En de vogelvolière: ‘Er leven nu enkele tientallen parkieten in. Men zegt wel dat die vals zingen, de volière staat gelukkig ver van het hoofdhuis.’ En hij heeft nog plannen voor de toekomst: ‘We openden de tuinen voor publiek bezoek. We willen er leven in brengen.’ Het park werd ook het podium van een collectie moderne kunst van het MART. De markies moet soms wennen aan de nieuwe collectie: ‘De vorige collectie die het MART hier toonde waren sculpturen, dat vond ik mooi samengaan met onze bomen en planten. Deze nieuwe collectie zijn erg moderne beelden, dat voel ik zo niet. Maar het geeft wel veel kleur.’ De tuinen zelf hebben ook een opvallend kunstwerk: een omgevallen boomstam werd uitgekapt en in de hellende stam werd een miniatuur Italiaans dorp uitgehouwen. Rond de tuinen werd ook een oude wijnkelder als fototentoonstelling ingericht. De expo ‘Umanita’ toont gewone Italianen van alle regio’s in hun gewone doen: dat vormt een meeslepende fototrip.

En dan hebben we samen een picknick ‘sur l’herbe’. De toegang tot het park in combinatie met de picknick is een nieuw initiatief van de familie samen met het toerismebureau van de stad Rovereto. Directrice Loredana van het park laat enkele manden aanrukken: voorgerecht kruidenkaas, dan geparfumeerde couscous, een Italo sandwich kaas-ham, en een smeuïge crème met fruit achterna. Daar offreert de markies ons enkele ‘bijpassende San Leonardo wijnen’ bij: we overtreffen de Parijse burgers van de déjeuner! Als uitsmijter troont de markies ons mee naar zijn privé bibliotheek: meer dan 25.000 werken waarvan sommige honderden jaar oud zijn. Hij bladert doorheen een machtig boek van een meter bij een meter en toont de gekleurde tekeningen en kaarten: ‘Deze boeken zijn in feite maar hetgeen overblijft van een veel grotere collectie die mijn familie vroeger had. Een groot deel werd overgedragen aan onderzoekers en bibliotheken.’

Uit de vallei uit Mezzocorona

Verder gaat het naar het meest noordelijke punt van onze trip: verder door de vallei Piana Rotaliana langs de Adige. Aan de twee kanten van het grote stuk valleiland liggen de Mezzo’s: Mezzolombardo en Mezzocorona. Hier is het terug fietsen: we vertrekken in de vallei via San Michele all’Adige en volgen een van de nieuw uitgestippelde fietsroutes Giro del Vino 50 in de heuvels. Gids Francesco heeft meegeholpen om de routes uit te werken: ‘De trajecten lopen langs een reeks wijnmakers, en ook via de Maso’s op de heuvels: boerderijen die kleine gehuchten vormen.’ Het is natuurlijk wat klimmen in de heuvels, maar echt zwaar zijn de routes niet, ook niet voor de ongeoefende fietser. Om de paar bochten komt er weer een prachtig vergezicht: uiteraard naar de vallei, maar ook naar verder gelegen wijngaarden of Maso’s.

Mosertrento.com

Onze laatste stop ligt net buiten de hoofdstad Trento: de ‘estate’ van oud-wielerkampioen Francesco Moser, de Italiaanse renner met het meeste overwinningen op zijn naam. Zoon Carlo lijkt op zijn vader maar is geen wielrenner, wel wijnbouwer. Hij wijst naar zijn vriendin Barbara Guarischi: ‘Zij is profwielrenster in het team van Lotte Kopecky. Binnen enkele weken rijdt ze de Giro.’ Carlo leidt ons rond op het domein en opent het wielermuseum van zijn vader. Hij is best kritisch: ‘Francesco – Carlo noemt zijn vader consequent bij de voornaam - heeft quasi alles gewonnen maar nooit een belangrijke koers in België. In de Ronde van Vlaanderen werd hij twee keer tweede, hij werd eens ‘geflikt’ door Merckx en toen won Freddy Maertens.’ En de Waalse Pijl? Carlo twijfelt en neemt me mee naar een schilderij met een lange lijst uitslagen. ‘Dat zijn alle overwinningen van Francesco.’ Hij pluist de lijst uit: ‘Ja hier: de Waalse Pijl van 1977 heeft Francesco gewonnen, dus toch een belangrijke koers in België!’

Meer info vind je via deze links:

Trentino

Rovereto

Museum voor Moderne Kunst MART

Parco Guerrieri Gonzaga

Oriente Occidente Dance Festival

Avio

Ala

Ala Città di Velluto

Giro del Vino 50

Mosertrento.com

Restaurant Osteria del Pettirosso (roodborstje) in Rovereto

Restaurant Moja in Rovereto

Restaurant El Raminel Ristorante Pizzeria in Rovereto

Restaurant Baita del Trett

B&B Colle Ameno in Rovereto

Copyrights foto's: Azienda per il Turismo Rovereto e Vallagarina Ph. Nicola Cagol - Tomasso Prugnola - Martina Vanzo - Gert Van Wichelen
Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek