Reportagetip: De andere zijde van Tenerife

Tenerife is meer dan luxueuze resorts, witte stranden en feestelijke nachtclubs aan de zuidkant van het eiland. Ontdek de vergeten pirateneilanden, woeste vulkaanlandschappen en kleurige bananenplantages van het Canarische eiland, ver weg van het massatoerisme.

Verborgen vulkanische parels

Hoewel Tenerife doet denken aan drukbevolkte stranden en propvolle massahotels, herbergt het eiland ook enkele verborgen parels. En die willen we maar al te graag ontdekken. Meteen na aankomst op het indrukwekkende eiland rijden we naar het centrum van Garachico. Het stadje heeft een wel heel bewogen geschiedenis. Ruim driehonderd jaar geleden was het de belangrijkste haven van Tenerife. Garachico had het potentieel om uit te groeien tot de hoofdstad van Tenerife. Maar een grote uitbarsting van de vulkaan Montaña Negra, ofwel Trevejo, gelegen in het gebied Lavas Negras in het noordwesten van Tenerife, besliste daar anders over.

Op 5 mei 1706 werd de stad in amper tien uur bedolven onder een dikke lavastroom. Gelukkig vielen er geen doden: iedereen kon tijdig vluchten. Enkel het San Miguel-fort bleef overeind. Over de oude verwoeste stad werd al snel een nieuwe stad gebouwd. De Sint-Annakerk, een van de paradepaardjes van Garachico, werd in authentieke stijl heropgebouwd. Vandaag herinneren de vele zwarte lavastromen op de bergen aan de tragedie van driehonderd jaar geleden. Ook de lavarotsen aan het strand van Garachico zijn een overblijfsel van de vulkaanuitbarsting. De gestolde lava is ondertussen uitgegroeid tot speelse rotsformaties en natuurlijke zwembadjes waar je heerlijk in kunt dobberen, tenminste als de branding niet te ruig is.

Via duidelijke wandelroutes kun je het vulkanische gebied bezoeken. Onze tocht begint bij de vulkaan Chinyero, in het Reserva Natural Especial del Malpais de la Rasca, tussen Las Galletas en El Palmar, op een afstand van zes kilometer van de Trevejo, ten zuidwesten van de hoofdvulkaan Teide, en niet ver van de Boca Cangrejo-krater. De Chinyero-vulkaan, 1.410 meter hoog, was op 18 november 1909 verantwoordelijk voor de laatste vulkaanuitbarsting op Tenerife, die tien dagen duurde. Resultaat: lavastromen van 5 tot 12 kilometer lang die tot aan de westkust in zee verdampten, met hevige rookwolken tot gevolg. Het wordt een zeer afwisselende tocht door het Negrasgebergte: eerst stappen we door een naaldbomenbos, om vervolgens bijna letterlijk op de planeet Mars te belanden. De vulkanische landschappen zijn prachtig. Sinds de laatste uitbarsting groeit er niets meer op de lavavelden. We moeten zeker een half uur door lavavelden ploeteren en ons een weg banen tussen de lavastenen. De vegetatie rond de vulkaan is helemaal verdwenen.

Sluimerend gevaar

De Chinyero is maar klein bier vergeleken met wat we even later te zien krijgen. Want vanuit het park hebben we een prachtig zicht op El Teide, of de Pico del Teide. Deze vulkaan, die 800 jaar geleden voor de laatste keer voor spektakel heeft gezorgd, is 3.718 meter hoog. De oerbewoners van Tenerife, de Guanchen, noemden deze vulkaan niet voor niets de hel. In dit vulkaangebied, de Cañadas del Teide, is een grote variëteit aan rotsformaties en bijzondere begroeiing te vinden, zoals mooie witte en roodpaarse bloemen (tajinastes) en de uit Mexico geïmporteerde cactussen (opuntias). De tocht naar de krater duurt ongeveer vijf uur, maar je kunt ook de kabelbaan nemen. En zo staan we in amper acht minuten boven. De laatste paar honderd meters, tot aan de voet van de krater, kun je enkel te voet afleggen. Je hebt wel een vergunning nodig om tot aan de kraterrand te komen. Eenmaal boven, worden we zowat weggeblazen door de wind. Het is er mistig en koud, en hier en daar zien we nog ijsplakken op de rotsen. Hoewel we heel hoog zitten, kunnen we niet zo ver kijken. De vulkaan en het omringende nationale park Cañadas del Teide beslaan maar liefst 18.900 hectare.

Vanuit het dorp Vilaflor kun je via twaalf uitgestippelde wandelpaden kennismaken met de fauna en flora van deze fascinerende omgeving. Het landschap is enorm veelzijdig en verandert dramatisch naarmate je hoger klimt. Het park is in 2007 opgenomen op de Unesco-werelderfgoedlijst. Hoewel Tenerife de laatste honderd jaar gespaard gebleven is van vulkaanuitbarstingen, is dat in de toekomst toch niet uitgesloten. De grootste vulkaan, de Teide, sluimert immers nog altijd een beetje. Dagelijks worden nog tonnen zwavel uitgestoten. Gelukkig werd de oudste boom van Tenerife, een dracaena, nooit getroffen door de lava. Deze eeuwenoude kanjer staat in het stadje Icod de los Vinos en is maar liefst 800 jaar oud, 16 meter hoog, 10 ton zwaar en 10 meter dik. De dracaena, een leliesoort, geeft puur rood sap af, vandaar dat deze plant ook wel drago of drakenbloedboom wordt genoemd.

Piratennest

De laatste dagen van onze reis verblijven we in Casas de Piedras in Guargacho. Het domein ligt sfeervol verscholen tussen immense bananenplantages. Hier worden de Musa Cavendish gekweekt, de geïmporteerde maar uiterst sappige en smakelijke dwergbanaan. We sluiten onze Tenerifereis af met een heerlijke wandeling door het dorpje Masca, dat nog 90 inwoners telt. Het ligt in het noordwesten, aan de voet van het Tenogebergte en is een van de meest pittoreske plaatsen van het eiland. Het dorpje is omgeven door prachtige rotsen. Je kunt er wandelen op hoge bergen en afdalen in diepe ravijnen. Vooral ’s morgens en ’s avonds is het er extra mooi omdat het zonlicht dan minder fel is. Het dorpje was vroeger erg geïsoleerd, want je kon het enkel per ezel bereiken. En het was ook een echt piratennest: je kunt vanaf het dorp de oceaan zien, maar niet andersom, en daar maakten de inwoners heel goed gebruik van. Als een schip voor de kust voor anker ging, slopen ze door de steile kloof naar beneden om zo ongezien het schip te bereiken en het naar hartenlust te plunderen. Nog altijd het proberen waard, dankzij de uitgestippelde piratenwandelroute.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels