Reportagetip: De verborgen schoonheid van Charleroi

Charleroi, de lelijkste stad van Europa... Onveilig en industrieel... Een omgeving die je probeert te vermijden, tenzij je er echt moet zijn... Gidsen Dimitri en Jérome tonen ons de kleuren en de schoonheid die Charleroi te bieden heeft: “Charleroi is een warme en gastvrije stad met een multicultureel karakter. Daarnaast is het hier ook veel groener dan je zou vermoeden. Vergeet je vooroordelen en laat je verbeelding haar werk doen!”

God op het water/ Bateau-Chapelle

Aan de Zuidkaai in Marchienne-au-Pont ligt een eenzame oude boot op het water die omgebouwd werd tot katholieke kerk. Hij draagt de naam ‘Spes Nostra’, of in het Nederlands ‘Onze Hoop’. Dimitri neemt ons mee op het dek. Via een kleine deur en een steile trap betreden we de kapel. “Hier staan we in de vroegere laadruimte van de boot, elke zondag is er een misdienst.” Je ziet het niet meteen, maar voor de dienst wordt de zaal versierd met kaarsen en bloemen. Enkel het kleine geïmproviseerde altaar, de kruisjes aan de muur, een palmtak, beelden van Maria, een gebedsboek en een tafel en stoel voor de priester moeten ons het gevoel geven dat we ons in een kerk bevinden.

Aan de muur pronken de inspirerende woorden: ‘Heureux ceux qui écoutent la parole de Dieu et qui font ce que Dieu dit’. Maar de kleine bar verraadt dat je hier ook terechtkunt voor andere activiteiten. “Wanneer er geen misvieringen plaatsvinden, gebruiken verenigingen deze zaal als ontmoetingsplaats. Het is jammer dat veel mensen geen aandacht besteden aan de kerkboten, niet omdat ze er het nut niet van inzien, maar omdat velen ze niet weten liggen. Toch zijn ze een bezoek zeker waard.”

Groene oase en architectuur: Chateau de Monceau-sur-Sambre

Vervolgens zetten we koers richting Monceau-sur-Sambre, even buiten het centrum van de stad. In 1984 werd dit kasteel gered van de ondergang en werden de ruïnes omgebouwd tot hun oorspronkelijke versie. Het hoofdgebouw is het paradepaardje van de vesting met zijn unieke Lodewijk XIII-architectuur. Elke steen lijkt geschiedenis te ademen.

Dimitri verklaart: “Het gebouw is één brok historiek waar jammer genoeg erg weinig over terug te vinden is. Pas vanaf 1554, wanneer de vesting geplunderd en in brand gestoken werd, zijn er elementen van bekend. Naast de geschiedenis vind je hier ook heel veel groen terug: op het binnenplein van het kasteel staat een plataan uit 1735 van wel 44 meter hoog, en het park rond het kasteel werd helemaal heraangelegd door een architect uit Versailles. Het resultaat mag er dan ook zijn.” Deze oase van rust blijkt een ideale halte voor wie houdt van geschiedenis of een wandeling door het park. Met zijn 67 hectare is het een fantastische plek voor een zomerse picknick of om even te relaxen.

Wereld vol contrasten: Les Terrils du Martinet

We klimmen omhoog via een onregelmatige en zwart-bruine vlakte met enkele verlaten steenkoolbergen en mijnschachten. Boven kunnen we ons geen groter contrast voorstellen. Hoewel er een bepaalde tristesse heerst die moeilijk te omschrijven valt, vergeet je bijna dat we in de ‘vuile industriestad’ van vroeger staan. Omgeven door bossen, kun je de nostalgie en het verleden bijna proeven.

Onze gids Dimitri vertelt waarom hij dit zo een mooie plaats vindt: “Enerzijds vind je hier prachtige fauna en flora en heb je een verbluffend uitzicht over de regio. Anderzijds spat het verleden uiteen bij elke stap die je hier zet.” Je bezoekt de steenkoolbergen het best met een gids, zodat je ook de rijke geschiedenis kunt meepikkken. Op die manier krijgt een bezoek hier ook een andere dimensie, het wordt een reis door de tijd te midden van een industrieel landschap. Voorts zijn er genoeg wandelroutes voor iedereen die dit groene deel van Charleroi wil omarmen.

Back to reality: de binnenstad

We keren terug om het centrum te verkennen en onderweg krijgen we weer even het industriële Charleroi te zien.

Stadsgids Jérome neemt ons mee naar het station Charleroi-Sud, super centraal gelegen: we komen op de ‘train station river front’ aan de Samber vanwaar we vanop de brede voetgangersbrug – de ‘placerelle’ – uitkijken op de vernieuwde Samberkaaien en de stad.

Achter ons verrijst de Rive Gauche, de nieuwe zakenwijk. De Ville Basse, de benedenstad, wordt helemaal verkeersvrij. Daardoor krijgen trekpleisters zoals de overdekte passage de la Bourse en de Sint-Antoniuskerk hun allure terug.

Asphalte, de kunstbiënnale van street art met zijn opvallende graffiti en muurkunst zoals het befaamde graffiti-opschrift ‘Bisous M’Chou!’ op de gevel van Charleroi Expo, liet overal kleurige sporen na. We bezoeken de Place Charles II, met het stadhuis en belfort van art-decoarchitect Joseph André en de opmerkelijke basiliek St-Christophe. Hier bevinden we ons in het centrum van de in 1666 gestichte stad. We voelen er nog het roerige citadelverleden. Links zien we het imposante Palais des Beaux Arts. Op weg naar de bovenstad gaan we richting het blauwe 75 meter hoge Hôtel de Police van sterarchitect Jean Nouvel.

Er is geen duidelijke oude binnenkern waar je rond kunt dolen en als toerist raak je dan ook makkelijk de weg kwijt. Wie gaat voor sightseeing in zijn puurste vorm, vindt hier wel zijn gading: genoeg smalle straatjes met winkels, oude cafeetjes en gezellige restaurants om te ontdekken. Met het gevoel dat de stad in het verleden is blijven hangen, dat wel.

De bekende parel: Musée de la Photographie

Vanuit het centrum zetten we koers naar de rand van de stad, want Charleroi staat bekend voor zijn fotografiemuseum. Niet alleen het fantastische aanbod van foto’s, maar ook de ruimte waarin het museum zich bevindt, maakt het een bezoek waard.

Gids Dimitri kan hier uren rondlopen: “Het fotomuseum is bekend in alle hoeken van de wereld, zeker bij de liefhebbers. Het is het grootste museum in Europa dat gewijd is aan de fotografie. Vroeger was het een karmelietenklooster en binnen vind je nog verschillende elementen daarvan terug. Ook in het park achter het museum wandel ik graag rond. Hier geniet ik van de rust en het geeft me de tijd en de ruimte om alles in me op te nemen en het even te laten bezinken.” Als amateur-fotograaf verlies je even je hart in dit paradijs. De manier waarop de authentieke delen van het klooster bewaard bleven, zoals vloeren, bogen en zelfs de oude wastafels, inspireren mateloos. Bovendien worden het oude en het nieuwe prachtig gecombineerd en vormen ze zo de setting voor een reis door de wereld van de fotografie.

Koude rillingen: Le Bois du Cazier

Deze oude mijnsite is een mooie plek om onze ontdekkingsreis af te sluiten en even stil te staan bij de geschiedenis van het industriële Charleroi. Je kunt ook niet anders als je weet dat in 1956 262 mensen van 12 verschillende nationaliteiten hier hun laatste adem uitbliezen. Een bezoek aan deze site heeft twee kanten: enerzijds begeef je je op een enorme locatie die je onderdompelt in een rijk maar triest verleden. Anderzijds herbergt dit domein een ontzettende pracht en schoonheid met zijn wandelroutes en verbluffende uitkijkpunten.

Dimitri kan het niet onder stoelen of banken steken. “Le Bois du Cazier is een site waar je stil van wordt, die je doet nadenken. Ze vertelt het verhaal van de steenkool en brengt een hommage aan de mijnwerkers die hier in 1956 het leven lieten na een grote brand in de mijnen.” De site biedt opties voor elke bezoeker: er zijn musea en tentoonstellingen, je kan workshops volgen en je kan een van drie wandelpaden volgen over 25 hectare gebied. Dimitri heeft een voorkeur: “Mijn persoonlijke favoriet is die langs de ‘dreef van herinnering’. Op deze weg vind je 12 soorten bomen, die elk uit een land van herkomst komen van de slachtoffers van de ramp.”

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"

Aan de oevers van de adembenemende meren van l'Eau d'Heure bevindt zich viersterren etablissement Golden Lakes Hotel. De geschikte luxueuze uitvalbasis om deze fascinerende groene omgeven te (her)ontdekken. 

..."