Languedoc-Roussillon: een hap pure natuur & een brok cultuur

Een dromerig dorpje, kronkelende straatjes, kromgegroeide huizen, twee stoeipoezen in een bloembak, een amechtig piepende hond aan de dorpspomp, veel alpinopetjes en vale zonnepetjes op de jeu-de-boulesbaan onder de platanen, een staalblauwe lucht, de warme zomerzon, slager om de hoek, pleintje, bar-terrasse, fonkelend roseetje in het glas. Prentbriefkaartmotiefjes uit de Midi. Het vakantiegevoel is onvermijdelijk wanneer je tot rust komt in de schitterende natuur van de Languedoc of neerstrijkt in aangename stadjes als Béziers en Narbonne.

Mont Caroux, wandeling door een natuurparadijs

Het wordt al snel duidelijk dat deze minder bekende streek, iets ten noorden van Béziers Richting Bédarieux, bijzonder mooi is. Op de achtergrond verrijzen de beboste, golvende heuvels van het Massif du Caroux-Espinouse in het hart van het Parc Naturel Régional du Haut-Languedoc. Dorpjes als Lamalou-les-Bains of Colombières liggen uitgerekt te zonnen langs de rustig kabbelende Orb.

Ook hier weer zijn ze incontournable, de uitgestrekte wijngaarden van de Languedoc-Roussillon. De strak in het gelid staande stokken in de wijnvelden van de Faugères klauteren de heuvels op als een perfect geoliede estafetteploeg op weg naar olympisch goud in de flessen. In de bermen en willekeurig verspreid in het ruige garriguelandschap staat de brem knalgeel te zinderen van pure joie de vivre.

Even verderop ligt Mons-la-Trivalle, aan de voet van het Caroux-massief waar de valleien van de Orb, de Jaur en de Héric elkaar ontmoeten. Daar start onze wandeling door de befaamde Gorges d’Héric, een van de mooiste kloofdalen van de streek. We lopen eerst langs eiken en kastanjebomen en komen dan aan de kloof die de Héric, hier een vreedzaam kabbelend beekje, in de loop van vele miljoenen jaren in de rotsen uitgesleten heeft. Het waterloopje kronkelt rond kolossale rotsblokken in het water, de ‘marmites de géants’, vormt hier en daar een soort ‘watergat’ of grotere plas en zorgt overal voor klaterende watervalletjes.

Het is een flinke wandeling waarmee je al vlug een hele dag zoet bent. Je hebt dan over acht kilometer een hoogteverschil van 800 meter overbrugd. Dat dit gebergte ook wel eens Monts de Lumière genoemd wordt, bewijzen de vele glinsteringen in het gneisgesteente. In de streek spreken ze van ‘oogjes’.

Veel vrouwelijke anatomie zie ik niet meteen in het beeld van de ‘femme allongée’ of dame met verlengstuk, zoals de plaatselijke bevolking zich de Mont Caroux, hoog boven ons, met enige fantasie voorstelt. In de jaren 1950-1960 werden in dit massief zo’n negentien moeflons, Corsicaanse schapen die met uitsterven bedreigd waren, uitgezet. Met succes, zo blijkt, want intussen zijn ze al met tweeduizend. Ook everzwijnen, herten en roofvogels mogen in dit beschermde natuurgebied hun gang gaan.

Narbonne, zuiders flaneerstadje langs een schilderachtig kanaal

Lawaaierig, druk en rommelig, dat is de eerste indruk van Narbonne. We komen van de zee, van Narbonne-Plage. In de verte pronken enkele machtige torens. Net zoals vele Zuid-Franse steden kan Narbonne bogen op een indrukwekkende stamboom die meer dan tweeduizend jaar oud is. Hier kwam bekend volk langs, zoals de Romeinen die in 118 voor Christus met ‘Gallia Narbonensis’ hun eerste kolonie buiten Italië stichtten, evenals Visigoten, Arabieren en Karolingers. In de Middeleeuwen deelden de machtige aartsbisschoppen, de burggraven en de consuls de lakens uit.

Van op de Pont des Marchands zien we precies de twee middeleeuwse stadsdelen: rechts van het Canal de la Robine de Bourg, waar handelaars en ambachtslieden woonden, en links de Cité, het bolwerk van de geestelijke en wereldlijke macht.

Op het plein voor het bisschoppelijk paleis met de machtige donjon en klokkentoren stuitten werklui in 1990 tijdens werkzaamheden op een stuk onderaardse straat en wat men vermoedde, werd waarheid. Dwars door de stad liep de oudste heirbaan van de Romeinen in Gallië: de Via Domitia, die Italië met Spanje verbond. Dat de Romeinen in Narbonne ook de Via Aquitania, die via Toulouse en Bordeaux naar de Atlantische Oceaan liep, lieten beginnen, wijst op het belang van de stad in de Oudheid. Ook in de Middeleeuwen bloeide de stad: de indrukwekkende kathedraal – een van de hoogste van Frankrijk – en het enorme paleizencomplex van de bisschoppen laten daar geen twijfel over bestaan.

Door de verzanding van de haven aan de Aude, branden, overstromingen, pest en slecht bestuur ging het met Narbonne bergaf, maar in de negentiende eeuw leefde de stad weer op dankzij de lucratieve wijnbouw. De schitterende patriciërshuizen en de overdekte markthal, een gietijzeren constructie met fraaie stenen toegangspoorten verwijzen naar die bloeiperiode. We wandelen door het voormalige paleizencomplex van de bisschoppen – nu musea en stadhuis - dat de beroemde Viollet-le-Duc in de negentiende eeuw zijn neogotische look gaf. We hijsen ons vervolgens over een smalle wenteltrap naar het uitzichtplatform hoog op de donjon Gilles Aycelin voor een prachtig panorama over de stad.

We lopen nog naar de kathedraal St Just et St Pasteur, waarvan de bouw startte in de veertiende eeuw. Ze moest de grootste van Frankrijk worden, maar zoals dat gaat met vele prestigieuze projecten, vlogen de dukaten er razendsnel door. Omdat de consuls geen toestemming gaven om een stadsmuur te slopen die lelijk in de weg stond, werden de werkzaamheden noodgedwongen gestaakt en bleef het machtige gotische bouwwerk onvoltooid.

Toch blijft het met zijn 40 meter hoge gewelf en de gotische beelden indrukwekkend. We kuieren langs het kanaal terug richting markthallen en nestelen ons op een terras onder de platanen. In de verte staan de machtige torens en we kunnen niet anders dan mijmeren over hoe machtig en rijk deze stad ooit was.

Fietsen op de Passa Païs van Mons naar Olargues

De fietstocht naar Mons loopt over een voormalige spoorwegbedding en maakt deel uit van een langere fietsroute van 60 kilometer, een milieuvriendelijke Voie Verte, waarop gemotoriseerd vervoer verboden is. Ze kreeg de naam Passa Païs – het Occitaans wordt hier sterk gepromoot – omdat de route door twee streken voert. Startpunt is Mazamet in de Midi-Pyrénées en het voorlopige eindpunt is Mons in de Hérault.

We fietsen over een verhard pad onder de schaduwrijke bomen en houden om de haverklap halt om naar het omringende landschap te kijken. Dat oogt vredig en pastoraal: de donkere bergen van de Espinouse, olijf- en wijngaarden, kastanjebomen en - typisch voor de streek - veel kersenplantages. Vlak voor Olargues moeten we over een koraalrode voormalige spoorwegbrug vanwaar het uitzicht op het dorpje en de huizen prachtig is. De forse klokkentoren hoog op de heuvel die de hele omgeving domineert, dateert uit de vijftiende eeuw en was oorspronkelijk de donjon van een elfde-eeuws kasteel.

Olargues: een van de mooiste dorpjes van Frankrijk, duidt een bordje aan. Via een dertiende-eeuwse toegangspoort aan de mairie lopen we door steile, kronkelende straatjes met pastelkleurige huizen naar de klokkentoren. Ook hier is het uitzicht magistraal. We zakken af naar de pittoreske stenen brug, de Pont du Diable, over de Jaur-rivier.

Béziers, bol van geschiedenis

Het is zondagochtend en het miezert in Béziers als we naar het standbeeld slenteren van de beroemde inwoner van deze stad, belastinginspecteur en ingenieur Pierre-Paul Riquet. Hij slaagde er in de zeventiende eeuw in om de Atlantische Oceaan via een kanaal van 240 kilometer met de Middellandse Zee te verbinden. Een huzarenstukje waar de Romeinen ook al van droomden. Ondanks veel tegenstand zette Riquet door en met de hulp van financieminister Colbert onder zonnekoning Louis XIV kon hij zijn droom realiseren.

Bij het Théâtre Municipal duiken we de oude binnenstad in met haar vele straatjes, gezellige pleintjes en prachtige herenhuizen. Nogal wat van die enorme hôtels particuliers dateren uit de negentiende eeuw, toen het de talrijke wijnbouwers en -handelaars economisch voor de wind ging. Handel werd hier altijd al gedreven. Ook in Beterra, de naam van het Keltische oppidum aan de rivier Orb waaraan de Biterrois of inwoners van Béziers de naam van hun stad ontlenen.

Terwijl we verder lopen langs de Sainte-Madeleine en de Halles naar de indrukwekkende kathedraal hoog op de heuvel, ontdekken we de eeuwenoude, boeiende geschiedenis van de stad. De bisschop die vandaag in de kathedraal Saint Nazaire de argeloze plechtige communicantjes en hun families toespreekt, zal het wellicht niet hebben over de gruwelijke slachting die hier op 22 juli 1209 plaatsvond. Toen de bestuurders van de stad weigerden de naar schatting tweehonderd katharen – dissidente christenen die door de kerk als ketters werden beschouwd – uit te leveren, liet de pauselijke afgezant Arnaud Amaury de stad – en de kerken waar ze zich verschanst hadden – bestormen en in brand steken.

Duizenden burgers, onder wie tal van vrouwen en kinderen, werden in een ongemeen bestiaal optreden omgebracht. Met de omstreden woorden ‘Tuez les tous, Dieu reconnaîtra les siens’ zou de genocide ‘door hierboven’ gelegitimeerd worden. Als beloning voor zijn puike prestatie benoemde paus Innocentius III abt Amaury tot aartsbisschop van Narbonne.

Op het grote plein voor de kathedraal nemen we het weidse landschap in de verte in ons op, al blijft het lugubere beeld van het bloedbad van achthonderd jaar geleden door de geest spoken. In de restaurants gaat het er vrolijker aan toe. De gesprekken gaan vooral over rugby en stierengevechten of ‘la Féria’ in augustus, thema’s die het leven van de Biterrois kruiden en kleuren.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

GRANDE reporter Gert Van Wichelen
bezocht dit hotel en schreef:
"

Al sinds 1913 is het vijfsterrenhotel 'Le Royal' van de hotelgroep Barrière een prachtig toeristenoord aan de Normandische kust.

..."
"

Straatsburg bezoeken, én genieten van de natuur en de rust!

..."
"
De ruime en individueel ingerichte kamers van dit 16de eeuwse herenhuis zijn bereikbaar via de vierkante toren met zijn stenen trap. Het hotel serveert elke ochtend een continental ontbijt in de gezellige lounge.
..."
"
Het hotel is ondergebracht in een landhuis in second empire-stijl, dat vooral populair was op het einde van de negentiende eeuw. Het Villefromoy hotel werd gerenoveerd met oog voor de grandeur van weleer maar wel met hedendaags comfort.
..."
"

Dit oude klooster werd met veel smaakgevoel omgetoverd tot een aangenaam designhotel. De kamers van dit sfeervol 15e-eeuws pand liggen rondom de binnentuin, zijn ruim en hebben hier en daar nog authentieke elementen.

..."
"

De Champagneregio is een allercharmant hotel mét verfijnd restaurant rijk. Het gaat om Les Avisés in het schattige dorpje Avize. Dit logeeradresje vormt een perfecte blend tussen logeren en genieten van champagnebubbels, want de uitbater ervan, Anselme Selosse, is meteen ook champagneboer.

..."
"

Dit hotel vind je in het historische hart van de stad Troyes, op wandelafstand van de kathedraal en het voormalige bisschoppelijke paleis. Dit vakwerkhuis behoorde ooit toe aan de Orde van de Tempeliers en de fundamenten dateren uit de twaalfde eeuw.

..."
"

Lichte kleuren en Louis XVI-meubilair zorgen voor een op-en-top Frans sfeertje.

..."
"
Het Sozo Hotel is gevestigd in een voormalige kerk. De originele structuren van het gebouw werden behouden. Het geheel werd ingericht met designmeubelen van onder meer Philippe Starck en Ron Arad. Bovendien baadt elke verdieping in een andere sfeer dankzij de uitgekiende en aparte verlichting.
..."
"

Hotel le Maréchal in de wijk Petite Venise is een adres waar de romantiek en de nostalgie van de muren druipen. Toch vind je in dit gebouw uit 1565 alle comfort uit de 21ste eeuw.

..."