De rich and famous van Porto Cervo
Na lang wachten en snel tanken varen we langs de Noordoost kust van Sardinië richting Porto Cervo. Dat stadje is samen met Porto Rotondo de hoofdstad van de Smaragdkust. Opvallend is de allure van deze pleisterplaats van de rijkelui: gigantische villa’s en groene grasvelden domineren het Monaco van Sardinië. We varen het haventje binnen en meren aan, onze kleine zodiac parmantig naast een honderdtal immense jachtschepen.
Porto Cervo telt twee hotels die tot de duurste ter wereld horen. Zo betaal je makkelijk 30 000 euro voor een nacht in het hotel waar Roger Moore een scène uit de Bondfilm ‘The Spy Who Loved Me’ opnam. Overnachten in Porto Cervo doen we niet, maar een ijsje eten is altijd een lekkere optie. We laten de pracht en praal achter ons en varen naar onze volgende stop. Net zoals de ferry’s die we onderweg tegenkomen.
De dynamiek van La Maddalena en Caprera
In noordwestelijke richting gaat het naar La Maddalena: een archipel van zeven grote eilanden en een 55-tal kleine eilandjes. De eilandengroep ontleent haar naam aan het grootste eiland, met zijn aantrekkelijke, bruisende dynamiek en prachtige natuur. We wandelen vanuit de haven de heuvel op, door de gezellige straatjes met luxe winkels. De hele archipel is in 1994 tot beschermd natuurgebied uitgeroepen. De 180 kilometer lange kustlijn en de vele stranden zijn ideaal voor een dagje nietsdoen in de zon.
Caprera is het tweede grootste eiland van de archipel. Het staat bekend om zijn prachtige landschappen en rijke fauna en flora. Met een beetje geluk zie je de schapenherders voorbijkomen, die hun kudde verplaatsen naar een ander stukje natuur.
Snorkelen in de Middellandse Zee
Vanuit La Maddalena varen we de Middellandse Zee op. De tocht op onze zodiac wordt avontuurlijker: de zee gaat steeds ruwer tekeer met breder en groter wordende golven. Corsica is eerst nog een schim in de verte, maar langzaamaan zien we het eiland op ons afkomen als een blok rotsen ruw opstijgend uit de zee.
Ongeveer een halve kilometer voor de rots van Bonifacio houden we nog een stop. De kust telt hier verlaten stranden met stenen kliffen die boven het azuurblauwe water uitsteken. Het is een fantastische plek om te snorkelen en een duikje te nemen.
De beklimming van de 'trap van de koning van Aragon'
Dan gaat het recht richting bestemming: het witte, in de zon glimmende Bonifacio. Deze pittoreske stad is gebouwd op kalksteenrotsen die prachtig uitgesleten zijn door de wind. Onze skipper legt uit dat we via de zee-engte die achter de rots ligt, de marina rustig kunnen binnenvaren. Daar gaan we aan wal: aankomst in Frankrijk!
Vanuit de haven nemen we de ‘trap van de koning van Aragon’ naar de top, waar het stadje ligt. In 1420 bezette Alfonso V van Aragon Bonifacio. Zijn Spaanse leger bouwde de trap van 187 treden in één nacht. De beklimming van de steile trap is een ware inspanning, maar het spectaculaire panoramische uitzicht over de historische stad na de beklimming doet die vermoeidheid snel vergeten.
Thuis bij het vreemdelingenlegioen en Napoleon
Monumentaal op de rots ligt de citadel van Bonifacio. De strategische ligging met zicht over de zee en de rest van het eiland maakte de citadel de ideale basis ter verdediging tegen de vijand. Van 1963 tot 1983 deed de citadel ook dienst als hoofdkwartier van het Franse vreemdelingenlegioen. Wij genieten van misschien wel het mooiste uitzicht over de Middellandse Zee en wandelen door de gezellige oude straatjes die de citadel rijk is. In de Rue des Deux-Empereurs stoppen we aan huisnummer 7, waar Napoleon Bonaparte opgroeide.
Na onze verkenning van de top van Bonifacio wandelen we terug naar beneden naar de marina. Daar liggen gezellige restaurants en cafés met zicht op het azuurblauwe water van de Middellandse Zee. We zijn in Frankrijk, dus is hier een bord ‘moules frites’ te krijgen. Tijd om terug te keren: met de wind in de haren cruisen we naar la Bella Sardegna, terwijl de zon geleidelijk in de prachtig gekleurde zee zakt.
