37 graden op de middag in Madrid

Kan een koning een levendige hoofdstad uit de grond stampen? Niet van vandaag op morgen, maar laat er vijf eeuwen overheen gaan en je kriigt Madrid. Een stad als een legpuzzel, waar de hitte kan toeslaan maar de sfeer altijd vrolijk blijft. Madrid is Spanje in miniatuur.

Zon, zon, zon

In de vroege namiddag valt er in zomers Madrid niet te ontsnappen aan de zon en de hitte. Voor een etalage op de Plaza de Santa Ana biedt een smalle strook schaduw beschutting aan een grootmoeder, haar kleinzoon en een dragqueen. Oma wappert zich koelte toe met een waaier, het jongetje slurpt cola en hij/zij draagt een kanariegele jurk en likt aan een ijsje. Vanavond ontpopt het plein zich tot de klankkast van het Madrileense uitgaansleven, maar nu zijn de terrassen leeg en stil. Op twee late klanten na, die zich door een stapel knapperige calamares werken. De taxi's, die hier vanavond bumper aan bumper voorbijrijden, blazen nu even geen roet in het eten.

Wie de 37 graden Celsius trotseert, doet dat tegen wil en dank. Je ziet het iedereen denken: waarom schrap ik mijn siësta? Waarom ben ik niet op vakantie in de bergen? Of sterker: hoe zot was Filips II om hier zijn hoofdstad te stichten? Een stad als een luchtspiegeling, verdwaald op de dorre hoogvlaktes van Castilië. Gelukkig is er de hele nacht om de middaghitte weg te spoelen. Bij een bord tapas zweren de Madrilenen weer trouw aan hun motto: boven Madrid is er enkel de hemel.

Grandeur of grootheidswaan?

Madrid is de koninklijke stad par excellence. Ze dankt haar paleizen, monumenten, parken en kunstcollecties aan twee dynastieën, de Habsburgers en de Bourbons.

Tegen het begin van de negentiende eeuw hadden ze het dorp waar Filips II in 1561 het hof vestigde, uitgebouwd tot een waardige hoofdstad. Haar architectuur balanceert op de dunne lijn tussen grandeur en grootheidswaan, maar steeds elegant. Madrid is zoals Las Meninas, Velazquez' meesterwerk in het Prado: geborsteld in opdracht van de koning. Hij beloert je vanuit de spiegel.

Druiven om middernacht

Op de Plaza Mayor doen obers verwoede pogingen om toeristen naar hun dure terras te lokken. Er valt geen Madrileen te bespeuren. Toch leeft het plein. In de tekenschool schetsen de leerlingen het uitzicht op het plein en onder de arcades gaan klassieke, ouderwetse speciaalzaken schuil. Kunstenaars en intellectuelen betrekken de appartementen met zicht op het plein en gebruiken ze als pied-à-terre in de hoofdstad.

Vroeger was de Plaza Mayor het schouwtoneel van Madrid. Er werden markten, executies, kroningen en stierengevechten gehouden. Bij corrida's stond er een borstwering rond het plein en moesten de omwonenden hun appartementen openstellen voor het publiek. Geen pretje als je de hygiënestandaard van die tijd kent.

In de volkswijk La Latina, ten zuiden van de Plaza Mayor, voelt Madrid aan als een gemoedelijke provinciestad. Aan de rustige Plaza de la Paja vind je de mooiste terrassen van de stad en in de straten rond het plein eet je de beste tapas. Zoals elk stadsdeel heeft La Latina zijn overdekte markt en is zijn  geheugen opgeslagen in familiezaken die al generaties bestaan.

In het centrale stadsdeel, ook Madrid van de Habsburgers genoemd, wandelen we over de rumoerige Puerta del Sol. Het plein is altijd in beweging en verklaart waarom Filips II van Madrid zijn hoofdstad maakte: de stoeptegel met het opschrift 'Kilómetro Zero' markeert het geografische middelpunt van Spanje. Op oudejaarsavond is de Puerta del Sol het Spaanse Times Square. Duizenden feestvierders stromen er samen om op de twaalf klokslagen van het Casa de Correos twaalf druiven naar binnen te werken. Nadien is er champagne en in de vroege uurtjes overrompelt de massa de mooie Chocolateria de San Ginés. Churros (gefrituurde deegstaafjes) in hete chocolade soppen is de klassieke afsluiter van een nacht stappen in Madrid.

Middagdutje of museum?

De siësta nadert en langs de Paseo del Prado sluiten de kramen met tweedehandse boeken. Tot vijf uur zijn er drie opties: slapen, tafelen of een museum bezoeken. Er kan weinig tippen aan de Goya's in het Prado. Hoe hij in speelse, schijnbaar idyllische burgertaferelen bijtende maatschappijkritiek verwerkte. Hoe hij een onpeilbaar sombere, angstaanjagende wereld van heksen, demonen en grimassende lelijkaards schiep in zijn Pinturas Negras.

In het Musea Reina Sofia valt het op dat de grote Spaanse kunstenaars uit de twintigste eeuw Catalanen of Basken zijn. Dali, Miró, Picasso. Zijn Guernica: een aanklacht tegen Franco's oorlogsmisdaad in Baskenland. Het karakteriseert een stad met weinig eigen tradities. Madrid is Spanje in miniatuur. De stad heeft invloeden uit heel het land opgezogen. Flamenco, bijvoorbeeld. Het bord tapas en pintxos dat we op een plein in de wijk La Latina eten, schippert tussen Sevilla en Bilbao. Al zouden de tapas Madrileense, zelfs koninklijke roots hebben. Er zou een koninklijk decreet bestaan dat barhouders verplichtte om bij drank een hapje te serveren, wat het effect van de alcohol temperde.

Flamenco in het park

Rond zes uur krijgt Madrid weer zuurstof. De halve stad heeft afspraak in het uitgestrekte Retiropark, ooit koninklijk lusthof, nu speeltuin van Juan en alleman. Het pompeuze ruiterbeeld van Alfonso XII overschouwt de centrale vijver. In zijn tijd vochten galjoenen er nepzeeslagen uit tot vermaak van het hof, nu draaien tientallen roeiboten er rondjes.

Geroffel van djembés, rolschaatsers die voorbijsuizen. We wandelen door de schaduwrijke dreven, langs elegante fonteinen. Naast een muziekkiosk dansen zigeuners blootsvoets de flamenco. Bij elke draaibeweging waaieren de rode rokken open. De mooiste plek in het park is het Palacio de Cristal. Een ronde vijver met eendjes weerspiegelt de negentiende-eeuwse glazen koepel.

Na zonsondergang

Na zonsondergang gonst de Plaza de Santa Ana van de drukte. Groepjes vrienden schuimen de cervecerias rond het plein af en proeven er tapas en het bier van het huis. De Madrilenen vieren vooral op straat. Rechtstaand met een glas in de hand of op terrassen van betegelde bars. De tegels tonen portretten van beroemde schrijvers die hier meer dan een eeuw geleden inspiratie zochten in de cafés langs de Calle Huertas. Maar de sfeer blijft gezapig. Voor wildere nachten moet je de wijken Chuecas of Malasana induiken.

 

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek