Repotagetip: Het wilde Westen van Kreta

Het Griekse eiland Kreta staat vooral bekend voor zijn lange witte stranden en toeristische badplaatsen aan de Noordkust. Aan de Zuidkust daarentegen, vind je ruige bergen en sfeervolle dorpen. GRANDE.be doorkruiste de andere kant van het eiland. In het westen is de kust ruig en zijn de bergen onherbergzaam. Neem je tijd en ontdek een uniek palmenstrand, sfeervolle bergdorpen, woeste bergpassen en oosterse steden.

Venetianen en Turken

Kreta kende de afgelopen duizend jaar een woelige geschiedenis: Venetiaanse handelaars zagen Kreta als het bolwerk om hun zeemacht uit te bouwen. Daarop volgde de Turkse bezetting en bekeerde zowat iedereen zich tot de islam. Pas in 1913 wordt Kreta bij Griekenland gevoegd.

Chania en Rethimnon zijn de enige grotere steden op het westelijke deel van het eiland. Hier is het grote eiland het meest ongerept: een land van ruwe berglandschappen, moeilijk begaanbare wegen en diepe kloven. Terwijl de noordkust een grote weg langs de toeristische plaatsen kent, ontbreekt dat op de zuidkust.

We starten onze reis in Chania. Hier hangt nog steeds een oosterse sfeer. Boven de Venetiaanse huizen aan de schilderachtige haven priemt de minaret van de voormalige moskee. De oude pakhuizen waar vroeger oosterse kruiden werden bewaard zijn nu ingepalmd door restaurants. De Kretenzers hebben lang geworsteld om het verleden een plaats te geven. Velen lieten de historische bouwwerken liever vervallen om niet te moeten worden herinnerd aan de Turkse tijd. Nu is er het besef dat Chania en z’n geschiedenis hand in hand gaan.

Het infokantoor van de toeristische dienst is hier een voorbeeld. Op de kade aan Chania ligt het gebouw met binnenin stenen koepels. Wanneer ik informeer bij de bediende vertelt die dat het in een vorig leven als moskee dienstdeed. “Nog langer geleden was het een dogana, het douanekantoor van de Venetianen. Maar we zullen ons nooit meer onder de voet laten lopen”, sluit de bediende af. “Kalos ierthate stin Kriti.” Welkom op Kreta.

Vanuit een schitterend Venetiaans fort kijk je in de avondzon uit over de oude minaretten en de moskeeën en de haven met haar oude vuurtoren. Terrassen geraken bevolkt en muzikanten vullen de straten. Hier en daar zie je souvlaki, een saté met gemarineerd vlees, pruttelen bovenop houtskoolvuren. Vis zie je zelden op Kreta, hoewel de zee nooit ver weg is op het eiland. De omliggende wateren zijn namelijk te diep en te woelig voor een bloeiende visserij.

Palmenstrand in Preveli

We laten Chania achter ons en reizen door naar ons verblijf in Rethimnon, onze uitvalbasis voor de komende dagen. Onze eerste dagtrip gaat richting het bergklooster Arkadi. We beklimmen de bergpas over de kam van Oros Idi en de vruchtbare vallei van Amari brengt. Boven het hele uitzicht torent de Psiloritis uit, met 2.456 meter de hoogste berg van Kreta. Via een lange kronkelweg rijden we door verschillende verwaarloosde bergdorpen waar oude vrouwen ons gadeslaan vanuit de deuropening en mannen op het dorpsplein met een glas ouzo in de hand het laatste nieuws bespreken.

Vanuit het eenzame dorp Agia Galini kijken we uit op de zuidkust en de weerspiegelende Libische Zee. Het dorp is een compacte plek gekneld tussen de heuvels en de zee met overal steile stegen.

We rijden terug westwaarts langs richting Preveli. De inwoners in Chania drukten ons op het hart dat we bij zonsondergang daar moesten zijn, en dat lukt ons ook. In de Preveli-baai mondt een rivier vanuit de diepe Kourtaliotiko-kloof in de zee uit. Het strand is enkel te bereiken met de boot of vanaf een lang en steil voetpad. Het hele canyon is begroeid met palmbomen. Dat is, samen met de ondergaande zonnegloed, oprecht een spectaculair tafereel. Na een duik in het zoete water van de rivier en het zoute van de zee, drogen we ons af onder een palmboom op het witte strand en keren we terug naar Rethimnon dat we een uur later bereiken.

Klauteren door de kloof

Voor onze volgende daguitstap vanuit Rethimnon beslissen we naar de Imbros-kloof te trekken voor een staptocht erdoorheen. West-Kreta telt een handvol diepe onherbergzame kloven die allemaal uitlopen in de Libische Zee. De bekendste is de Samaria-kloof. Maar wij trekken dus naar het even indrukwekkende en minder drukke Imbros.

Vanaf de bergroute tot Imbros kijk je uit op de centrale bergketen Lefka Ori –de Witte Bergen. De tocht leidt door een lappendeken van groene akkers in een ruig landschap van kale rotsen Halverwege bereiken we de hoogvlakte Askifou waar een pad afdaalt tot de kloof. Hier begint onze 8 km lange wandeltocht door de canyon.

De kloof begint breed en we passeren rotsblokken, boomstammen en schapen die aan het weinige groen knabbelen. Halverwege voert de weg langs een nauw pad met rotsmuren van tientallen meters hoog. De breedte krimpt hier tot een meter zestig. Erna dijt de kloof weer uit en het einde wordt gekenmerkt door een prachtige rotsboog met achter haar de zee die opduikt. Het dorpje Komitades betekent het eindpunt van de Imbros-kloof. Inwoners brengen ons in de achterbak van hun pick-up over de haarspeldbochten terug naar ons startpunt.

Pottenbakker Manolo

Vanuit onze uitvalbasis Rethimnon trekken we oostwaarts naar enkele uitgestrekte dorpen in een gesloten bergland. We hebben een afspraak met Manolo, een oude man die in het pottenbakkersdorp Margarites woont. Zijn atelier ligt aan de rand van het dorp in een stenen hut. Buiten ligt een hoop klei, die hij zelf met een ezel gaat halen in de bergen. Hij werkt zonder elektrisch gereedschap, in een veldoven bakt hij potten en schalen.

Kloppend met een steen op een grote kruik zegt hij: “Luister, dat klinkt als staal. Daaraan herken je vakwerk.” Manolo moet niets weten van het aardewerk in de souvenirwinkels beneden in het dorp. “Geglazuurd en in alle kleuren omdat de toeristen het zo willen. Nee, een aarden pot moet er natuurlijk uit zien: ruw en in de kleur van de klei zelf.”

We vervolgen onze weg richting Anogia dat bekend staat voor zijn weefkunst. Elk huis doet dienst als atelier waar vrouwen aan weefgetouwen truien, sjaals, wandtapijten en ander textiel maken. Een vrouw zit aan haar deur naast een stapel dikke truien. Het weer lijkt nochtans zacht en aangenaam hier in de bergen tijdens het najaar. Maar hogerop aan de voet van de Psiloritis-berg bevindt zich de Nida-hoogvlakte, waar tijdens de winter geskied wordt in het enige wintersportgebied van Kreta.

We keren huiswaarts, terug naar Rethimnon. De bergen met hun dwalende geiten en schapen staan in een groot contrast met de smalle historische straatjes van de stad. Rethimnon wordt met zijn Venetiaanse huizen en Byzantijnse houten panden en moskeeën de culturele hoofdplaats van Kreta genoemd. We sluiten de dag af op een terras in de Venetiaanse haven met het ritmisch deunen van de golven en pianomelodieën op de achtergrond.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"

Vlakbij de haven van Rhodos, uitkijkend over de kristalblauwe Egeïsche zee, ligt Rhodos Horizon City Hotel. In dit prachtige viersterrenhotel is het heerlijk vertoeven.

..."