- Home »
Gargano, che bello!
Gargano, che bello!
Als je langs de meren van Lesina en Varano de streek Gargano binnenrijdt, kom je in een ander stukje Italië dan dat je gewend bent. De rust straalt op je af. En wat is het hier groen! Gargano is een dunbevolkte kaap die zich aan de achillespees van Italië hecht als de spoor van de laars, in de zuidelijke streek Puglia. Schijnbaar onopgemerkt ligt hier één van de meest bijzondere en beschermde gebieden van Italië met haar schitterende en ongerepte natuur.
Links en rechts van de weg zie je duizenden olijfbomen die uit een opvallend rood getinte grond groeien. De schoonheid overdondert je, evenals de lokale keuken, de vele kleuren en het bijzondere klimaat, dat zorgt voor warme zomers en zachte winters. De talloze kleuren staan symbool voor de elementen van de streek: het stralen van de zon, het blauw van de zee en het zomers geel van de citroenen.
Trabucco
Trabucco ‘Furcichella’, een imposant groot houten platform dat gebruikt wordt om te vissen, is een van de vele trabucchi die hier langs de kust liggen. Ze werden oorspronkelijk gebouwd door oude vissers om de gevaren van het vissen op open zee te vermijden. Hier worden grote netten aangehangen die zo hun werk kunnen doen en die middels een ingenieus systeem boven water getild kunnen worden waarna de vangst met een groot lang schepnet binnen gehaald wordt. De veerkracht en schoonheid maken diepe indruk evenals hun vormgeving en functionaliteit. Door de gebruikte materialen en de sterke verankeringen kunnen ze de sterkste stormen weerstaan. Bovendien zijn ze zeer elastisch en hebben het vermogen om te buigen en te vervormen om vervolgens na de storm weer hun originele vorm terug aan te nemen. Verschillende zijn er omgebouwd tot visrestaurantje waar het goed toeven is.
Een oudere eigenaar van een dergelijk visrestaurantje vertelt ons dat hij al 35 jaar met deze trabucco de vissen uit het water haalt maar vandaag willen ze niet zo erg. “Niente pesce” bromt hij, maar niet veel later nodigt hij ons uit om de eventuele vangst te komen bekijken. We gaan ‘aan boord’ van de trabucco en je waant je hier gelijk als op een oud piratenschip. Overal waar je kijkt zie je oude houten verweerde balken, masten, touwen en grote draaiassen met duwarmen. De man begint aan de dikste as te duwen waardoor de touwen onder de netten en in de katrollen zich langzaam oprollen. Het gigantische net van 20 bij 15 meter komt nu gelijktijdig horizontaal omhoog. Dit is duidelijk een vernuftig en effectief systeem. Vandaag is de vangst slechts een handvol vissen. Zo is het makkelijk vissen vangen zonder dat je uit hoeft te varen of uren naar een hengel hoeft te turen.
Peschici
We gaan op weg naar Peschici. Peschici is een klein, charmant vissersplaatsje, dat vanaf een 40 meter hoge loodrechte klif naar achteren uitloopt. Kleine winkeltjes met lokaal handwerk, antieke huisjes en intieme pleintjes geven dit plaatsje een gezellige sfeer wat vooral ’s avonds tot uiting komt als de locals tevoorschijn komen en de lucht zich vult met de klanken van hun muziek en de heerlijke geuren van de keuken.
Het is etenstijd en we inhaleren gretig het aroma van citroen, knoflook, tomaten en olijfolie welk in de lucht hangt, buonissimo! Op en rondom de pleintjes staan oleanders in volle bloei. De steile straatjes in het centrum zijn geplaveid met mooie afgesleten - maar gladde! – marmeren platte stenen, crustl genaamd, wat een extra oude sfeer creëert. Bij zonsondergang verandert de kleur van het witte stadje in prachtige pasteltinten wat een schitterend beeld oplevert.
Parco Nazionale del Gargano
Vandaar gaan we naar het hart van Gargano. Het Parco Nazionale del Gargano - door de Italianen terecht gepromoveerd tot een nationaal park - domineert de binnenlanden. Middenin ligt het schaduwrijke oerbos Foreste Umbra wat het grootste gedeelte van dit park in beslag neemt. Hier gaan we eerst naar het centraal gelegen informatiecentrum Corpo Forestale. De beheerder laat ons een paar wandelroutes zien rondom het aanwezige meertje. Tijdens onze wandeling is het heerlijk koel terwijl we toch op het heetst van de dag aan het lopen zijn. Doordat er zoveel bomen dicht op elkaar groeien scheelt het zeker 10 graden in temperatuur. Op de vele aangelegde picknickplaatsen doen hele Italiaanse families zich uitgebreid te goed aan de lunch.
We vervolgen onze weg naar Monte Sant’ Angelo en deze doet ons duizelen, ontelbare bochten slingeren zich een weg naar boven waar op een hoogte van 796 meter het bergdorpje ons op ligt te wachten. Ondanks de hoge verwachtingen valt het pelgrimsdorp ons toch enigszins tegen ook al is er een gezellig centrum. De vele winkels en stalletjes waar de heerlijkste pasta’s, kazen en broden verkocht worden, werken als een magneet op de bezoekers. Daarbuiten geeft de lelijke aanwezige hoogbouw(!) het echter een teleurstellende indruk. Dat verwacht je niet in een bergdorpje in een dunbevolkt gebied.
Spectaculaire grotten
De afdaling naar Mattinata maakt echter alles goed. Na elke bocht zien we schitterende vergezichten over de baai van Mattinata en wordt de grilligheid van de kustlijn pas echt zichtbaar. Eenmaal afgedaald draaien we de kustweg SP53 op richting Vieste. Langs deze weg is de kust in Gargano op z’n spectaculairst en hier liggen dan ook de mooiste grotten en stranden. De allermooiste is Baia delle Zagare maar deze is echter alleen toegankelijk via een exclusief hotel dat helaas geen nieuwsgierige bezoekers toelaat.
De reis vervolgt zich langs andere schitterende baaien zoals de Baia di Campi en Baia di S. Felice met z’n kenmerkende natuurlijke brug in de schuin aflopende rots.
Uniek biologisch gebied
Gargano is ontstaan als eiland en in de loop der jaren aangegroeid aan het vasteland door aanslibbing. Nergens in de Mediterraanse gebieden vind je op zo’n klein gebied zo’n grote biologische verscheidenheid. In feite is het - door de UNESCO tot beschermd gebied uitgeroepen - een biologisch (schier)eiland. Doordat het schiereiland ooit een echt eiland is geweest en het gebrek aan intensieve landbouw, heeft zich hier o.a. een enorm rijk plantenleven kunnen ontwikkelen. De ligging en de historische ontwikkeling van het gebied maken dit tot een uniek biologisch gebied wat sterk afwijkt van alle andere gebieden in Italië.
Gargano heeft ruige gekartelde kusten met veel grotten, kliffen van witte kalk, steile rotswanden (vooral tussen Vieste en Mattinata), inhammen en prachtige kleine zandstrandjes (vaak alleen per zee te bereiken). Er komen ook vele zeldzame bloemen en dieren voor. Glooiende kalkheuvels worden hier afgewisseld met kleine, droge veldjes en door erosie zijn er ontelbare grotten, kloven en aardverzakkingen (dolines) ontstaan.
Foresta Umbra
In het Oosten van het Nationaal Park Gargano ligt het Foresta Umbra (letterlijk schaduwbos), een groot oerbos dat de groene longen van dit park vormt. Het is een zeer vochtig en schaduwrijk gebied met vele gigantische eiken-, beuken- en taxusbomen. Dit is het enige resterende deel van Italië waar de oude eiken- en beukenbossen - die ooit een deel van Midden-Europa bedekten - nog te vinden zijn. Je kunt hier mooie wandelingen, hikes en mountainbiketochten maken.
Vieste
Op de kade van Vieste liggen grote stapels visnetten naast de boten waar de vissers hun spullen staan schoon te maken. In het Centro storico staan de kleine huisjes en winkeltjes dicht op elkaar. Jong en oud flaneert over de boulevard en puberende Italianen zitten op muurtjes te kletsen.
De dagelijkse lokale overdekte markt waar de prodotti tipici verkocht worden presenteert zich van zijn beste kant. Talloze heerlijke kruiden, lokale orecchiette pasta en andere specialiteiten worden hier prachtig gepresenteerd naast de gebruikelijke groente- en fruitstalletjes. De kaasboeren bieden je stukjes caciocavallo kaas aan om te proeven evenals de verkopers van de typische producten zoals de olijven, zon-gedroogde tomaatjes, aubergines in olijfolie, gevulde paprikaatjes en ansjovis.
Tegen het vallen van de avond begint in het oude centrum het dagelijkse ritueel van bezoekers die de restaurantjes opzoeken. Als de avondrust wedergekeerd is en de toeristen grotendeels verdwenen zijn lopen we nog een keer door de straatjes. De kerk en het klooster staan stil in het goudgele licht van de schijnwerpers. De locals kijken toe vanaf hun smeedijzeren balkonnetjes en kletsen wat met elkaar, zoals op de Via Amando Diaz die zo smal is dat de bewoners zich makkelijk vanaf de balkons de hand kunnen schudden.
Tremiti-eilanden
Vandaag voert de reis ons al vroeg naar de Isole Tremiti. Deze groep eilanden die 22 km uit de kust van Gargano liggen, recht tegenover de lagunes van Lesina en Varano, bestaat uit 5 eilanden: San Domino, San Nicola, Capraia, Crepaccio en Pianosa. Alleen San Domino en San Nicola zijn bewoond en de groep maakt deel uit van het Nationaal Park Gargano. De lagunes bevinden zich in een vlakte in het westen, slechts gescheiden van de blauwe zee door een dunne duinrand van maximaal 800 meter breed. Doordat ze slechts 1,5 tot maximaal 4 meter diep zijn en gevoed worden door ondergrondse bronnen, vormen de meren een ideale broedplaats voor watervogels, vissen, mosselen, reptielen en amfibieën.
Uitzicht op de blauwe zee
Het zijn de minst toeristische eilanden van Italië met ruige rotsige kusten, vergelijkbaar met het vasteland in Gargano. Alleen op San Domino vind je een paar kleine maar schitterende baaitjes met zandstranden. Tevens bevinden zich hier vele grotten en het water dat hen omsluit is waanzinnig blauw. Het heeft zelfs in 1989 de status van maritiem natuurreservaat gekregen vanwege de aanwezigheid van de bijzondere en zeldzame onderwaterwereld.
We stappen op de boot die ons in 75 minuten vanuit Peschici naar het eiland San Nicola zal brengen. Eenmaal aan land klimmen we vervolgens naar het fort dat hoog boven op het eiland uitsteekt. Van hieruit heb je een oogverblindend uitzicht over de archipel. Vervolgens steken we met een watertaxi over naar het 100 meter verder gelegen andere bewoonde eiland San Domino, om daar te genieten van de baaitjes, de vergezichten en de ruige klippen die het kristalheldere water omringen. Het water is hier zó blauw dat het gewoon pijn aan je ogen doet en je bijna niet gelooft dat je gewoon ‘ergens’ in Europa bent. Gargano, wat ben je mooi!
Rodi Garganico - Cagnano Varano
Ingeklemd tussen groene citrusvelden en olijfboomgaarden ligt het romantische dorpje Rodi je lief aan te kijken. De witte gestapelde huisjes met rode daken hebben typische lokale schoorstenen, origineel in hun vormgeving. Net zoals in Peschici siert ook hier de crustl de straatjes in het centrum.
Lange tijd exporteerde Rodi haar beroemde citrusvruchten arrancia duretta over de hele wereld, stuksgewijs verpakt in vloeipapier wat bedrukt was met mooie versieringen in pastelkleuren. Vandaag de dag is daar – op enkele kwekers na – niet veel meer van over doordat de mensen wegtrekken uit de dorpen alsook door de opkomst van het toerisme.
We gaan verder en arriveren in Cagnano Varano, een authentiek plaatsje en ook het meest Italiaanse dorpje van Gargano. Tegen het vallen van de avond zitten op de corso Giannone wel honderd oude- en jongere mannen een kaartspel, Scopa genoemd, te spelen. Kinderen en tieners zoeken elkaar op. Werkelijk iedereen is buiten, zo lijkt het. Zuid-Italië ten voeten uit. In de zeer nauwe straatjes helemaal bovenin het dorp is het armoe troef. Ook dit hoort bij Zuid-Italië. De huisjes vallen nog net niet uit elkaar, bijna alles is kapot en kinderen spelen zelfs met lege dozen. We lopen hier echt helemaal verlaten alleen en voelen ons een beetje pottenkijkers. Toeristen zijn ze hier duidelijk niet gewend.