Op vakantie als de Zweedse koningen op het Zuid-Zweedse eiland Öland

The Bridge II

Je komt op Öland via een brug vanaf het vasteland vanuit Kalmar. De Ölandbrug is 6 kilometer lang (dat maakt het een van de langste bruggen in Europa) en doet sterk denken aan The Bridge tussen Kopenhagen en Malmö uit de gelijknamige tv-reeks. Deze brug heeft Öland in 1972 opnieuw leven ingeblazen: het eiland was natuurlijk plots veel makkelijker te bereiken! Veel Zweden kwamen er wonen en ook het toerisme nam toe.

Öland zelf is 137 kilometer lang en maximaal 16 kilometer breed en een opmerkelijk eiland met voor elk wat wils: de avonturiers onder ons kunnen het eiland verkennen met de mountain bike, surfen op de golven en wrakduiken. Reizigers die het wat rustiger willen houden kunnen genieten van activiteiten zoals yoga en pottenbakken. Maar wat natuurlijk altijd kan, is wandelen. De natuur van Öland is beeldschoon en enorm verrassend. Er is een scherp contrast tussen het stenen strand, de mythische groene bossen en weelderige vegetatie. De molens en vuurtorens en de door UNESCO beschermde landschappen zijn een streling voor het oog, maar op Öland is ook veel geschiedenis terug te vinden. Door zijn goede ligging was iedereen tuk op het eiland. Daarvan getuigen tal van versterkingen en forten. Uit de tijd van de Vikingen, maar ook uit prehistorische tijden. Ismantorp, bijvoorbeeld, is een indrukwekkende site vol cijfersymboliek en mysteries. Was dit een echt dorp, of veeleer een opleidingskamp voor krijgers?

Langs de westkust

We verlaten de brug en komen aan in Färjestaden, de grootste stad van Öland. Al is dat zeer relatief: het stadje telt amper 6000 inwoners. In Färjestaden bezoeken we de gezellige haven met tal van lekkere restaurantjes en leuke cafés. Voor shopaholics is er ook goed nieuws, want hier bevindt zich het enige winkelcentrum van heel Öland. We wandelen een vijftal minuutjes en komen aan bij het hotel Skansen. Voor liefhebbers van whisky is dit hotel zeker een aanrader, want met 1100 verschillende soorten staat het in het boek van Guinness World Records.

Daarna trekken we naar Borgholm. Deze stad ontstond in 1816 en was daarmee de eerste stad van Öland. Vroeger trokken hier vooral toeristen naartoe voor de helende, zuivere zeelucht, maar nu is Borgholm nog steeds een van de populairste trekpleisters van Zweden. Zalig dineren doe je in het restaurant van Hotell Borgholm. Dit restaurant heeft een (welverdiende) Michelinster en wil met verse ingrediënten de seizoenen van Öland weerspiegelen en heerlijke gerechten aanbieden. Wij aten er de magnifieke signature dish Ängamat, een groene soep met een verscheidenheid aan groentjes, Noordse kruiden, en als topping: kruiden uit de éigen tuin. Christopher Johansson, de chef-kok, heeft ervaring opgedaan bij verschillende grote restaurants in Europa. "In Spanje heb ik bijvoorbeeld enorm veel geleerd van verschillende koks", vertelt hij. "Dat heeft me heel wat smaken leren kennen. In Öland vertrek ik altijd van de Zweedse keuken en verse kruiden uit de tuin, maar pas ik wel mijn kennis en ervaring uit de andere landen toe". 

Viking en vorst

Dominant in het landschap ligt het kasteel van Borgholm. Meer dan duizend jaar geleden hielp dit kasteel de zuidkust van Zweden mee controleren. Het kasteel brandde in 1806 grotendeels af, maar de ruïnes blijven de moeite waard om te bezoeken. Ze worden zelfs de mooiste ruïnes van heel Scandinavië genoemd. Bovendien kan je er ook kijken naar de fantastische tentoonstelling “Rise & Fall”, dat de 900 jaar oude geschiedenis van het kasteel uit de doeken doet. Je voelt je hier een echte Viking.

De geschiedenis beleven

Iets verderop komen we tenslotte in Sollidens Slott. Hier leeft de Zweedse koninklijke familie: in realiteit, en anders zeker ook in de geesten van de bezoekers. Solliden is al generaties lang het zomerverblijf van de familie. Het werd gebouwd in 1906 in opdracht van koningin Victoria, echtgenote van koning Gustaaf V. "Hier kan je ademen", zuchtte de koningin opgelucht, ongeveer honderd jaar geleden. Ze werd geplaagd door longproblemen en reisde naar Öland in de hoop op verlichting. Ze liet er het Slot Solliden bouwen met een prachtige tuin en bijgebouwen. Wij, gewone burgers, mogen deze tuin in de zomermaanden bezoeken. Je gaat dus eigenlijk op visite bij de koning! We wandelen tussen de prachtige en zeer verscheidene natuur: een stuk Engels, een gedeelte met Nederlandse rozen, een allee onder fuchsia… Typisch zijn de verhalen achter al die verscheidenheid: de meeste bloemen en planten zijn geschenken van bevriende vorstenhuizen. Dank u wel Oranje voor de rozen, bijvoorbeeld.

Tegenwoordig is het meest opvallende moment van het jaar de viering van de verjaardag van kroonprinses Victoria op 14 juli, dan leidt koning Carl Gustav de feestelijkheden en komen er duizenden bezoekers opdagen. "Het evenement wordt zelfs op tv uitgezonden", weet onze gids te vertellen.

Tentoonstelling glaskunstenaar Bertil Vallien

In de tuinen van Solliden loopt in 2021 ook een zeer inspirerende tentoonstelling ‘Gatekeeper’ van de wereldberoemde glaskunstenaar Bertil Vallien. Levensgrote figuren gemaakt uit ijzer en verschillende kleuren glas lijken rond te dwalen tussen de vele planten en bloemen in de tuinen. Het stellen wachters en toekomstvoorspellers voor. Het zonlicht reflecteert in het glas en zorgt voor bijzondere effecten. Bertil Vallien en zijn begin 2018 overleden echtgenote Ulrica Hydman-Vallien richtten ook het VIDA Museum & Konsthall op. Beiden maakten ontwerpen voor glaswerk en porselein voor Orrefors en Kosta Boda en wilden met dit museum, een combinatie van eigen werk en wisselende tentoonstellingen, iets achterlaten voor de volgende generaties.

Meer info vind je via deze link

Öland