Dentelles de Montmirail, een machtig decor voor krachtige wijnen. Of hoe de ene wijngaard toch de andere niet is…

Reportagetip: Wandelen in Gods wijngaard: de Vaucluse

De Vaucluse. Het kan niet anders of Gods wijngaard moet wel in Frankrijk liggen. Iets wat de opvolgers van Petrus maar al te goed wisten toen ze in de 14de eeuw hun Heilige Stoel naar Avignon verkasten...

Griekse kolonisten hadden in de zesde eeuw vóór Christus al de eerste druivenstok in Zuid-Franse bodem geplant en Romeinse wijnboeren zetten met succes hun werk verder. Ook in de christelijke middeleeuwen bloeide de wingerd als nooit tevoren. Geen klooster of abdij of die bezat wel enkele hectare om zich van de nodige miswijn te voorzien. Menig hectoliter verdween dan ook in de gezalfde maar immer dorstige kelen aan het pauselijke hof. De Franse pausen bleken verzot op het heilige vocht en met een eigen wijnaanplant in het naburige Châteauneuf zagen ze zich verzekerd van het allerbeste gegiste druivensap. Het langgerekte Rhônedal was nu eenmaal voorbestemd om stevige wijnen van goede kwaliteit te brengen. Waar elders vormen bodem, wind en zon een hemelse combinatie als betrof het de Goddelijke Drievuldigheid zelve? En was het geen inwoner van datzelfde Châteauneuf-du-Pape die de fameuze Appellation d’Origine Contrôlée (AOC) boven het doopvont, of beter wijnvat, had gehouden?

Roestbruine rolkeien houden al jaar en dag de zonnewarmte vast om deze ’s nachts weer af te geven, en de mistral is er nog altijd heer en meester. Met zijn waaier van eeuwenoude terroirs is de Côtes du Rhône het oudste wijngebied van het land, en met zowat een half miljard flessen het tweede grootste, na Bordeaux. Superlatieven die hun gelijke vinden in de natuur en cultuur van een zonovergoten streek, waar Belgische nummerplaten bij momenten even talrijk blijken als de Franse. Wandelen tussen wijngaarden met zicht op de legendarische Mont Ventoux of aan de voet van de al even fotogenieke Dentelles de Montmirail…

Wulpse herinneringen

Dik vier uur, meer heeft de TGV niet nodig om ons naar de hoofdstad van de Côtes du Rhône te brengen. Avignon, de stad waar ik als jonge twintiger onder de indruk was geweest van het immense Palais des Papes, maar ook de plek waar de wulpse heupbewegingen van een halfnaakte straatdanseres op het plein ervoor minstens evenveel aandacht hadden getrokken. Herinneringen die ik nu wijselijk even voor mezelf houd…

Toch leidt deze nieuwe reis naar het Franse zuiden niet naar de pausenstad of hun vermaarde zomerverblijf, maar wel naar Villes-sur-Auzon, een onooglijk dorpje aan de zuidkant van de Mont Ventoux. De 6.000 hectare wijngaarden aan de voet van de berg leveren dan ook zeer genietbare wijnen. In de rangorde van de Rhône-wijnen staat de AOC Ventoux net een trapje hoger dan de regionale appellaties. Nog meer dan elders heeft de mistral hier vrij spel, wat geen slechte zaak is voor de wijnbouw. Schimmels maken geen schijn van kans bij deze koude noordenwind en het iets latere rijpingsproces zorgt voor meer tannine in de druivenschil. De grenache, samen met de syrah de belangrijkste druivensoort in het Rhône-gebied, kan trouwens best tegen een flinke windstoot.

Wijngaarden en kersenvelden

Met een decor als de Mont Ventoux, de reus wiens kale kletskop glimmend afsteekt tegen een strak hemelsblauw, zou het zonde zijn om binnen te blijven. We maken een ontspannend ritje met de e-fiets tussen bloeiende wijngaardvelden en kersrijpe boomgaarden. Een voorproefje dat naar meer smaakt en dat we enkele kilometers verder al op een schoteltje aangeboden krijgen op de Place de la Fontaine van het okerkleurige dorpje Flassan. Een beeldig dorpszicht is trouwens niet het enige waarop we worden getrakteerd. De glaasjes netjes in het gelid, fonteingekoelde rosé en blanc geflankeerd door enkele flessen diamantzwarte Terres de Truffes (zwarte truffels zijn een lokale delicatesse), passende charcuterie en dito kazen… het plaatje klopt! Een originele manier om kennis te maken met de eigenheid van de streek, dat is zeker.

De kleur van rood

Traditioneel maar daarom niet minder interessant is onze rondleiding de volgende dag in Gigondas, een klein dorp met een grote naam aan de voet van het getande kalkmassief van Montmirail. Dat onze wijntocht hiermee op cru-niveau is beland, laat zich smaken in de aloude kelders van Château de Saint-Cosme. Al generaties levert dit wijndomein enkele zeer gewaardeerde Gigondas-cuvées, die zonder blozen naast hun pauselijke buur mogen liggen.

Wijn proeven op de plaats waar ooit een Romeinse villa stond, het heeft wel iets. Julien Poujol, sommelier en bezieler van ‘Découvertes Vigneronnes’, voorziet ons niet alleen van de nodige tekst en uitleg bij deze lokale appellatie, maar neemt ons ook mee voor een ontdekkingstocht door de wijngaarden zelf. Dat de AOC-wijnen van Gigondas zijn uitgegroeid tot een waardig, lees goedkoper, alternatief voor zijn grote broer, is niet zo verwonderlijk. Waarom zou de zon hier ook geen 2.800 uur per jaar het beste van zichzelf geven? Zoiets kruipt meteen in de kleren van de druif, die dan ook een kloeke rode wijn met veel alcohol en tannines produceert. Toch zorgt de juiste assemblage van grenache, syrah en wat mourvèdre voor een bijzonder evenwichtige structuur in het glas. Kenners hebben het over een perfect huwelijk van verschillende druivenrassen.

De volronde smaak van fruit en pittige kruiden past uitstekend bij wild of vleesgerechten en naar het schijnt, siert menige fles dan ook de Bourgondische tafel in ons Belgenland. Behoren de millésimes van Saint-Cosme tot het beste wat de rode kleigrond aan de voet van de Dentelles weet voort te brengen, de Signature en Grande Réserve die we in de kelders van de dorpscoöperatieve proeven, bieden op zijn minst een even goede prijs-kwaliteitverhouding.

Natuurlijke wijn

Ter hoogte van het dorpje Suzette genieten we van een weergaloos panoramazicht op wat ongetwijfeld een van de mooiste landschappen van de Provence moet zijn. De jonge Thomas Jullien doet ondertussen de filosofie van het Domaine de la Ferme Saint Martin uit de doeken. Hier, op de winderige maar zongeblakerde flanken van de Dentelles de Montmirail, bewerkt hij op de grond van zijn grootvader 25 hectare op een volledig natuurlijke wijze, dus zonder enige chemische toevoeging. De 700 hectoliter biowijn, hoofdzakelijk Beaumes de Venise rouge, gaat dan ook elk jaar in een oogwenk de deur uit. De toekomst van deze jonge appellatie is hiermee duidelijk in goede handen.

De kunst van het mengen

Oefening baart kunst, althans, dat is de bedoeling van de ochtendlijke workshop in Maison Lavau. Als een volleerde oenoloog, nou ja, mogen we er onze eigen cuvée mengen, bottelen en meenemen naar huis. Gelukkig voor ons in het gezelschap van Aurélie Lardet. Vakkundig gidst ze ons langs roestvrij stalen tanks naar een open ruimte tussen eikenhouten fusten. “De zuidelijke Rhônewijnen moeten het hebben van een mix van verschillende druivenrassen”, geeft ze ons nog gauw mee vooraleer we aan het mengen slaan. Mengen en proeven, het métier van wijnmaker is een geduldig zoeken naar de ideale combinatie. Het resultaat mag er trouwens best wezen: 55% grenache, 35% syrah en 10% van een specifieke mengeling gerijpt in hout zorgen in mijn geval voor een volronde smaak van fruit met een flinke toets bitterheid in de mond.

Châteauneuf-du-Pape, fils du soleil et de la terre

Clichés zijn er om bevestigd te worden, en dit is niet anders met het bekende wijnhuis Ogier. Dat de Fransen, niet zonder enige pretentie, wijn maken tot kunst hebben verheven, wordt er ons meteen duidelijk. Alle wijnen van het huis, de absolute top in de hiërarchie van de Rhônewijnen, liggen er voornaam uitgestald, voorzien van de nodige uitleg. Een groepje enthousiaste Japanners en Chinezen hebben amper oog voor deze didactische opzet en gretig bestellen ze het ene kistje na het andere. Zelf stellen we ons tevreden met een eerbiedwaardige wandeling door de honderdjarige kelders, waar zelfs de kraaknette vloeren het nodige respect verdienen.

De smaak van chocolade

Vergeet de combinatie kaas en wijn en kom eens verrassend uit de hoek met chocolade. Maar opgelet, proef eerst de wijn en pas daarna de chocolade. Wedden dat dit trendy smaakexperiment je tong niet onberoerd laat? De chocoladebonbons die wij voorgeschoteld krijgen in Chocolaterie Bernard Castelain, het chocoladehuis op een boogscheut van Châteuneuf-du-Pape, zijn dan ook niet van de minste. En hoewel smaken verschillen, blijkt de bitterheid van de chocolade wonderwel samen te smelten met de tannines van een gerijpte Côtes du Rhône. Soort zoekt soort, en door de grote verscheidenheid in cacaobonen en druivenrassen vind je na wat zoeken zeker de perfecte match. Best gewaagd, maar beslist geslaagd!

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

GRANDE reporter Gert Van Wichelen
bezocht dit hotel en schreef:
"

Al sinds 1913 is het vijfsterrenhotel 'Le Royal' van de hotelgroep Barrière een prachtig toeristenoord aan de Normandische kust.

..."
"

Straatsburg bezoeken, én genieten van de natuur en de rust!

..."