Verborgen parel Doornik toont zijn schatten

Is Tongeren de oudste stad van ons land? Of is dat Doornik? Voer voor discussie onder historici! Het Henegouwse Doornik, niet ver van de Franse grens maar evenmin ver van  de taalgrens, is voor veel Vlamingen een nobele onbekende. Een bezoek aan Doornik maakt duidelijk dat de stad een heuse schatkamer is.

De Grote Markt van Doornik – Tournai in het Frans – is zoals in veel historische steden het letterlijke en figuurlijke centrum van de stad. Deze markt voelt erg ‘Vlaams’ aan, ook al maakte Doornik nooit deel uit van het historische graafschap Vlaanderen. Vlaamse steden als Rijsel en Kortrijk waren nabij, er zal ongetwijfeld eeuwenlang veel wederzijdse beïnvloeding zijn geweest.

Het ooit helemaal ommuurde Doornik was, na de Romeinse periode, de zetel van een eigen bisdom en de uitvalsbasis van de Frankische koningen Childerik en diens zoon Clovis. Doen die namen je aan de lessen geschiedenis op school terugdenken? In 1653 werd in Doornik heel toevallig het graf van Childerik ontdekt, maar het werd helaas snel geplunderd.

Van de twaalfde tot de zestiende eeuw was Doornik een bloeiend handelscentrum. De indrukwekkende kathedraal en het ranke belfort zijn daar belangrijke getuigen van. Nog later waren de Engelse koning Hendrik VIII (die van de zes vrouwen!), de Franse koning François I en ‘onze’ (want in Gent geboren) Karel V hier de baas. Sindsdien volgde de geschiedenis van Doornik grotendeels die van andere gebieden die samen België vormen.

Vijf klokkentorens

Het eerste wat je als bezoeker doet in Doornik, is de 134 meter lange kathedraal verkennen. Dat kan niet anders: met zijn vijf trotse klokkentorens en het erg hoge kerkschip is dit dé aandachtstrekker van de stad. In de kerk zijn archeologische opgravingen aan de gang en die zijn vrij te bezichtigen. Niet ver van de kathedraal is het twaalfde-eeuwse belfort een tweede must-see. Ga de uitdaging aan en maak de 257 treden tellende klim naar het platform boven!

Kies een zonnige dag uit voor een bezoek aan Doornik. Dat laat je toe om de ontdekkingstocht van vijf kilometer vol te maken die in een mooie folder van de lokale toeristische dienst staat beschreven. Ben je hier meerdere dagen, dan splits je die wandeling natuurlijk op, want onderweg vallen tal van kerken, historische gevels, musea en andere bezienswaardigheden te ontdekken.

Kerken? Met onder meer de Sint-Kwintenskerk, de bij pelgrims populaire Sint-Jacobskerk, de Sint-Maria-Magdalenakerk, de Sint-Piatuskerk en de Sint-Brixiuskerk is de stad goed bedeeld. Ja, gelovig zijn ze hier altijd geweest, met prachtige romaanse en gotische gebedshuizen tot gevolg. Maar de geschiedenis zit ook vol militaire conflicten, daarvan getuigen nu enkele vredige bouwwerken als Fort Rouge, de tolbrug Pont des Trous (nu in restauratie: een deel werd afgebroken, maar wordt heropgebouwd) en de Toren van Hendrik VIII, de donjon die een restant is van de citadel die de Engelse koning hier liet bouwen. Overal in de stad vind je opmerkelijke huizen in romaanse of gotische stijl. Van meer recente datum is de in de zeventiende eeuw heropgebouwde Lakenhal aan de Grote Markt, het imposante stadhuis en het bisschoppelijk seminarie. En op enkele plekken in de stad, vooral in de stationsbuurt, vind je fraaie voorbeelden van art nouveau-architectuur. Neem zeker een kijkje aan de Place Carbonelle en in de Avenue Van Cutsem.

Napoleon, Horta en Manet

Een verrassing is de rijkdom van de (vele) musea in Doornik. Er zijn musea als het Folkloremuseum en het Natuurhistorisch Museum (met daarbij ook een Vivarium, met vissen, vogelspinnen, amfibieën en reptielen in een nagebootste habitat), het Archeologiemuseum – met zo’n rijke stadsgeschiedenis meer dan aantrekkelijk – en zelfs een Museum van de Marionettenkunst. Bepaald indrukwekkend is het volgestouwde Museum voor Militaire Geschiedenis. Aan de hand van militaire gebeurtenissen leer je de geschiedenis van de stad beter kennen. Een kanon uit de veertiende eeuw, zwaarden en ander snijdend materiaal, uniformen enzovoort. De twee wereldoorlogen zijn goed gedocumenteerd: het museum heeft unieke objecten, foto’s en tijdsdocumenten in huis.

De Doornikse wandtapijten vind je overal in de wereld terug. Geen toeval! De kwaliteit ervan werd eeuwenlang gewaardeerd. Rijke burgers, edelen en koningen uit heel Europa bestelden topwerken bij Doornikse ambachtslieden. TAMAT, het Museum voor wandtapijten en hedendaagse textielkunst, toont enkele van die prachtige vijftiende- en zestiende-eeuwse wandtapijten. Tussen beide wereldoorlogen en vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw was er een stevige heropleving van de textielkunst en ook uit deze periodes toont TAMAT mooie dingen.

Een absolute topper is het Museum voor Schone Kunsten van Doornik. Dat heeft met de opmerkelijke collectie te maken, maar ook met het gebouw zelf. Dit is het enige museum dat de Gentse art-nouveau-architect Victor Horta heeft ontworpen! Hier vind je werk van Van der Weyden en Bruegel, van Rubens en Jordaens, van Van Gogh, Manet en Seurat, van James Ensor, Emile Claus, Henri de Braekeleer en van Edouard Manet. De aanwezigheid van Edouard Manet is een unieke troef van het museum: nergens anders in België vind je werk van deze Franse impressionist in een museum. Bovendien gaat het om twee topwerken!

Lokale specialiteiten

De inwoners van Doornik houden van lekker eten en drinken. Zo is de bekende koekjesbakker Desobry hier gevestigd. Loop langs bij de koffiebranderij Fretin, dat Cafés 5 cloches op de markt brengt. Of drink een lokaal biertje zoals Tournay. Bij de betere bakker vind je lekkers als de Clovis-taart of de Sainte-Margeritetaart. Typisch Doorniks zijn de Succès du Jour-wafeltjes, een succes sinds 1902. Er is zelfs een variëteit met Grand-Marnier. Ook Casterman mag je als een lokale specialiteit beschouwen, al is dit geen culinaire, maar een culturele lekkernij. Casterman is sinds het eerste album de officiële uitgever van de avonturen van Kuifje. Naast stripverhalen geeft Casterman ook tal van andere boeken uit, zoals de bekende Tiny-boeken. De heldin van die geliefde kinderboekenreeks, in het Frans Martine, kreeg zelfs een eigen standbeeld in de stad, net naast de grote middeleeuwse toren die Fort Rouge wordt genoemd.

Copyrights: tekst en foto's: Wim De Mont
Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek