Reportagetip: Iconisch Normandië: appels, cider en camembert aan de Atlantische Oceaan

Aan de Normandische zandstranden is het puur genieten van de zilte oceaanwind. Niet alleen strandliefhebbers en watersportievelingen vinden hier hun gading, want de uitgestrekte stranden zijn ook onlosmakelijk verbonden met D-Day. Vandaag herbergen de stranden prachtige badsteden als Deauville. In het Normandische appellandschap zijn calvados en cider koning. Maar de streek kent ook een ander culinair icoon: de schimmelkaars camembert.

Kerkhof met zicht op zee

Het strand van Coleville-sur-Mer ligt er breed en bijna verlaten bij, door het getij achtergelaten. Als de landing van Normandië ergens dreigde te mislukken, dan was het wel hier op Ohama Beach. Boven op de steile kliffen, op een grasveld dat als een terras uitkijkt over de oceaan, liggen 9.387 Amerikaanse jongelui begraven. Nergens betaalde D-Day een hogere tol. Kaarsrechte rijen witte kruisen met zicht op zee verschijnen als in een fata morgana. Het is een kwade droom uit het geschiedenisboek, en tegelijkertijd een wondermooie laatste rustplaats.

Nooit meer oorlog

Iets naar het oosten ligt Arromanches, een kustdorpje dat door de geallieerde strijdkrachten uitgekozen werd voor de aanleg van een kunstmatige haven, die er vanaf 6 juni 1944 in ijltempo verscheen. De gigantische betonnen bouwstenen van de tijdelijke oorlogshaven liggen als doodskisten in de zee. In het Musée du Débarquement, pal op het strand, leer je alles over de invasie en de bouw van de haven, een logistiek meesterstuk. In het Arromanches 360, op een klif boven het dorp met uitzicht over de landingsstranden en de kust, dompelen archiefbeelden op negen panoramische schermen de bezoekers onder in de D-Day-actie. De surroundprojectie is overtuigend, alsof je zélf als Private Ryan aanvalt op de vijandige kust. Via Caen, de hoofdstad van Willem de Veroveraar en nog steeds de belangrijkste stad van de regio, rijd ik naar het binnenland. Bijna duizend jaar geleden liet de hertog van Normandië hier zijn imposante kasteel bouwen, én een abdij voor Heren én eentje voor Dames. In de schaduw van de torens biedt de middeleeuwse Rue de Vagueux, hét eetsteegje van het historische centrum, terrassen te kust en te keur. Maar eerst bezoek ik het Mémorial van Caen, een museum over de oorlogsgeschiedenis van 1918 tot nu. De indrukwekkende collectie geeft een historisch overzicht van de Tweede Wereldoorlog, van de mislukte vrede na WO I tot de Koude Oorlog en de val van de Muur. Ontluisterend zijn de Holocaustgetuigenissen én de surrealistische Amerikaanse instructievideo’s uit de jaren 1950, die adviseren om bij een atoomaanval de ramen af te plakken en te schuilen in de kelder.

Deauville, een schitterende parel aan de bloemenkust

Na een bezoekje aan het historische Caen, trek ik verder naar de Normandische oostkust. Daar ligt het prachtige stadje Deauville. Het centrum van de badstad bevindt zich bij Place Morny, vernoemd naar de gelijknamige hertog die de stad stichtte. Op het plein vormt een indrukwekkende fontein het kruispunt van acht belangrijke wegen van het stadje. Daarvan leiden de Rue de Gambetta of de Rue Breney naar de Place du Marché. Hier stallen de marktkramers op dinsdag, vrijdag en zaterdag in de vroege morgenuurtjes hun plaatselijke lekkernijen uit onder authentieke vakwerkhuizen. Naast heerlijke Franse kazen, verse Normandische zeevruchten en vis zijn ook cider en calvados niet weg te denken uit het aanbod.

Flaneren langs het prachtige zandstrand

Op wandelafstand van de charmante markt van Deauville ligt het uitgestrekte zandstrand waar Deauville zo befaamd voor is. Langs het strand is het heerlijk flaneren op de beroemde ‘Promenade de Planches’. Sinds 1923 wordt deze houten promenade geflankeerd door prachtige strandcabines in art deco-stijl. De cabines verkregen hun faam pas in 1995. Toen werd op ieder houten hekje dat de strandhokjes van elkaar scheidt, de naam van een beroemde Amerikaanse filmster geschilderd. Die namen verwijzen naar filmlegendes als Morgan Freeman en Steven Spielberg die aanwezig waren op het Amerikaanse filmfestival van Deauville. Dat event, waaraan het stadje zijn wereldberoemdheid te danken heeft, vindt sinds 1975 ieder jaar in september plaats in de badstad.

Vanop het zandstrand van Deauville is het uitzicht over de Atlantische Oceaan fenomenaal. Naast vliegeraars op de kust, maken ook windsurfers gebruik van de stevige Normandische wind om te genieten van een aangename dag aan de kust. Vanop de houten steigers aan de rode vuurtoren wandel je langs het zeewater terug richting de stadskern.

Chique badstad

Niet alleen het prachtige zandstrand en het Amerikaanse filmfestival verlenen Deauville grandeur. Vlakbij de kust flankeren luxueuze villa’s het casino. Waar Coco Chanel ooit de nieuwste mode ontwierp, zijn er nu ontelbare boetiekjes en kunstgalerijen te vinden. De mondaine badstad herbergt ook een hippodroom waar onder meer polomatchen en paardenrennen worden georganiseerd.

Moeder Camembert

Ik laat Deauville achter me en trek zuidwaarts het binnenland in. Daar stoot ik op het legendarische plaatsje Camembert. Kronieken uit 1702 maken al melding van een smakelijke kaas uit het dorp, die verkocht werd op de markt van Vimoutiers. Maar volgens de overlevering is Marie Harel, een gastvrije kaasboerin, de moeder van de camembert zoals wij die tegenwoordig kennen. Op de vlucht voor de terreur van de Franse revolutie richting Engeland vindt Abbé Bonvoust onderdak bij de boerin. De priester is afkomstig uit Brie en geeft de kaasmaakster enkele nuttige tips. Marie past de geheimen van de brie toe op haar kaas et voilà, in 1791 wordt de camembert in het hart van Normandië geboren. Bij de inhuldiging van de spoorlijn van Granville naar Parijs laat Maries achterkleinzoon keizer Napoleon III de lekkernij proeven. Hij is onder de indruk van de Normandische delicatesse en beveelt om dagelijks camembert te leveren aan de tafels van de Tuilerieën. Met de eerste trein van Alençon naar Parijs bereikt de kaas de hoofdstad. Geholpen door het typische houten doosje, een uitvinding uit 1890 die het transport op de lange afstand mogelijk maakt, verovert camembert Frankrijk en de wereld. Niet elke kaas die in Normandië gemaakt wordt, mag het AOC-label ‘Camembert de Normandie’ dragen. Allereerst moet de melk van Normandische bodem en bovendien rauwmelks zijn. Dat betekent dat melk nooit opgewarmd mag worden boven 37 graden, de lichaamstemperatuur in de uier van een koe. Naast de specifieke productiewijze, de pollepeltechniek, kenmerkt een vetpercentage van minimum 45 procent de échte Camembert de Normandie. Industriële kaas, zelfs indien hij gemaakt wordt van Normandische koemelk, mag het AOC-label niet dragen omdat de melk te zeer verhit wordt. Het pasteuriseren doodt alle schadelijke, maar ook alle goede bacteriën. De smaak is minder uitgesproken dan bij de rauwmelkse kaas.

Een Normandische delicatesse verovert de wereld

De Eerste Wereldoorlog betekent de definitieve doorbraak van de schimmelkaas als Frans icoon. De Normandische boeren, patriotten in hart en nieren, besluiten tijdens de loopgravenoorlog elke week de productie van één dag te schenken aan de soldaten. Op het einde van november 1918 krijgen de soldaten één miljoen camemberts per maand. Terug thuis verspreiden de overlevenden de reputatie van de smaakbom die troost bood in de donkerste dagen. En vooral, ze willen die kaas opnieuw eten. Camembert de Normandie evolueert tot een van de grote Franse kazen, een medicijn dat tot in de jaren 1950 in de hospitalen van Parijs voorgeschreven werd voor allerlei aandoeningen en ziektes. Na WOII lijkt camembert het typevoorbeeld te worden van een kaas die het slachtoffer is van zijn eigen succes. In alle Franse regio’s en wereldwijd, van Denemarken tot Californië, wordt de witte schimmelkaas gemaakt. Sedert 1982 wordt de Camembert de Normandie beschermd door een appellation d’origine contrôlée. Président, de grootste producent in Normandië, voert zijn kazen ondertussen uit naar meer dan 130 landen. In geboortedorp Camembert brengt de door Président gerestaureerde vakwerkhoeve uit de achttiende eeuw hommage aan Marie Harel en haar smakelijke nalatenschap. Toch blijft er nog slechts één boerderij over waar de camembert volgens de oudste tradities gemaakt wordt, met een handgeschepte pollepel, moulé à louche. Bij Nadia en François Durand, de laatste producenten van Camembert de Normandie AOC Fermier, proef ik hét icoon van de Franse kazen, zoals gesmaakt in de loopgraven.

Appelgeesten

In het Pays d’Auge, een glooiend bocagelandschap van valleien en heuvelruggen, koeienweides en appelboomgaarden, versterk ik de inwendige mens. In dit coulisselandschap, waar metershoge hagen en wilde houtkanten de kleine percelen verdelen, doet vanouds de vin au sydre het bier concurrentie aan. Appel, cider en calvados, dat zijn in deze regio immers de vader, de zoon en de heilige geest. In de manoir van Pierre Huet bewerkt men al vijf generaties appelen tot sap, cider, azijn of calvados. Hoog- en laagstam-appelbomen, het hele smaakpalet van zoet tot bitterzoet en zuur, zetten dertig hectare in bloei. “De variëteit van het appelaanbod bepaalt de kwaliteit van de cider”, steekt gids Anne van wal. Ze leidt mij rond langs de gistingskuipen en distilleerkolven, de rijpingskelders en opslagplaatsen. “In de herfst persen we appels tot sap, ongeveer 600 liter uit een ton vruchten. Het gefilterde appelsap gist in houten tonnen tot het na ongeveer een half jaar geen suiker meer bevat.” Afhankelijk van het resterende suikergehalte in de cider verkrijgt men een zoeter of droger resultaat: sec, demi-sec of brut. Na een tweede fermentatie op de fles heeft de drank twee maanden later zijn feestelijke bubbels.

Normandisch aperitief

Cider moet binnen het jaar gedronken worden, calvados rijpt best een eeuwigheid. Cider waarvan alle suikers omgezet zijn in alcohol, wordt gedistilleerd tot calvados, afhankelijk van de plaatselijke gebruiken in een of twee keer. In het Pays d’Auge laat men niets aan het toeval over en stookt men de alambieken twee keer op. Tijdens de eerste distillatie bereikt de brouwmeester een alcoholconcentratie van 35 procent. Na de tweede distillatie van de ‘petites eaux’ heeft de blanke eau de vie een alcoholpercentage van ongeveer 70 procent. De brandewijn rijpt in eikenhouten vaten, minstens twee jaar, bij voorkeur langer. “Hoe ouder, hoe zachter de smaak”, glimlacht de gids. Voor mezelf is dé ontdekking van de kelder echter de Pommeau de Normandie AOC, een huwelijk van vers appelsap en calvados dat veertien maanden rijpt in eiken vaten. Een typisch Normandisch aperitief, dat je zelden aantreft buiten de regio. En dus drinken we het hier. Calvados - het lijkt in Normandië soms een toverwoord – sluit hier elke maaltijd af, of het nu een lamszadel is (al lichtjes gezouten doordat de kudde graast op zilte gronden), een overvloedige schotel fruits de mer of de op het vel gebakken vangst van de dag. Meer nog, omdat de Normandiërs zo graag lang tafelen, bedachten ze ‘le trou normand’, een slok calvados halverwege de vele gangen. Wie niet zo gesteld is op sterke dranken, kan proeven van een appelsorbet ondergedompeld in de alcohol als tussentijds digestief. Santé.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

GRANDE reporter Gert Van Wichelen
bezocht dit hotel en schreef:
"

Al sinds 1913 is het vijfsterrenhotel 'Le Royal' van de hotelgroep Barrière een prachtig toeristenoord aan de Normandische kust.

..."
"

In dit stijlvolle belle-époquehotel schreef Marcel Proust zijn wereldberoemde 'A la recherche du temps perdu'. Hij was er zonder meer onder de indruk van de grote spiegels, kristallen luchters, loungefauteuils en de prachtige ligging aan het strand.

..."
"

Dit Normandische hotel is een prachtig, uit hout opgetrokken boerderijhuis aan de rand van een bos, net naast een charmante bloementuin.

..."