Wandelen over pleinen en door lanen
Vanaf de Kettingbrug wandelen we Pest binnen naar het Sint-Stefansplein. Daar steekt de groenkoperen koepel van de Sint-Stefansbasiliek uit boven de stad. De basiliek liep zware schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd pas in de jaren 1980 heropgebouwd. Het is trouwens typisch voor Boedapest dat de dingen er vaak minder oud zijn dan ze eruitzien: met de bouw van de neoclassicistische basiliek werd sowieso pas begonnen in 1851. Iets verderop begint de met bomen omzoomde Andrassystraat, zeg maar de Champs Elysées van Boedapest. Ook deze laan haalde de lijst van Unesco-werelderfgoed. Je vindt hier winkels van alle bekende topmerken, maar ook trendy restaurants en de Rooftopbar 360. Deze bar bovenop de daken biedt uitzicht over de stad begeleid door stampende beats en strelende cocktails. Sta zeker ook even stil bij de Staatsopera. Het ontwerp van de Hongaarse architect Miklos Ybl vertoont opvallende gelijkenissen met zijn Parijse tegenhanger. Aan het uiteinde van de Andrassystraat ligt het Heldenplein, links en rechts geflankeerd door het Museum voor Beeldende Kunst en de Kunsthal. Skateboarders, fietsers en rolschaatsers van alle leeftijden leven zich uit op het vlakke plein waar vroeger militaire parades werden gehouden. In het midden staat een zuil met de aartsengel Gabriël en het plein wordt afgesloten door twee halfronde zuilengalerijen met beelden van Hongaarse vorsten.
Baden in barok
Achter de zuilen van het Heldenplein ligt Varosliget of het Kleine Stadsbos. Het stadspark – ooit een donker moeras – is nu een aangename groene ontmoetingsplaats. Rond het park staan verschillende opvallende bouwwerken zoals het sprookjeskasteel Vajdabunyad en vooral de Széchenyibaden, het grootste badencomplex van Europa met het oudste buitenzwembad van de stad. Boedapest is al eeuwenlang één van de belangrijkste kuuroorden ter wereld. Dagelijks borrelt er tachtig miljoen liter mineraalwater op uit de ondergrond. Daarvan zijn de Széchenyibaden de warmste: 74 graden aan de oppervlakte. We kregen een tip van de concierge van ons hotel Kempinski Hotel Corvinus en gingen er om 6 uur ’s ochtends baden. Bij het krieken van de dag is het nog niet druk, en komen enkel de echte Boedapesters. Een twintigtal hoogbejaarde Boedapesters toont de ware badgeest: stilzwijgend ronddobberen in 36 graden water, afgewisseld met geanimeerde discussies en roddelsessies in minuscule zwembroek en onafscheidelijke badmuts, dan weer kraaiend tijdens de bubbelsessies.
Het oude Boeda
Aan de andere kant van de Donau beklimmen we de Burchtheuvel naar Boeda. De heuvel wordt bijna helemaal ingenomen door het achttiende-eeuwse Koninklijk Paleis, qua omvang en stijl verwant aan het Hotel des Invalides. Het gebouw werd bijna helemaal verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar heropgebouwd volgens de bestaande plannen. Bovenaan pronkt de neoclassicistische koepel van Aljos Hauszmann, niet te verwarren met de Parijse stadsplanner Georges-Eugène Haussmann. Binnenin vind je de Hongaarse Nationale Galerie met een uitgebreide collectie nationale kunst. Vlakbij het Koninklijk Paleis ligt het oude centrum van Boeda, dat eveneens moest worden heropgebouwd na 1945. Een van de hoogtepunten van dit sfeervolle ministadje is de Matthiaskerk. En dat de dingen in Boedapest zelden zo oud zijn als ze eruitzien, geldt ook voor deze prachtige gotische kerk, die grotendeels dateert uit de periode 1873-1896. Achter de kerk bevindt zich het Vissersbastion. Van hieruit heb je een prachtig zicht op de Kettingbrug en het neogotische Parlement aan de overkant in Pest.
De Belgische Prinses en de Gypsy
Tijd voor een koffie in Café Gerbeaud! Ooit waren er in Boedapest meer dan zeshonderd luxueuze koffiehuizen die qua faam niet moesten onderdoen voor de Weense tegenhangers. Hoewel de Turkse bezetters de koffie invoerden in Hongarije, kwam de koffiecultuur pas echt tot bloei onder de Habsburgers. Maar Café Gerbeaud biedt meer: er staan een 70tal versbereide taarten, cakes, pralines en crèmes op de menukaart. De specialiteit van het huis is de Dobostaart, een heerlijke taart met chocolade-botercrème en karamelglazuur. Voor ons Belgen zeker te proeven is de Rigo Jancsi chocolade creatie. Rigo Jancsi was een Hongaarse ‘Gypsy’ zigeuner-violist, die in 1896 in Parijs optrad voor de Belgische Prins en Prinses de Caraman-Chimay. De Prinses en Rigo begonnen een liefdesaffaire, die breeduit in de boulevardpers werd uitgesmeerd onder de titel ‘Gone with a Gypsy’. Rigo leeft vandaag verder in de vorm van een rechthoekige zachte chocoladecake gecombineerd met chocolade crème gebak.
Budapest Shortlist:
- Gozsdu Udvar: stad in de stad
- Het Hongaarse Parlement: baken aan de Donau
- De heuvels van Boeda: picknick boven de stad
- Tramlijn nr. 2: langs de Donau aan de kant van Pest
- Etyek: wijngaarden 30 kilometer buiten Boedapest
- De Zoo en Botanische Tuinen: uitstap in de stad
- De ‘food festivals’: gourmet, wijn en kerstmarkt
- Het Kasteeldistrict in Boeda: Koninklijk Paleis en Vissersbastion
- Andrassylaan: luxe winkels en hippe restaurants
- De buurt rond de Sint-Stefansbasiliek: gezellig Mediterraans
- Boottrip op de Donau: riviercruise door de geschiedenis
- Vakantiepark Normafa in Boeda: wandelen, treintje rijden en strudel eten
- Széchenyibaden: lekker baden, hoe vroeger hoe leuker
- Margareta Eiland: ideaal om te joggen, te zwemmen, atletiek en tennis
