Reportagetip: 10 keer genieten in het Baskenland

In de uitlopers van de Pyreneeën en aan de Atlantische Oceaan ligt een heerlijk stukje Spanje. Naast de zinderende steden zoals Bilbao en San Sebastián, kan je ook zalig vertoeven in de beboste bergen en charmante vissersdorpjes, ver weg van het geweld van de Costa’s. Welkom in Baskenland: we geven je 10 tips!

1. Een avondje barhoppen

De Basken laten gastronomie en hun sociale leven vaak hand in hand gaan. ’s Avonds trekken ze van bar tot bar om bij te praten en ondertussen genieten ze van de Baskische variant van de tapa, de pintxo. In de Noord-Spaanse keuken wordt weinig gewerkt met specerijen en sauzen, waardoor je in de pintxos de pure smaken van lokale ingrediënten zoals pepers, kabeljauw en inktvis kunt ontdekken. El Txikiteo of barhoppen is perfect mogelijk in het historische centrum van Bilbao, El Casco Viejo. Rond de Plaza Nueve bevinden zich tal van restaurantjes die pintxos aanbieden, met onder meer het bekende Víctor Montes. Verfijning is hier een must en de chef werkt zijn hapjes dan ook af met delicatessen als chorizo, foie gras en krab.

2. Over de Nervión via de Puente Colgante

In Getxo, een chique buitenwijk van Bilbao, bevindt zich één van de meest imposante bouwwerken van het Baskenland: de Puente Colgante. De brug dateert van het einde van de negentiende eeuw en is ontworpen door Alberto Palacio, leerling van Gustave Eiffel. Op de plek waar de Nervión en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten, trok hij de 160 meter lange constructie op, die Getxo met het stadje Portugalete verbindt. De Puente Colgante had oorspronkelijk enkel een transportfunctie. Om de lokale scheepvaart niet te hinderen, koos Palacio ervoor om de brug maar liefst 61 meter hoog te maken. Vandaag brengt een ponton nog steeds auto’s en voetgangers van de ene naar de andere oever, daarnaast is het monument nu ook toegankelijk voor toeristen. Via een lift in de torens bereik je het voetgangersplatform boven op de brug, waar je een prachtig panorama op de zee en Bilbao wacht.

3. Naar de kermis op de Monte Igueldo

Voor een dagje ouderwets kermisplezier moet je op San Sebastiáns Monte Igueldo zijn. Een treintje brengt je naar de top van de heuvel, waar sinds 1929 jong en oud zich kan uitleven in het nostalgische pretpark. Je hoeft geen toegangsticket te kopen, maar betaalt er per attractie. Zo kost een plek op de primitieve rollercoaster twee euro, net zoals een tocht met het treintje langs het kabouterbos en een dolle rit met de botsauto’s. Voor kriebels in de buik schuif je aan bij de gigantische glijbaan en verdwalen is mogelijk in het kleurrijke labyrint. Wie nadien even wil uitrusten in de Spaanse zon, kan terecht in één van de vele bootjes die dobberen op de vijver van het park. Bovendien heb je van op heel wat attracties op de Monte Igueldo een fabelachtig uitzicht op de baai, het stadscentrum en het heuvelachtige hinterland van San Sebastián.

4. Genieten van de Baskische keuken bij Pedro Subijana

In de jaren '70 kwam een groep jonge Baskische chefs op het idee om hun keuken aan een heuse make-over te onderwerpen. Daarom gingen ze op zoek naar nieuwe ingrediënten, bereidingswijzen en aroma’s. Hun experimenten leidden tot een frisse en creatieve keuken, de zogenaamde la nueve Cocina Vasca of de nieuwe Baskische keuken. Een belangrijke pionier van deze beweging is Luis Irizar, eveneens de stichter van de eerste koksschool in het Baskenland. Veel van zijn leerlingen groeiden uit tot klinkende namen in de wereld van de gastronomie, onder wie Pedro Subijana. Deze laatste opende in San Sebastián het restaurant Akelarre, bekend om zijn pure keuken en is inmiddels bekroond met een derde Michelinster. Nergens ter wereld vind je zoveel sterrenrestaurants als in deze culinaire hoofdstad van het Baskenland.

5. Cultuur opsnuiven tijdens de Semana Grande

Elk jaar zet de Semana Grande, in het Baskisch de ‘Aste Nagusia’, vanaf de eerste zaterdag na 15 augustus San Sebastián negen dagen lang op stelten. Tijdens dit bruisende festival kun je dag en nacht in de stad concerten meepikken, je vergapen aan de parades en mee feesten met de lokale bevolking. Daarnaast staan er ook traditionele stierengevechten, workshops voor kinderen en Baskische sporten op het programma. Het hoogtepunt van het festival is de internationale vuurwerkcompetitie. Elke avond tonen topteams uit de hele wereld hun kunsten aan de festivalgangers, met op de achtergrond de feeërieke schelpvormige baai La Concha.

6. Verdwalen tussen de beschilderde bomen in het Bosque de Oma

Het Baskenland bevindt zich in España Verde, het groene Spanje. Een leuke tip voor wie natuur en cultuur wil combineren: het Omabos nabij het stadje Kortezubi. Het bos herbergt een vijfhonderdtal beschilderde dennen, het werk van de Baskische kunstenaar Agustin Ibarrola. Met zijn penseel bracht hij begin jaren '80 geometrische vormen, dieren, regenbogen en abstracte figuren aan op boomstammen in het natuurreservaat Urdaibai. Elke bezoeker zal deze 'land art' op een andere manier ervaren, afhankelijk vanuit welk perspectief je naar de bomen kijkt. Soms vormen verschillende bomen samen een werk en zal de betekenis van de figuur pas duidelijk worden wanneer je je op een specifiek punt bevindt. De wandeling is zeven kilometer lang en brengt je ook naar de Basondo-vallei, een heuvelachtig gebied waar het heerlijk picknicken is. Ideaal voor een uitje met de kinderen!

7. Slapen tussen de filmsterren in hotel Astoria 7

Elk jaar mag San Sebastián in september de beau monde van de filmindustrie verwelkomen tijdens het Internationale Filmfestival. In het verleden maakten supersterren als Alfred Hitchcock, Steven Spielberg, Audrey Hepburn, Sophia Loren en Antonio Banderas al hun opwachting op de Baskische rode loper. Genieten van de sfeer van dit festival is het hele jaar door mogelijk in het viersterrenhotel Astoria 7. Elke kamer draagt de naam van een acteur, actrice of regisseur die in het verleden aanwezig was op het evenement en ook in het interieur laten foto’s en korte biografieën je herinneren aan het filmverleden van de stad. De suites zijn zelfs uitgerust met een projectiescherm, waardoor gasten ’s avonds kunnen genieten in hun eigen privébioscoop.

8. Gaztelugatxe

Wie op een unieke locatie wil uitwaaien aan de Atlantische Oceaan, kan terecht op het eilandje Gaztelugatxe. Een op de rotsen gebouwde brug verbindt dit idyllische plaatsje met het vasteland. Om het kerkje op de top van het eiland te bereiken, moet je een tweehonderdtal treden beklimmen, maar eenmaal boven maakt het uitzicht die inspanning meer dan goed. Dit is ook niet voor niets het meest gefotografeerde plekje aan de Baskische kust. Een andere parel aan het water is Elantxobe. Het vissersdorpje kleeft bijna tegen de rotsen en bleef tot nu toe gespaard van het massatoerisme. Via de smalle en steile straatjes is het prachtig afdalen naar de haven. Voor een dagtrip langs de oceaan volg je de kustroute van Mutriku naar Gexto met haar adembenemende vergezichten.

9. Artxanda

Wie in Bilbao even wil ontsnappen aan het tempo van de stad, neemt er de tandradtrein naar Artxanda, een heuvel net buiten het centrum. Vooral het uitzicht van op de top is populair bij toeristen, maar je kan er ook een hapje eten in het restaurant of dollen met de kinderen op de speeltuigen. De locals brengen vaak tijd door in het sportcomplex of het nabijgelegen park. In de zomer vormen de plekjes in de schaduw met uitzicht op de metropool het perfecte decor voor een bordje pintxos met een goed glas wijn.

10. Architecturale pracht in Bilbao

Een goede twintig jaar geleden leek Bilbao zo weggeplukt uit een film van de gebroeders Dardenne, tot het stadsbestuur besloot om de hoofdstad van het Baskenland aan een verjongingskuur te onderwerpen. Sindsdien hebben de vervallen industriegebouwen en de bouwvallige scheepswerven plaatsgemaakt voor een fris en toonaangevend Bilbao. De belichaming van die stadsvernieuwing is ongetwijfeld het Guggenheim Museum aan de oevers van Nervión. De aparte architectuur is ontworpen door de Amerikaans-Canadese architect Frank Gehry. Zijn blinkende titanium, onvatbare lijnen en futuristische schubben maken van deze trekpleister alvast het meest uitzinnige van de vier Guggenheimmusea die deze wereld rijk is. Binnen kunnen liefhebbers van moderne kunst zich te goed doen aan werken van onder meer Warhol en Rothko.

Een ander architecturaal hoogstandje vind je in het hart van de stad. Wat vroeger dienstdeed als opslagplaats voor wijn, is sinds 2010 een sportief en cultureel walhalla voor zowel locals als toeristen. Het Alhóndiga Bilbao heeft zijn originele façade behouden, maar werd aan de binnenkant door de Franse designer Philippe Starck naar de eenentwintigste eeuw gekatapulteerd. Ellenlange zuilen, strakke lijnen en hoge plafonds, met zicht op de onderkant van het zwembad, maken van dit gebouw de hotspot om ’s morgens van je koffie te nippen. Je kunt er ook terecht voor een bezoek aan de bibliotheek, het theater en de bioscoop of een uurtje zweten in de fitness.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels