Reportagetip: De Algarve acht keer anders aan de zuidkust van Portugal

Kenners doen soms minnetjes over de Algarve. Niet het echte Portugal, vinden ze. Maar ver van de golfcourses en resorts ontdekten wij een ongerept binnenland en adembenemende kusten. We nestelden ons in knusse gastenkamers en gingen op zoek naar witte dorpen, kurkplantages, vergezichten, visrestaurants en natuurlijk ons droomstrand.

1.   Vis en voetbal

Hoe herken je een honderd procent Portugees visrestaurant? Twee vuistregels: zicht op zee en voetbal op televisie. De veranda van Faro e Benfica is een lichtpunt in de haven van Faro. De gasten turen er gespannen naar de match van de roodhemden waaraan het restaurant zijn naam ontleent. Of we trek hebben in dagverse oesters uit het natuurpark van Ria Formosa, wil de maître weten? De chef hoeft niet per se te experimenteren. De klanten lusten liever de klassiekers, maar dan wél met verve klaargemaakt. Wij hebben de specialiteit besteld die de Algarve onder één deksel vat: cataplana. Aardappelen, groenten en zelfs varkensvlees uit de tuin van Portugal delen de pot met dikke moten vis en schaal- en schelpdieren. Stapel de ingrediënten in laagjes en laat de pot sudderen zoals een tajine. Marokko is niet ver en was vroeger nog dichterbij. Algarve komt van Al-Gharb-al-Andalus, Arabisch voor ‘ten westen van Andalusië’, en de streek heeft de mosterd ook bij Mohammed gehaald.

2.  Daken als schatkisten

Dom Paio Peres Correia is een held in Tavira. In 1242 verjoeg hij de Moren na vijf eeuwen overheersing. Zijn graf is in de enorme, witgesauste Santa Mariakerk, die niet toevallig op de heuvel van de moskee werd gebouwd. Van het ooit zo machtige fort resten slechts schamele torens sinds de tsunami van 1755, die ook de benedenstad wegveegde. We kijken uit over fiere achttiende-eeuwse herenhuizen met smeedijzeren balkons en merkwaardige daken. Net schatkisten, weet onze gids. “De handelsreizigers die fortuin hadden gemaakt met oosterse specerijen, pronkten graag met hun rijkdom.” En lijken die schoorstenen niet op minaretten? Ook dat is karakteristiek voor de Algarve. Moslims die hun geloof niet meer mochten belijden, zouden privéminaretjes hebben opgericht. Bij de Romeinse brug kijken we naar hagelwitte blokkendoos op de heuvel. Tavira heeft evenveel laagjes als een cataplana. “Steek een spade in de grond en je stoot op ruïnes”, aldus onze gids.

3.  De kerkklok van Querença

In de kerktoren van Querença klettert om het halfuur een klepel tegen de klok. De toeristen op het terras van Restaurante de Querença – er is maar één, dus waarom moeilijk doen? – verslikken zich in hun petiscos; in het aangrenzende café slurpen de Portugezen onverstoord hun bica. De rust keert terug op het plein en ik begrijp waarom dit dorpje de hemel op aarde is als de kerktoren zwijgt: er gebeurt volstrekt niets. Vandaag niet, morgen niet, overmorgen niet. Ook al zijn de witte huizen verdacht netjes opgeknapt en groeit het aantal tweede residenties er even snel als het aantal schoolkinderen afneemt, de idylle blijft intact. 

4.  Van kurkeik tot spaceshuttle

“Als de kurkeik verdwijnt, sterft het platteland”, zegt Hélio Alves. Een gure wind jaagt de wolken over de plantage. De bosbranden van 2004 hebben veel kurkgaarden verwoest. Een ramp voor de kurkboeren én de tewerkstelling, want jonge eiken leveren pas na 43 jaar bruikbare kurk op. Waar de schors is weggesneden, kleurt de stam rood en later zwart. Hélio wijst cijfers op de eiken aan. “Deze datum wijst op het jaar waarin de boom werd gestript. Je kunt slechts elke negen jaar oogsten.” Tijdens de oogst wordt de boom werkelijk uitgekleed. Met een sikkel snijdt een gespecialiseerde vakman de schors open vanaf de wortels tot de takken. Daarbij volgt hij een natuurlijke verticale naad. De schors komt in één stuk los, als een mantel die opengaat. 

De Rota da Cortiça is een recent initiatief van de gemeente São Brás de Alportel en de lokale kurkproducenten. Portugal is de wereldleider in kurk, de rijkste man van Portugal maakte fortuin met kurk. Bovendien komt de beste kurk uit deze streek, de heuvelachtige Serra de Caldeirão. Waarom? “De kurk houdt van de Atlantische Oceaan en een mediterraan klimaat”, aldus Hélio. De kurkroute zet dat unieke erfgoed voor het eerst in de verf. Onze halve dagtrip begint in het burgerpaleisje van de kurkmagnaat, dat nu het kurkmuseum herbergt. Van de honderd fabrieken die São Brás een eeuw geleden telde, blijven er zeven over. De rolverdeling was simpel: São Brás oogstte de kurk en bundelde de stukken schors in balen; Silves sneed er stoppen uit. Over Silves, dat door een machtige Moorse burcht wordt gedomineerd, gaat een legende. De Moorse prins was er gehuwd met een Noord-Europese prinses. Omdat zij de sneeuw miste, liet de prins de omgeving beplanten met amandelbomen. De witte bloesems susten haar heimwee naar haar vaderland. Fijnbesnaarde zielen, die Moorse bezetters.

Amandelbomen, johannesbroodbomen en kurkeiken sieren de heuvels op de kurkroute. De kurkfabriek die we bezoeken, oogt primitief. In de reusachtige loods zijn vijf oudere arbeiders aan het puzzelen met stukken schors. Ze maken stapels die samengeperst worden tot balen van 70 kilo. Daarop reizen de balen naar gespecialiseerde producenten. Zo kun je in de streek de hoogtechnologische fabriek bezoeken die kurken maakt voor prestigieuze champagnemerken. Kurk isoleert ook geluidsstudio’s én de spaceshuttle. Ook wordt kurk vaak toegepast als vervangproduct voor leder en textiel. São Brás heeft een winkel waar je kurken tassen, jassen, jurken én gordijnen kunt kopen. 

5.  Alcoholische aardbeien

Marília Ramos baat A Lojinha da Serra in Barranco do Velho uit. Je kunt het niet missen: langs de oude weg naar Lissabon kom je maar één ‘winkeltje in de bergen’ tegen. Op de toog prijkt de medronho, de lokale brandewijn, naast allerlei honingsoorten. De imkers gebruikten vroeger bijenkorven van kurk. Wij komen natuurlijk voor de drank. De medronho is de bes van de aardbeiboom. "De bes gist op een natuurlijke wijze", zegt Marília. "Eet er tien en je bent beneveld." In de stokerij achter de winkel maakt haar familie al generaties lang een uitstekende brandewijn. Het succesrecept? “Wilde bessen en een perfect alcoholgehalte van 47 graden.” De flessen zitten, een beetje voorspelbaar, in de huls van de kurk.

6.  Smokkelaarsbaai of kusjesstrand?

De streek tussen Lagos en Faro bulkt van het fruit en de groenten. En van de resorts en de golfbanen. Bij Nossa Senhora da Rocha troont een witte kapel op de rotsen. Een trap brengt je naar het strand en een tunnel geeft je toegang tot Praia dos Bejinhos, het kusjesstrand. Ook de Smokkelaarsbaai schuilt achter een gat in de rotsen. We wandelen langs de goudgele kliffen; in de diepte likken de golven aan Praia da Marinhha, dat bij de honderd mooiste stranden ter wereld wordt gerekend. In Algar Seco heeft de romantische ziel van dienst een kijkgat in de rotsen “Lover’s window” gedoopt. Met hippe beachbar of enkel bereikbaar per vissersboot, de stranden komen in alle vormen en afmetingen. Schoonheid is hier de enige constante.

7.  Hijs de zeilen

Hoe kwetsbaar die schoonheid is, blijkt in Carvoeiro. De baai is nog altijd schilderachtig en het dorpsplein grenst nog altijd aan het strand, maar de kleurrijke visserssloepen worden tegenwoordig omsingeld door zonnekloppers en de stegen zijn ingepalmd door horecazaken van twijfelachtig allooi. In Lagos lijken de middeleeuwse stadswallen de overrompeling tegen te houden. In de jachthaven schepen we in voor een excursie naar de rotsformaties van Ponta da Piedade. Tientallen vissers bieden de excursie aan als bijverdienste, maar Bom Dia vaart uit met een traditionele tweemaster. En klapperende zeilen hebben uiteraard meer flair. Bij Ponta da Piedade stappen we over in een motorbootje. We laveren door natuurlijke bruggen en tunnels, ontdekken verborgen stranden en baaien en bewonderen de grillige rotsformaties. 

8.  Bratwurst voor zeevaarders

Lagos was de favoriete verblijfplaats van Hendrik de Zeevaarder. De oude slavenmarkt herinnert er aan de niet altijd even nobele motieven van de ontdekkingsreizigers. Maar dat de oceaan hier de verbeelding prikkelde, is te begrijpen. Europa eindigt in Cabo São Vicente. Op de kale westkaap zie je in drie windrichtingen niets dan glinsterend water. De uitgelezen plek voor een zeevaardersschool, vond Hendrik. Zijn fort domineert nog steeds het dorp Sagres. Een tunnel geeft er uit op de reusachtige windroos die hier werd opgegraven. Magelhães, Cabral en Vasco da Gama studeerden in Sagres bij de grootste astronomen, cartografen en aardrijkskundigen van hun tijd; elk jaar vertrokken er karvelen op expeditie. Bij de eenzame vuurtoren op de kaap van São Vicente is de magie van de ontdekkingsreizen tastbaar gebleven. De wind geselt de ruwe kliffen. In de diepte liggen wilde stranden verborgen en wagen surfers zich op de schuimende golven. Als Portugal een karveel is, dan sta je hier op de boeg. In de vijftiende eeuw wilde het bijgeloof dat de wereld eindigde aan de horizon. De zon zakte er elke avond sissend weg in de zee. São Vicente doet nog altijd dromen van verre reizen, maar nu reist de hele wereld naar de kaap. Bij een hilarische eetkraam kun je de ‘letzte Bratwurst vor Amerika’ bestellen. Vers uit Thüringen, en je krijgt er zelfs een certificaat bij.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels