Reportagetip: Terug naar het verleden in Béthune, Lens en Arras

Pas-de-Calais heeft met zijn mijnverleden, de slagvelden uit de Eerste Wereldoorlog en de art deco-architectuur voldoende troeven in huis om er een lang verblijf te rechtvaardigen. Wij bezochten achtereenvolgens Béthune, Lens en Arras. 

Het industrieel verleden van Béthune

Béthune was anno 1914 een klein nijver stadje dat de pech had op een paar kilometer van het front te liggen. Het resultaat was voorspelbaar: van Béthune bleef in 1918 niet veel meer over.

De wederopbouw maakte van de stad een paradijs voor art deco-liefhebbers. Architect Jacques Allemand nam zijn taak au sérieux. De huizenrij links van het stadhuis, eveneens in art-decostijl heropgebouwd, doet je paf staan. Iets verderop lopen we de Sint-Vaastkerk binnen. Die kerk combineert neogotiek, art deco, Engelse tudorstijl en wellicht nog een paar andere stijlen. Een van de glasramen wijst op het belang van de Confrérie des Charitables de Saint-Eloi, een broederschap dat sinds 1188 bestaat. De leden zetten zich in voor de armen en zieken en helpen families bij het begraven van doden.

Op de markt staat het belfort uit 1346 en Unesco-werelderfgoed. Het is het enige middeleeuwse gebouw dat de Duitse bommen wist te ontwijken.

Het mijnverleden van Lens

Lens werd net als Béthune grotendeels weggevaagd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook hier vind je enkele mooie art-decohuizen, al is de stijl hier minder dominant. Wel is het station heel fraai, gebouwd in de vorm van een stoomlocomotief door een leerling van Le Corbusier, Urbain Cassan. Je herkent het kolenwagentje, de wielen en de schoorsteen. 

In de stad zelf wordt intussen het mijnverleden meer dan ooit in de verf gezet. Chocolatier Jean-Claude Jeanson creëerde het chocolaatje Fleur de Bonheur dat verwijst naar lavendel, door jonge mijnwerkers gebruikt als geluksbloem bij hun eerste afdalingen. 

De oude arbeiderscités, het Maison Syndicale van de mijnwerkers, het tot universiteit getransformeerde directiegebouw van de Société des Mines de Lens: aan herinneringen aan het industriële verleden van de stad geen gebrek! Ook aan terrils, een ophoping van steenafval dat als bijproduct van de ondergrondse mijnbouw ontstaat, is er geen gebrek in de streek. Van de 300 terrils zijn er nog zeker 150 zichtbaar in de skyline van Lens.

Louvre-Lens

En nu tijd voor Louvre-Lens! De buitenkant van het Louvremuseum in Lens ziet er geweldig uit, net als de binneninrichting. Het museum ligt in het midden van een park en herbergt een centrale glazen hal. De vleugel van de Galerij van de Tijd dient voor de thematische collectie die jaarlijks wisselt. Aan de andere kant van de hal vind je de vleugel met tijdelijke tentoonstellingen.

De textielstad Arras

Arras, destijds Atrecht, bekleedt een roemrijke plek in de geschiedenis als textielstad behorende tot het graafschap Vlaanderen. Na de inlijving bij Frankrijk door Lodewijk XIV kreeg de stad, net als Rijsel, een flinke citadel. 

Na het bezoek aan de citadel van Arras, sinds 2010 verlaten door het leger, trekken we naar de Wellington-steengroeve. Nieuw-Zeelandse mijnwerkers bouwden de gangen tijdens de Eerste Wereldoorlog om tot een ondergronds legerkamp, met verschillende kwartieren, keukens en zelfs een kapel.

En zo is de cirkel rond: van de vernieling van Béthune tijdens de Eerste Wereldoorlog, de musea en andere bezienswaardigheden tot een laatste blik op de gruwelen van die Eerste Wereldoorlog: Béthune, Lens en Arras hebben heel wat troeven om toeristen te boeien.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"

Dit oude klooster werd met veel smaakgevoel omgetoverd tot een aangenaam designhotel. De kamers van dit sfeervol 15e-eeuws pand liggen rondom de binnentuin, zijn ruim en hebben hier en daar nog authentieke elementen.

..."
"

Lichte kleuren en Louis XVI-meubilair zorgen voor een op-en-top Frans sfeertje.

..."