De Ronde van Italië: niet te missen regio’s

Van de Italiaanse Rivièra aan de Ligurische kust tot de grotwoningen van Matera en de trulli’s in Puglia kan je maar conclusie maken: het is de verscheidenheid die Italië zo bijzonder maakt. We maken een rit door enkele van de twintig regio’s en houden halt bij niet te missen Italiaanse schatten.

Ligurië is de Italiaanse Rivièra

Ligurië, de Italiaanse rivièra, bestaat grofweg uit twee delen: Riviera di Ponente en Riviera di Levante, waar de Cinque Terre een onderdeel van is. De Italiaanse rivièra is sinds jaar en dag een populair vakantiegebied. Het zachte klimaat maakt dat er in deze streek vele soorten bloemen gekweekt worden. Vandaar de naam 'Bloemenrivièra'. Dit is de belangrijkste en ook de oudste economische activiteit van de streek.

Natuurlijk is Genua een grote publiekstrekker: het is een interessante oude stad met een levendige haven, elegante winkels en schitterende palazzi. Slenter rustig door de Via Garibaldi, één van de spectaculairste straten in Europa vanwege de vele gerestaureerde monumentale panden. Maar ook het drukke en gezellige San Remo verdient een bezoek. Alassio is de meest bezochte badplaats aan de kust. Niet verwonderlijk omdat Alassio een kilometerslang uitstekend zandstrand bezit. Maar aan de kust ligt een klein plaatsje waar je gemakkelijk je hart aan verpandt: Laigueglia, een bijzonder aangenaam badplaatsje. Het strand is er net als bij haar beroemde buur van uitstekende kwaliteit, het is er alleen rustiger. En het oude centrum ademt nog de sfeer uit van het vissersdorp dat het vroeger geweest is.

Wiens hart gaat niet sneller slaan van het zien van het schilderachtige, kleurrijke en gezellige plaatsje Camogli? De geschoten plaatjes tonen een ongeëvenaarde nonchalante schoonheid. Geen witte zandstranden maar zwarte keitjes die uitstekend contrasteren met het azuurblauwe water, de witte branding en de kleurige huizen.

Toscane en Umbrië

Toscane is bij uitstek een favoriete streek van velen. En vaak heeft Zuid-Toscane de voorkeur vanwege het geweldige landschap. Maar Umbrië moet niet onderdoen voor Toscane. Neem de Piano Grande eens. Een uitgestrekte mysterieuze hoogvlakte omringd door gladde fluweelachtige bergen met een route 66-achtige weg. Je waant je in Amerika. In de lente en zomer verandert de vlakte in één groot uitgestrekt bloemenveld. Op deze hoogvlakte worden ook de beroemde linzen verbouwd. De linzen, in juni bijna verdrongen door de papavers, korenbloemen en wilde tulpen, nemen een steeds prominentere plaats in. Op de menu’s van de meeste restaurants staat deze peulvrucht nu nog in een hoekje vermeld.

In Umbrië zijn plaatsen als Gubbio, Assisi, Spoleto en Orvieto vermeldenswaard. Gubbio is één van de beroemdste middeleeuwse plaatsen. Alhoewel het Assisi van Franciscus hier niet voor onder doet. Assisi is in de loop der tijden wel behoorlijk commercieel geworden. Maar dat doet aan de schoonheid niets af.

Nog een bijzonder interessant dorp waar veel toeristen waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebben is Norcia. Waar de doorsnee etalages in Italië uitpuilen van de laatste mode zijn de winkels in Norcia gevuld met zwijnenkoppen, salami’s, hammen en andere vleesproducten. Het vleesassortiment van Norcia is heel uitgebreid, bekend en niet te versmaden. Het is geweldig om langs de vele salumerie te slenteren. Ook de zwarte truffels van Norcia zijn bekend. Een ander opmerkelijk verschijnsel zijn de dikke muren van de huizen die niet meer dan twee verdiepingen hoog zijn. In de loop der jaren is Norcia door diverse zware aardbevingen getroffen.

De parels van Le Marche

Le Marche, voor velen onbekend en dus onbemind, kent ook haar parels als Urbino, Gradara en Loreto. Loreto heeft de kathedraal met haar rijkversierde renaissancegevel waar het Santa Casa bewaard wordt. La Santa Casa is het huis waarin de geboorte van Jezus aan Maria aangekondigd werd. De geschiedenis laat ons geloven dat het huis in 1291 door 4 engelen vanuit Nazareth naar Loreto in le Marche werd getransporteerd om het tegen de muzelmannen te beschermen. Een aardige anekdote. Uit onderzoek blijkt wel dat de stenen daadwerkelijk uit de rots stammen waartegen het huis van Maria gebouwd was. Meer aannemelijk is het verhaal dat de stenen ten tijde van de kruisvaarders naar Italië zijn gebracht. In elk geval is dit wel de basis voor de welvaart van Loreto. Pelgrims uit de gehele wereld bezoeken jaarlijks in groten getale de stad.

Vermeldenswaard is ook Urbania in le Marche. Wanneer je Urbino bezocht hebt, rijd dan ook even langs Urbania, ruim 15 kilometer van Urbino verwijderd. Urbania is een levendig en gastronomisch aantrekkelijk plaatsje. Bezoek de Chiesa dei Morti, een kleine kapel van de Confraternità della Buona Morte, de lekenbroederschap van de goede dood. In deze kapel staan 18 gemummificeerde lijken. Ze werden opgegraven uit het kerkhof in de binnenstad nadat in 1804 het begraven binnen de stadspoorten verboden werd. Door de toevallige inwerking van een schimmelbacterie bleken de lijken met huid en haar verrassend goed geconserveerd.

Le Marche maakt indruk: het is een typisch Italiaanse streek, die soms verrassend veel lijkt op Toscane. De plaatsen, op het oog nog levend in de middeleeuwen, zijn voorzien van mooie kerken, kloosters en kastelen. Een groot voordeel van le Marche is ook dat je er nog geen massatoerisme ziet. Het piazza van Ascoli Piceno kan zich meten met de Campo in Siena. Het openluchttheater van Macerata moet niet onderdoen voor dat van Verona en de kathedraal van Loreto doet net als de Sint-Pieter in Rome de meest overtuigde atheïst versteld staan.

Venetië van San Marco

Venetië geniet een speciale relatie met Marcus, apostel en evangelist. Niet dat Marcus enige relatie had met Venetië, een stad die pas eeuwen na de tijd van Marcus zou ontstaan. Hooguit kwam hij in Aquileila aan de Adriatische Zee, dat hij aandeed tijdens een reis naar Rome. Toen hij door de lagune kwam, zou er een engel zijn verschenen die sprak: "Pax tibi Marce, evangelista meus. Hic requiescet corpus tuum.” (Vrede zij met u, Marcus, mijn evangelist. Hier zal uw lichaam rusten). Het verhaal zal een door de Venetianen bedachte mythe zijn, om de diefstal van het lichaam van Marcus te vergoelijken en om spirituele bijval te verlenen aan de stichting van een stad die in feite een banale oorsprong had. Marcus was in Alexandrië de marteldood gestorven en lag daar ook begraven. In 828 stalen twee Venetiaanse kooplieden de stoffelijke resten van de evangelist uit Alexandrië, een essentieel moment in de geschiedenis van Venetië. Overigens kreeg het tweetal hulp van de hoeders van Marcus´ lichaam, die inzagen dat dat in het islamitische Egypte niet veilig was. Ze verborgen het lijk onder een stapel varkensvlees om de moslimwachters af te leidden. Na een woeste zeereis kreeg de doge van Venetië de resten aangeboden en werd Marcus tot schutspatroon van Venetië verklaard.

De stad die sterft

Iedereen kent de eeuwige stad Rome, maar wie kent de streek Lazio errond? Het is vanzelfsprekend dat de meeste toeristen zich concentreren op Rome. Maar deze streek heeft heel wat meer te bieden.

Een voorbeeld van een indrukwekkende plaats is Civita di Bagnoregio. Italië heeft een overvloed aan mooie stadjes en dorpjes. Eén van de merkwaardigste is ongetwijfeld Civita de Bagnoregio. Dit arendsnest is gebouwd op een tufsteenrots die jaar na jaar verder afbrokkelt. Civita wordt dan ook “la città che muore”, de stad die sterft, genoemd. Net zoals bij Orvieto in Umbrië en Pitigliano in Toscane bestaat de bodem uit een zacht, poreus vulkanisch gesteente. Daardoor is de grond onder de huizen één grote gatenkaas vol tunnels en grotten. En dat is niet altijd even veilig. Heel wat huizen, maar ook vier stadspoorten, verdwenen zo in de loop der eeuwen in de afgrond. Het gevolg is dat Civita steeds kleiner wordt. In de jaren '20 van de vorige eeuw raakte het stadje helemaal geïsoleerd. Daarom werd besloten een stenen brug te bouwen om Civita weer te verbinden met het grotere Bagnoregio waarvan het deel uitmaakt. In 1965 werd de oude brug vervangen door een steviger exemplaar, een lange smalle voetgangersbrug. Het aantal inwoners van Civita varieert van 10 in de winter tot een 100-tal in de zomer. Enkele restaurantjes, winkeltjes en een B&B houden het miniplaatsje in leven.

Campanië vol tegenstellingen

Campanië is een mooie streek vol cultuur. Neem bijvoorbeeld Pompei, Herculaneum en de tempels in Paestum. Maar Campanië is ook een streek vol tegenstellingen. De drukte, de heksenketel Napels met haar ongure wijken, de chique maar drukke Amalfikust, het luxueuze Capri en het groene ontspannen Ischia. Dat allemaal in dezelfde baai onder de rook van de Vesuvius.

Een bezoek aan Pompei is een unieke ervaring. Voor mensen die niet zoveel tijd hebben is een bezoek aan Herculaneum aan te raden. Het is compacter en het is spectaculair om te zien hoe het huidige Ercolano boven op de bedolven stad Herculaneum gebouwd is.

Caserta heeft een paleis dat in opdracht van Karel VII van Napels in 1752 gebouwd werd. Karel VII liet zich inspireren door het paleis van Versailles en het koninklijk paleis in Madrid. Het bouwen van zo’n paleis was op z’n minst een teken van grootheidswaanzin, temeer omdat Napels in die dagen noch machtig noch rijk was. Caserta ligt een kleine 40 kilometer ten noorden van Napels. Die plaats werd bewust gekozen om veiligheidsredenen: Napels zelf ligt aan zee en werd daardoor vaak aangevallen door vreemde mogendheden.

Sorrento op de klif met zicht op de Vesuvius

Sorrento in Campanië is een drukke levendige plaats met twee mooie havens en totaal anders dan een gemiddelde grote stad. Er zijn geen grote winkelketens maar bijna uitsluitend boetiekjes. Designwinkels worden afgewisseld met souvenirshops waar onder andere sieraden van bloedkoralen worden verkocht. Limoncello, de regionale citroenlikeur, is in alle denkbare verpakkingsvormen te koop. Ook de overheerlijke citroenzeep wordt in overvloed aangeboden. In de havens vind je heerlijke visrestaurantjes.

Het openbare vervoer is goed geregeld. Met de Circumvesuviana naar Napels, Pompei of Herculaneum. Met de trein of bus naar de schilderachtige plaatsen Positano, Ravello of Amalfi. Met de boot naar Capri of Ischia. Een aanrader is om een scooter te huren om via de geweldige kustweg van de Costa Amalfitana te cruisen. In ieder geval is er dan geen parkeerprobleem.

Witte huisjes in oosterse stijl liggen vastgeklampt tegen de berghelling. Van de 9de tot de 11de eeuw was de Amalfitaanse Republiek de eerste maritieme mogendheid en een belangrijke stadsstaat. De nauwe betrekkingen met het Oosten zorgden voor een Moorse invloed op de bouwstijl aan de gehele kust. Ravello heeft het allermooiste uitzicht van de gehele kust. In het bijzonder vanuit de tuinen van de Villa Cimbrone en de Villa Rufolo.

Kristalhelder Calabrië

Geografisch gezien is Calabrië het einde van Italië. Maar dat verandert niets aan het feit dat de oorsprong van het woord Italië hier te vinden is. De Grieken noemden in de oudheid het huidige Calabrië Italia. Weinig Italiaanse regio’s hebben met zulke vooroordelen te kampen als Calabrië. Maar in Calabrië heerst nog een warmte en een gastvrijheid waar andere regio’s een voorbeeld aan kunnen nemen.

De voorstelling van een waar strandparadijs wordt hier werkelijkheid. Kristalheldere turkooisblauwe zee, steil oprijzende rotsklippen met witte zandbaaien en exotische vegetatie. Vooral rond de kust bij Capo Vaticano en Tropea. Deze kust is de mooiste van Calabrië. Sommige baaien zijn alleen per boot of moeilijk begaanbare paden bereikbaar. Overal staan palmen, cactussen, oleanders, bananen- en amandelbomen. Het is dan ook niet vreemd dat Tropea één van de populairste vakantiebestemmingen van Calabrië is.

Het zuiden, de Mezzogiorno, lijkt wel het meest op het Italië in de voorstelling van velen. Het is hier armer en je ziet nog de clichébeelden: in zwart geklede boerenvrouwtjes, 'ondernemers' die hun producten op straat aanbieden, over straat gespannen waslijnen en piazza’s met oudjes die elkaar altijd iets te vertellen hebben. Maar armer wil niet zeggen minder mooi.

Boven de rots in Tropea

Tropea is een levendige typisch Zuid-Italiaanse plaats in Calabrië. Het ligt op een rots en met helder weer heb je een vergezicht tot de vulkaan de Stromboli. De stranden zijn voortreffelijk en het oude centrum heeft veel restaurants waar streekgerechten geserveerd worden. Geniet van de prachtige zonsondergangen en terrasjes waar tegen redelijke prijzen de lekkerste wijnen worden geschonken. ’s Avonds is het heerlijk om even door het autovrije centrum te slenteren. De vriendelijke mensen zijn oprecht geïnteresseerd en trots op hun Calabrië. Ook de omgeving, met een echt Zuid-Italiaanse sfeertje, is erg mooi: Capo Vaticano, Scilla en Pizzo, allemaal pittoreske dorpjes, zijn zeker aanraders.

De trulli van Puglia

Wie durft te beweren dat de glooiende heuvels van Toscane mooier zijn dan de uitgestrekte in roodbruine aarde gestoken olijfboomgaarden omgeven door de karakteristieke lage stenen muurtjes in Puglia? Deze olijfbomen zijn honderden jaren oud. De ene stam is nog knoestiger dan de andere.

De bekendste stad van Puglia is Lecce. Bekend van naam in ieder geval. Zelf ben ik gecharmeerd door Trani. Dat is een gezellig havenstadje met witgepleisterde huizen waar ’s morgens in de haven de vers gevangen vis aangeboden wordt. De gemiddelde toerist bezoekt Trani eigenlijk alleen vanwege de mooie Normandische Duomo, gelegen pal aan het water. Tegenwoordig is Trani ook bekend door de productie van muskaatwijn. Is men meer een strandmens dan is Polignano al Mare een fantastische bestemming. Het is een gezellig middeleeuws plaatsje, met een opeenstapeling van huizen en steegjes, gebouwd op klippen en voorzien van een intieme baai. De Griekse invloeden zijn in Puglia goed te zien. Waar het noorden nog de gekleurde huizen de boventoon voeren, zie je in Puglia de witgepleisterde variant. Ostuni en Locorotondo zijn hier mooie voorbeelden van. In deze streek spreken nog zo’n 30.000 mensen een Grieks dialect.

Zeker een bezoek waard is Alberobello met de trulli waar Puglia bekend om staat. Alles aan de trulli, het merkwaardige ronde huisje met een spits dak, is raadselachtig. Waarom staan ze alleen in Puglia en niet elders langs de Middellandse Zee? De oudste theorie getuigt van boerenslimheid. In de 15de eeuw verbood Ferdinand I van Aragon zijn onderdanen in Puglia permanente woningen te bouwen. Hij wilde zijn onderdanen daar aan het werk kunnen zetten waar dat nodig was. De mensen zouden daarom hun huizen van losse stenen hebben gebouwd, zodat ze hun huis konden verplaatsen naar de werkomstandigheden. Er is ook een theorie die de belastingontduiking als grondslag heeft. Zolang zijn huis niet volledig gebouwd was, was ieder vrij van belasting. Wanneer er een inspecteur onderweg was, kon men vrij snel losse stenen uit het opgebouwde dak halen, om ze later eenvoudig terug te plaatsen. In Alberobello staan ongeveer 1.500 trulli’s. Het is hier tegenwoordig behoorlijk druk: Alberobello is een toeristische attractie van wereldformaat geworden. Veel trulli’s zijn omgebouwd tot winkels, restaurants en hotels. Soms zijn de koepeldaken voorzien van symbolen. Deze versieringen kunnen een religieuze betekenis hebben.

De grotwoningen van Matera

De streek Basilicata is geen toeristische trekpleister en voor veel mensen synoniem voor het Italiaanse plattelandsleven. Het is een schijnbaar onderontwikkeld gebied, geminacht door landgenoten uit het noorden. Tot op zekere hoogte klopt dit beeld. Het is een arme streek, maar met prachtige landschappen. Deze streek bezit niet de rijke cultuur die je met Italië associeert, maar wel drie prachtige nationale parken.

En dan het maanlandschap met de grotwoningen van Matera, dat toch wel een opmerkelijke en een zeer interessante bezienswaardigheid in Italië is. Het werd samen met het Bulgaarse Plovdiv uitgeroepen tot Europese Culturele Hoofdstad voor 2019. In 1993 werd Matera door UNESCO op de werelderfgoedlijst geplaatst en nu is, mede daardoor, Matera een toeristische topattractie geworden: een bezoek aan de grotwoningen is zeker aan te raden. De ellende en armoede in de grotwoningen van Matera kwam aan het licht en werd onder de aandacht van het grote publiek gebracht door Carlo Levi die vanwege fascistische opvattingen werd verbannen naar dit gebied. In zijn schokkende publicatie ('Christus kwam niet verder dan Eboli' uit 1945) gaf hij een beeld van de onvoorstelbare armoede, de dysenterie en malaria waar de bevolking van Matera aan te gronde zou gaan. Beschaamd kwam de regering van Italië in de jaren '50 in actie en evacueerde 15.000 inwoners die nog in erbarmelijke omstandigheden in deze grotten woonden.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"

Aan het Lago Maggiore in Stresa, Italië is het heerlijk ontspannen in het vijfsterrenhotel Villa e Pallazo Aminta.

..."
GRANDE reporter Gert Van Wichelen
bezocht dit hotel en schreef:
"
Villa d'Amelia is een stijlvol en hedendaags hotel, 15 kilometer ten zuiden van Alba.
..."