In vuur en vlam bij zonsondergang
Op de hoek van de Golf van Ajaccio ligt de eilandengroep 'Les îles Sanguinaires'. Deze archipel van rode okerkleurige, kegelvormige eilanden, met op elk eiland een Genuese vuurtoren, bewaakt als het ware de toegang tot de baai. Gericht naar het westen heb je vanop het vasteland een adembenemend mooi vergezicht op de Middellandse Zee en lijken de torens bij zonsondergang in vuur en vlam te staan.
In de branding van Porticcio
Ten zuiden van Ajaccio vind je de prachtige zandstranden van de Golf, afgewisseld met rotsformaties. Omdat de stranden weinig gecommercialiseerd en nog betrekkelijk natuurlijk zijn, zijn er hier geen opeengepakte restaurantjes en eetgelegenheden, maar slechts hier en daar een paar gezellige strandrestaurants.
De mooiste stranden beginnen in Porticcio, een tiental kilometer ten zuiden van Ajaccio. We logeren hier in het Radisson Blu Hotel, op een heuvel op slechts 50 meter van het strand. Vanuit onze kamer hebben we een fenomenaal uitzicht over de woelige branding in de baai. Wanneer we even later op het strand wandelen, voelen we de wind: vandaag is het verboden om met boten op het water te gaan. Door de wind ontstaat een prachtige branding: de zee komt aangespoeld, maakt een hoge rollende golf en trekt zich wild weer terug, al klotsend tegen de rotsen. In de branding ontstaan op korte tijd enorm hoge golven. We gaan in de branding staan en laten ons meevoeren door de golven, die ons steeds weer terug richting het strand laten deinen, een geweldig gevoel!
Mosselfestijn en wijn
In Porticcio dineren we in restaurant ‘Chez Alain’. We proeven er van de mosselen, die hier veel kleiner zijn dan onze Zeeuwse variant, maar daarom niet minder smaakvol. Zoals je bij ons uit een vijftal verschillende varianten kan kiezen op de kaart, heb je hier keuze uit maar liefst dertig verschillende soorten bereidingen. Wij wagen ons aan de mosselen met linguine, een verrukkelijk gerecht dat met veel bravoure wordt opgediend. Bij de maaltijd drinken we de frisse, witte Corsicaanse wijn Carco Blanc. Dat is een typisch voorbeeld van de prima plaatselijke wijn uit Patrimonio in het Noorden van Corsica. Corsica heeft een bloeiende wijnproductie, met drie eigen druivensoorten Vermentino, Niellucio en Blanco Gentile. Hoewel de wijngaarden in de felle zon staan, krijgen ze welkome verkoeling van de Middellandse Zee, wat de wijnen een frisser karakter geeft.
Magische sfeer op het zilverstrand
Enkele kilometers zuidelijker, vlak naast het stadje Coti Chiavari, ligt 'La plage d'argent'. 'La plage d’argent', of het zilverstrand, dankt zijn naam aan de kleur van het zand. Dat heeft niet de gebruikelijke beige-gele kleur, maar is eerder zilverachtig, bijna reflecterend zelfs. Op een van de cabanas op het strand, genieten we van het uitzicht met een hapje en een drankje. Het lijkt haast een surrealistisch tafereel: aan de ene zijde spoelt de zee wild aan op slechts twee meter van onze tafel, terwijl aan de andere kant livemuziek wordt gespeeld door een Corsicaanse groep polyfonen. Het gezang met de typische, volle, keelklanken door mannen heeft iets weg van monnikenmuziek, en bij de aanblik van de ondergaande zon en het water dat net niet aan onze voeten reikt, creëert het een magische sfeer.
Avontuur met Les cascades des Anglais
Na de strandbezoeken trekken we richting het Corsicaanse binnenland: het maquis. Op anderhalf uur rijden met de wagen van Ajaccio ligt het plaatsje Vizzavona, net naast Vivario. Al snel na het verlaten van Ajaccio verandert de vegetatie op onze route en komen we in het Corsicaanse gebergte terecht. Onze autoweg is de enige weg die er loopt en voert ons naar de wildernis waar slechts hier en daar een huis staat. We bereiken Vizzavona en laten onze auto achter. Samen met gids Laurent klimmen we naar boven op het pad naar ‘Les cascades des Anglais’, een zogenaamde ‘getrapte’ waterval met meer dan tien platformen over enkele kilometers lengte.
Nadat we het bovenste plateau hebben bereikt, vanwaar de waterval zich naar beneden in het diepe stort, beginnen we aan de afdaling. Omdat er weinig water staat, kunnen we in de bedding afdalen. “Je moet als het ware huppelen en elke rotssteen gebruiken als springplank. Dus niet op een rots blijven staan maar er met je voet op tikken, terwijl je verder naar beneden afdaalt. Als je dat doet, maakt het niet uit dat de rots wat nat of instabiel is, want je steunt er niet met je volle gewicht op”, legt Laurent uit. Zo huppelen we van rots naar rots naar beneden. Na de zevende waterval stoppen we aan een kreek: snel onze schoenen uit, en daar gaan we voor een heerlijk verfrissende duik.
Verrassend kastanjebier
Onderaan de waterval sluiten we de dag af met een drankje in de plaatselijke berghut. Daar bestellen we Pietra, geen amberkleurig of zwaar bier maar eerder een pilsbier met een touch van kastanjes. “Kastanjes zijn typisch Corsicaans en worden verwerkt in allerlei producten. Als je hier bent, is het zeker de moeite waard om kastanjebier te proberen, hét standaardbier in Corsica,” zegt Laurent. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Onze eerste kennismaking met het kastanjebier zal zeker niet de laatste zijn.