De Engelse Romeinse glorie van Bath
We zetten onze trip verder richting Bath, het schitterende Romeinse stadje dat zijn bestaan dankt aan de geneeskrachtige bronnen. De Romeinen bouwden er het eerste Engelse kuuroord, waar je nu nog altijd kan genieten van een ‘spa break’.
Bath is een erg compacte stad met een subtiele Italiaanse flair. De straatmuzikanten, musea, cafés en aanlokkelijke winkels verlevendigen de elegante stad met een prachtig uitzicht over de heuvelachtige omgeving. Wanneer we bij valavond langs de gregoriaanse huizen in de typische honingkleurige steen lopen, krijgt de stad een gouden uitstraling.
Een icoon dat we zeker niet mogen missen tijdens ons bezoek aan de stad is de ‘Royal Crescent’. Deze boog wordt geroemd als de meest majestueuze straat van het land. Het is het meesterwerk van John Wood, dé architect van Bath, en telt 30 huizen met typisch Engelse gietijzeren poortjes. Op een boogscheut van de ‘Royal Crescent’ ligt het rondpunt ‘The Circus’, een ander pareltje van de hand van John Wood.
Een charmante mishmash van architectuur
We bezoeken Exeter op een mistige ochtend. Geen probleem, dat draagt alleen maar bij aan het mysterieuze imago van deze uiterste ‘counties’ van Groot-Brittannië. De bedrijvige stad heeft erg veel karakter, met nog heel wat pareltjes uit de Romeinse en Middeleeuwse tijd zoals de 14de eeuwse kathedraal. Een groot deel van de stad werd platgebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de High Street wandelen we voorbij de typisch Engelse vakwerkhuizen die hier en daar een gezellige, stoffige boekenwinkel of Engelse tearoom herbergen.
Het hoogtepunt van Exeter is de Cathedral Church of Saint Peter. De merkwaardige, relatief ‘horizontaal gebouwde’ kathedraal pronkt op een uitgestrekt groen plein, omgeven door keienstraatjes en nauwe steegjes. Afgezien van de Normandische torens, dateert het pareltje grotendeels van de 14de eeuw. Het zijn vooral de wervelende, geometrische patronen van het metselwerk die een grote indruk achterlaten.
Indrukwekkende autorit door de woeste natuur
Na ons stadsbezoek trekken we het glooiende landschap van Dartmoor National Park in. Talloze stapelmuurtjes doorsnijden de hoge heide- en veengronden en verweerde granietrotsen. Wanneer we de rand van de ‘moors’ bereiken, heerst er ineens een heel andere sfeer. De watervalletjes in de groene, met rotsblokken bezaaide ravijnen nestelen zich in beschutte dalen. Overal in het park zien we prehistorische overblijfselen. Achter elke heuvel worden we verrast door nederzettingen uit de bronstijd, menhirs en tors.
Af en toe moeten we stoppen voor een kudde Schotse Hooglander koeien die met hun grote horens en kletterende koeienbellen het smalle landweggetje oversteken. Wanneer we langs een bruggetje rijden zien we een vijftal paarden grazen aan het riviertje onder de brug, met het majestueuze landschap van Dartmoor als achtergrond. Beter dan dit zal het niet worden. Liefhebbers kunnen hier maar liefst 4 verschillende soorten pony’s terugvinden. Ze zijn het symbool van het park en leven al sinds de 10de eeuw in het wild.
We stoppen in één van de knusse cottages om van de bekende ‘Devonshire cream tea’ bij de open haard te genieten. Vermoeid zijn we niet echt, maar een proevertje van deze zoetigheid willen we toch ook niet missen. Het geheime en essentiële ingrediënt is de dikke, boterachtige ‘clotted cream’, gemaakt van de melk van Jersey koeien die op de weilanden van Devon grazen. De truc bestaat eruit om een royale portie ‘clotted cream’ en wat ‘strawberry jam’ op een lichtjes opgewarmde scone te smeren. Een caloriebom. Maar wel een onweerstaanbare!
De mysterieuze legende van King Arthur
Het verste punt tijdens onze reis is Tintagel aan de Atlantische Oceaan. We parkeren onze auto aan het visitor center op alweer een druilerige en mistige ochtend. Maar zorgt dat er nu net niet voor dat we in die mysterieuze Engelse sfeer terecht komen? Tintagel is bekend om de ruïne van Tintagel Castle, de woonplaats van de legendarische Koning Arthur, die op een klifachtige heuveltop prijkt.
We lopen het visitor center binnen waar men een grote collectie aardewerk uit het Middellandse Zeegebied tentoonstelt. Tintagel was een belangrijk en rijk handelscentrum en dat merken we aan deze overblijfselen. Daarna wandelen we verder het dorpje in. Die telt maar één straat met het Old Post Office als pronkstuk. Het oude postkantoor is een zeldzaam voorbeeld van een gerestaureerd 14de eeuws Cornish landhuis.
Luxueuze levensstijl in Tintagel Castle
De ruïnes van het kasteel prijken op een klifachtige heuveltop. Dus dat betekent een steile beklimming via kleine weggetjes en twee trappen over de kliffen. We doen moeite om niet uit te schuiven op de vochtige, asymmetrisch uitstekende stenen. Eens boven krijgen we een adembenemend uitzicht over het ruwe zeewater dat tegen de kliffen bonkt aan de ene kant en de met mos bedekte ruïnes aan de andere kant.
Het kasteel werd tussen 1233 en 1236 gebouwd in opdracht van Graaf Richard van Cornwall. Een echte of verzonnen Koning Arthur werd pas 500 jaar later door Geoffrey of Monmouth aan het kasteel gelinkt in het fictieve ‘History of the Kings of Britain’. Het is eigenlijk helemaal niet zeker dat hij in Tintagel leefde met Merlijn de Tovenaar.
We wandelen over de heuveltop langs de ruïnes. Wie hier ook woonde, kon zich duidelijk een luxueuze levensstijl veroorloven. We klauteren naar beneden naar het strand met een waterval waar Merlin’s Cave pronkt. Het lijkt wel alsof Merlijn ieder moment uit de grot kan komen wandelen. Rond de middag trekt de mist weg. Maar de mysterieuze sfeer die over de site hangt, zal nooit verdwijnen.