De keuze van GRANDE.be curator Amber Francken: ‘De Verenigde Staten krijgt er een nieuw nationaal park bij’
Het Amerikaanse Travel + Leisure Magazine publiceerde op 7 januari 2021 het goede nieuws dat het New River Gorge National Park en Preserve wordt gekroond tot het 63ste National Park in de Verenigde Staten. Het paradepaardje van het park is de 84 kilometer lange, kronkelende wilde rivier die zich een weg dwars door de diepe zandsteenkliffen baant: ideaal voor elk type rafter. Maar het gebied beschikt ook over meer dan 20 kilometer aan bewegwijzerde mountainbikeroutes en meer dan 1500 klimroutes voor de (geoefende) klimmer. Niet zo’n durfal? Dan vermeld ik graag ook even de vele wandelwegen die de 7000 hectare grote speeltuin versieren. Klinkt geweldig toch?
Voor het New River Gorge National Park moet je in het zuidoosten van West Virginia zijn
De coronacrisis heeft naast miserie dan toch ook iets mooi verwezenlijkt. Dankzij het COVID-19 Stimulus Package, kreeg het New River Gorge dat extra (financiële) duwtje in de rug en mag het zich voortaan dus een nationaal park – lees: een beschermd gebied - noemen. De meeste populaire nationale parken bevinden zich in het westen, dus liefhebbers proberen er vaak zo veel mogelijk af te vinken tijdens dezelfde roadtrip. Ik snoof de heerlijke dennengeur op in Yosemite en stond ook al verstomd te kijken naar die impressionante Grand Canyon. Maar voor een bezoekje aan het New River Gorge National Park moet je aan de andere kant van de Verenigde Staten zijn: in het zuidoosten van West Virginia. Dat klopt, de plek die John Denver omschreef als “Almost Heaven” in zijn hit Country Roads. Het ligt op een uurtje rijden van Charleston en op zo’n 5 uurtjes van Washington DC. En Shenandoah National Park ligt ook maar zo’n 250 kilometer verderop. Plus: je vermijdt er ongetwijfeld de grote massa, maar niet de natuurlijke wonderen. Hier spot je springende witstaartherten, plonzende rivierotters en zwevende zeearenden terwijl je door de grootste kloof in de adembenemende Appalachen rijdt of gaap je naar één van de oudste rivieren van het continent op een uitkijkpunt. Zalig! Blijkbaar versiert het park ons niet alleen met natuurlijke pareltjes, maar ook met een knap staaltje architectuur. De langste stalen boogbrug met een lengte van 924 meter lijkt me in ieder geval een must see. En na al deze prikkels zet je sowieso koers naar het bezoekerscentrum om dat bezoek te verzilveren met een stempel in je National Park Paspoort: een gadget voor de echte diehards. Incluis mezelf. Hup, weeral een item op de bucketlist!
