De dorpen van Mechelen op het ‘Hombeeks plateau’: een variatie aan natuur en belevenissen, op fietsafstand van de stad

Mechelen is meer dan de stadskern: hierrond draperen zich zes dorpen. Elk van die dorpen heeft zijn eigen karakter, met prachtige natuur en leuke belevenissen. Enthousiaste dorpsambassadeurs geven tips over ‘hun’ Mechels dorp. In dit eerste deel bezoeken we het ‘Hombeeks plateau’: Battel, Heffen, Leest en Hombeek.

 Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Visit Mechelen.

Greet De Groote over Battel: het zalige Zennegat en nieuw leven in de dorpskern

Greet is eigenlijk een Brugse, maar haar man is van Mechelen. Sinds 1992 is ze verbonden met de stad: ‘Ik ben een fan van Mechelen omdat het een stad is die zeer bevattelijk is, die niet overspoeld is, waar het rustig wonen is, waar er zeer veel activiteiten zijn en waar er veel vernieuwing is.

In Battel komen veel mensen uit de omgeving wandelen en fietsen, vooral aan het Zennegat, waar ik woon. Het gecontroleerd gereduceerd getijdengebied (GGG) is één van mijn favoriete plekken. Het is een mooi stukje natuur vlak bij de stad doorheen alle seizoenen, ’s morgens en ’s avonds. Het is een schorregebied dat tijdens de overstroming bij springtij één lijn vormt: de Dijle, het jaagpad en het overstromingsgebied. Men heeft het ook educatief gemaakt. Wie uit de stad komt moet niet ver wandelen of fietsen om in de volle natuur te zitten. Je kan op een veilige manier naar het Zennegat fietsen, je moet nooit een grote weg nemen, je kan onmiddellijk vanuit het centrum van Mechelen ernaar toe via de Dijle of via de Leuvense vaart. Het GGG zelf is een afgesloten stuk, als ik me niet vergis zowat 65 hectare. De vogelwaarnemers hebben er bijvoorbeeld speciale valken ontdekt.

Aan de andere kant genieten we in Battel ook van vernieuwing. De Batteliek bijvoorbeeld, een brouwerij in de vroegere kerk. Die kreeg daardoor een nieuwe functie en toch werd de vorm van de kerk behouden. Je ziet in de naam Batteliek de kerktoren ook terugkomen. Men heeft er voor nieuwe lichtinval gezorgd maar het authentieke werd wel mooi bewaard. Beanice is juist op de hoek, een leuke foodtrailer met een gamma van ijsjes en limonades. Je hebt ook de Spaanse Hoeve naast het getijdegebied. Een stukje geschiedenis heb je hier ook wel. Het Tolhuis is nog aanwezig in Battel. Maar het is waarschijnlijk nooit een echt tolhuis geweest. Je hebt ook de Battelaer en Robbroek. Als je van het ene gebied naar het andere wil gaan, kan je via Robbroek een doorsteek maken langs de Zenne. Je zit in een groen stuk maar toch ben je bij de stad.

De historische boten zijn boten die vroeger in de vaart lagen. Ze liggen net voor het getijdegebied. Als je van Battel vertrekt naar het Zennegat, dan kom je ze tegen. Deze zie je aan de rechterkant op dezelfde hoogte van de Spaanse Hoeve. Bijvoorbeeld met Open Monumentendag zijn ze te bezichtigen.

Ik maak vaak wandelingen bij valavond: dan heb je de mooiste vergezichten. Je denkt bij jezelf: ben ik hier nog met de stad verbonden? Je bent net buiten de stad en je moet niet kilometers ver rijden om het te zien. Op een kwartiertje van het centrum van Mechelen ontdek je al die mooie zichten.’

Ward Bosmans over ‘Heffen on Earth’

Ward is geboren en getogen in Heffen, zijn familie woont er al vier of vijf generaties lang. Hijzelf is er ook nooit weggeweest. Hij woont niet zo ver van de stad: in het oksel gecreëerd door de Zenne en de Rupel: ‘Ik vind het tof dat ik dicht bij de stad zit maar ook nog landelijk, in de natuur en bij het water. Ik vind het ook belangrijk om tradities te behouden. Zo woon ik bijvoorbeeld in het huis van mijn overgrootvader.

In Heffen is het grote thema water. Dan denk ik aan de Zennedijken en de Rupeldijken. Maar ook het Zennegat, hier komen vijf stromen bij elkaar: de Zenne, de Rupel, de Dijle, de Nete en de Leuvense vaart. Voor fietstoerisme is dat ideaal, het is ‘Heffen on Earth’. Dan is er nog het natuurgebied het Blaasveldbroek. Dat ligt op de grens van Mechelen en Willebroek. De vijvers daar zijn ontstaan door het winnen van turf. Nu wordt erop gevist, en er leven veel dieren. Het is helemaal toegankelijk. In het midden is er een toeristisch centrum waar je een bot van een mammoet kan bezichtigen. Je vindt er ook een mooie collectie van opgezette vogels uit het Broek. Aan de grens van het Broek ligt de plas van Hazewinkel, een internationaal gerenommeerd watersportcentrum: de ingang ervan ligt op gebied Mechelen en de plas zelf op gebied Willebroek.

In het dorp van Heffen heb je een aantal leuke toeristische plekken, zoals het Dorpsplein. Het is heel pittoresk, als je er voor de eerste keer komt krijg je een wauw-gevoel omdat de kerk heel mooi centraal staat. De kerk dateert uit de jaren 15-16. Je vindt hier ook restanten waar de naam Heffen uit ontstaan is. Heffen komt van tol heffen. Over de Zenne in het dorp van Heffen hing er een ketting zodanig dat de boten daar niet door konden. Ze moesten eerst tol betalen voordat de ketting omhoogging. Ons lokale ontmoetingscentrum heeft nog de naam ‘De Kettinghe’, het is hiernaar vernoemd.  
Een tweede toeristisch plekje is de Onze-Lieve-Vrouw ten Doornkapel. Die staat op de hoek van de steenweg op Heindonk en Ten Doorn. Het is een mooi oud kapelletje dat gebouwd werd in 1643 op de plaats waar begin 16de eeuw reeds sprake is van de verering van een miraculeus houten Mariabeeld dat in een doornboom was opgehangen. Vandaar de benaming Ten Doorn. De kapel werd opgericht dankzij de vrijgevigheid van Christiaan van Lathem, Heer van Legies, en zijn echtgenote. Er worden in de zomer nog altijd misvieringen gedaan. Volgens de legende staat diezelfde doornstruik daar nog steeds…

In mijn dorp is ook het agrarische aspect sterk aanwezig. Er loopt een fietsroute van en naar Mechelen langs landbouwbedrijven, hoeven en akkers. Bijvoorbeeld slakweker Maes: die kweekt heel specifieke soorten sla en levert die aan de cruiseschepen. Ook heb je hoevewinkel ‘t Hertsveld. Zij verkopen producten van hun eigen velden, en ook een aantal andere lokale producten zoals confituren van mensen uit de buurt’.

Bart Lauwens over Leest: prachtige landwegeltjes en de terroir voor groenten, bier en wijn

Bart is in Leest actief in verenigingen zoals de Oud-chiro en de brassband. De verenigingen zijn heel belangrijk in Leest. Ze hebben hem gemaakt: ‘Als je talent hebt om met mensen om te gaan dan blijf je mee dingen organiseren. Je bent er fier op. Hombeek, Heffen en Leest zijn allemaal dorpen die ontstaan zijn aan de westelijke oever van de Zenne. De andere kant was moeras. Dat is een natuurlijke bumper voor de vijand of indringers. Met de overstromingen zijn de mensen hoger gaan wonen.

Leest is ontstaan door een kruising van twee landwegen. Zo’n landwegen werden Karrelees genoemd, daar komt de naam Leest vandaan. Karrelesen waren belangrijk: ons dorp zit vol kerkwegels en trage wegen. Ook de dijken van de Zenne bieden een heel mooi landschap. Maar er is nog meer buiten die dijken: je moet die durven afdalen en dan kom je in de landelijke gebieden waar je dingen tegen komt waarvan je denkt: waarom ga ik elk jaar zo ver weg op vakantie? Het is hier ook zo mooi! Als je een beeld vanuit de lucht zou kunnen zien zou je een prachtig mooi zicht hebben. De wegen en akkers zijn hier een onderdeel van. Als je de wandelingen doet, kom je veel kapelletjes tegen, en de mooie Sint-Niklaaskerk met zijn prachtige begraafplaats. Er zijn heel veel groene velden met bossen die ergens verscholen zitten. De beken horen bij het landschap. Er zijn vandaag de dag in Leest nog veel boeren. De meeste groenten komen van deze streek, wij zijn de groentestreek. Leest is ontstaan uit een stuk heide: dat werd ontgonnen en vruchtbaar gemaakt.

De Zenne was heel belangrijk omdat het het eerste vervoermiddel was om naar Brussel te geraken. Op een bepaald moment werd het wel duur om de goederen via deze weg te vervoeren, vanwege alle tolheffingen. Daarom is er een vaart gekomen, de Willebroekse vaart. Dat was in concurrentie met alle tolhuizen van de dorpen aan de Zenne. Als je terug in de geschiedenis gaat dan zal je zien dat er vanuit Grimbergen een baan kwam: de Zenneweg over Hombeek, Leest en Heffen naar Rumst. Het was één van de banen die Leest gevormd heeft. De Mechelse baan was de kruising om naar Willebroek te geraken. Tussen Hombeek en Leest zijn er belangrijke wegen zoals de Kapellebaan, die noemden ze vroeger de Gentse baan. Die ging over een doorwaadbare plaats aan de Zenne waar vroeger mensen overstaken om naar Mechelen te geraken.

In de dorpskern van Leest is er veel leven, met dorpscafé’s, restaurants en zelfs een brouwerij: de Karrelees. Daar experimenteren ze met hop en zomergerst, die ze samen met de boeren kweken. Ook zijn er jonge mensen die begonnen zijn met het kweken van druiven, echte wijndruiven. Ze hebben al een aantal hectaren staan. Er is al een groep die wijn heeft, de andere groep zal binnen enkele jaren met flessen kunnen uitpakken. Er werd in de middeleeuwen in Leest en omgeving ook veel wijn gemaakt. Dan is er ook de paardenmelkerij. Als je een uitstap of wandeling wil doen, kan je perfect langs deze melkerij gaan. De meeste kinderen weten al niet dat melk van een koe komt, laat staan van een paard. Het zou voor hen grandioos kunnen zijn!
Je ziet de korte keten: de terroir van Leest is belangrijk. Je hebt het bier, de wijn, al de groenten.’

Theo Slachmuylders over Hombeek: fietsen en wandelen langs prachtige gebouwen, met oude legendes en leuke activiteiten

Theo, een boerenzoon die na 30 jaar terug in zijn geboortedorp Hombeek ging wonen, is een van de ambassadeurs van het ‘Hombeeks plateau’. Dat zijn alle Mechelse dorpen ten westen van de Zenne: Hombeek, Leest, Heffen en Battel. Hij gidst toeristen te fiets of te voet langs de verborgen parels van Hombeek. Met trots vertelt hij: ‘Ik kreeg het niet over mijn hart om mijn ouderlijke hoeve, die al vier generaties in de familie zit, te verkopen na het overlijden van mijn ouders. ‘Het Laatste Huis’, zoals ik het gedoopt heb, is effectief het laatste huis van de gemeente want Zemst en de provincie Vlaams-Brabant grenzen aan mijn achtertuin.

Hombeek heeft een aantal belangrijke gebouwen die in het oog springen, zoals de kerk van Hombeek die volledig gerenoveerd werd en de Eglegemvijver en het kasteel. Dat is nu een prachtig stuk recreatiegrond met zeil- en visclub. Voor de liefhebbers van goed bewaarde architectuur noem ik de statische herenhuizen in de Bankstraat, het landhuis en voormalige verdedigingstoren Hof te Wolputte en Hof ter Heyde. Vroeger was er ook nog het ondertussen verdwenen Klooster van Leliëndael dat bewoond werd door de Norbertinessen. In die buurt stonden ook het Kasteel Carmosteyn van de Heren van Hombeek, de kloostermolen en de kloosterhoeve. Naast prominente gebouwen kent Hombeek ook een rijke geschiedenis met volkslegendes. Zo bestaat er ook een over het Kasteel van Expoel. Sinds de jaren 1700 was het kasteel eigendom van Balthazar IV Moretus, erfgenaam van de drukkerij en uitgeverij Plantijn en grootaalmoezenier in Antwerpen. Toch draagt het kasteel tot heden de naam van Jan Van Axpoele, echtgenoot van de eerste eigenares Catharina Raduwaerts. Een legende zegt dat het kasteel vernoemd is naar een boze heks of geest die in een van de poelen leefde. Na de dood van Moretus werd het kasteel verkocht aan de familie De Meester, die het gebouw nog steeds in hun bezit hebben.

Bij ons in Hombeek is er ook prachtige natuur. De interesse daarin is alleen maar toegenomen met de Corona pandemie. Een bekende fietslus is de Kievitslus van 19 kilometer waarbij fietsliefhebbers bijkomend om de zoveel kilometer een reeks activiteiten uitvoeren waarin de natuur en het boerderijleven centraal staan. Deze fietsroute is het hele jaar door toegankelijk voor iedereen. Ik heb recent ook meegeholpen om een nieuw gezinsvriendelijke fietslus uit te stippelen. Het is een fietslus van 29 kilometer met activiteiten als puzzels of rebussen om op te lossen en jonge deelnemers te vermaken.’

Meer info:


De zes dorpen van Mechelen

Battel

Zennegat

Heffen

Leest

Hombeek

Copyright foto's: Visit Mechelen
Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek