Ultieme charme
Cadiz is een aangename plek. Eigenlijk is de stad één lange sliert van smalle straten tussen verschillende pleinen in. Op de riante pleinen mag de zon weelderig schijnen, maar in de straten kun je genieten van koelte en schaduw. Omdat de stad op een schiereiland werd gebouwd en uitbreiden dus enkel in de hoogte kon, zijn de straten heerlijk schaduwrijk geworden. Ideaal, want in de zomer durft het kwik hier te stijgen tot 40 graden Celsius.
Elk plein heeft zijn karakteristieke sfeer. Het sfeervolle Plaza de las Flores is een plek waar locals graag naartoe komen. Hier worden al decennialang bloemen verkocht bij de Iglesia Santa Cruz. De legende wil dat je verzoeken aan God meer kans van slagen hebben als je ze vergezelt van een tuiltje bloemen. En bij Las Flores moet je ook zijn voor de beste paella en kraakverse gefrituurde zeevruchten van de stad!
De Plaza de la Catedral is veruit het populairste plein bij de toeristen, die in grote aantallen toestromen om de imposante kathedraal te bezoeken waaraan maar liefst 116 jaar werd gebouwd. Op het plein zijn de vele terrasjes een aangenaam extraatje, ideaal om even te verpozen voor je een shoppingmarathon overweegt. Cadiz is namelijk ook een klein shoppingparadijs. Charmante lokale boetieks, grote ketens, leuke hebbedingetjes… het is er allemaal in veelvoud te vinden.
Maar om 13 uur stipt sluiten de winkels de deuren. Dan geven de locals zich massaal over aan hun favoriete bezigheid: siësta op het strand. Vooral het stadsstrand La Caleta, vlak bij de oude stad, is een grote trekpleister. Je kunt hier heerlijk zonnebaden met een burcht, vissersbootjes en de stad in het vizier. En een fris drankje en lekkere kraakverse vis vind je in de kleine visrestaurantjes langs de wandelkade. Wat zuidelijker zijn er nog enkele stranden, die bovenaan de verlanglijst van menig surfliefhebber prijken. De sterke wind en de hoge golven maken deze regio tot hét surfparadijs bij uitstek. Veel kampioenschappen vinden hier plaats, vooral in de buurt van Tarifa. Nog een heel mooi strand is Cortadura, vier kilometer lang en zestig meter breed, helemaal beschut door duinen. En met zijn zeven blauwe EU-vlaggen is dit strand niet alleen mooi, maar ook veilig en ecologisch een topper.
Dansen met paarden
Jerez de la Frontera moet het weliswaar zonder strand stellen, maar daar liggen ze niet wakker van. Hoe zou het ook anders als hoofdstad van de flamenco en de sherry? Je bent niet echt in Jerez geweest zonder een bezoek aan een sherrybrouwerij. Andalusië is heel trots op zijn sherry. Grote vaten staan verspreid in de stad uitgestald voor bars en restaurants. Gonzalez Byass is de grootste producent en maakt onder meer de wereldberoemde Tio Pepe. Een bezoek aan de brouwerij en het domein kun je afsluiten met een proeverij. Ga zeker ook eens kijken naar de vaten gesigneerd door bekende wereldburgers, zoals Orson Welles en Steven Spielberg, en de hele Spaanse koninklijke familie.
Jerez is trouwens de bakermat van nog zo’n Spaanse klassieker: de flamenco zag hier het levenslicht en wordt nog steeds voluit beleefd. Geen fiësta zonder flamenco, elke gelegenheid is een reden om de flamenco te dansen. Echte liefhebbers kruisen september het best aan in hun agenda, want dan strijkt de naam en faam in flamencoland neer in Jerez voor wat het grootste flamencofeest van Spanje is.
Een andere must in Jerez is de schitterende Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre. In 1973 werd deze ‘school’ opgericht als ruiteracademie. Dressuur is hier het hoofdvak, en je kunt er trainingen bijwonen en de stallen en zadelmakerij bezoeken. Maar vooral de spectaculaire show is een waar feest voor het oog. Terwijl klassieke muziek door de boxen galmt, leiden de trotse ruiters in prachtige zeventiende-eeuwse kostuums hun dansende paarden door de piste. Indrukwekkend!
Ontmoet de lynx
Andere indrukwekkende dieren vind je in het Parque National de Doñana, een van de grootste en mooiste moerasgebieden ter wereld. Het schitterende park blinkt uit in verscheidenheid. Je hebt er maar liefst 30 kilometer zandstrand, duinen, moerasgebied en woud. En dat op amper 30 kilometer van Jerez. In 1967 werd het domein beschermd toen de streek zich industrieel begon te ontplooien en in 1994 werd het Unesco-erfgoed. Sindsdien komen jaarlijks zo’n 400.000 bezoekers naar het schitterende park afgezakt met zijn 360 soorten vogels, duizenden plantensoorten en allerlei insecten en zeldzame dieren. De bedreigde Iberische nachtlynx, waarvoor een kweekprogramma werd opgezet, is ongetwijfeld de opvallendste bewoner.
Dit artikel verscheen in het GRANDE magazine van mei 2002 en is geschreven door Mark Gielen.