De zeven must sees van ‘London Boroughs’, getipt door een local

Het kloppende hart van Londen kan je moeilijk vastpinnen, de wereldstad is een samenraapsel van vergroeide dorpen met om elke hoek een nieuwe ontdekking van buurten, straatjes en winkels. Wie een blijvende indruk van Londen wil meedragen, vermijd beter de platgetreden toeristenpaden. Daarom een tocht door zeven écht interessante Londense wijken.

1. Soho

Soho leeft dag en nacht. Het is chic en slonzig, creatief en ongegeneerd én het centrum van de Londense gay scene. Met donkere clubs en louche seksshops, hippe bars, restaurants, theaters en jazzclubs. De wijk wordt in tweeën gesplitst door Shaftesbury Avenue. Aan de noordkant settelden geïmmigreerde Grieken en Italianen zich. De zuidkant, het Londense Chinatown, is sinds de jaren vijftig van Chinezen die de armoede in Hongkong zijn ontvlucht. Het aantal eet- en drinktentjes in Soho is enorm. Met grote koffieketens als Starbucks en Caffè Nero en kleine, onafhankelijke tentjes als Bar Italia, waar je espresso op z’n Italiaans drinkt, staande aan de bar.

Valt de avond, kijk dan wie er optreedt in een van de vele jazzbars. De bekendste is Ronnie Scott’s met, zoals het hoort, kleine cocktailtafels, rood schemerlicht en geroezemoes. Bill Evans, Ella Fitzgerald en vele andere beroemdheden hebben hier opgetreden. Ronnie Scott, zelf saxofonist, opende de club in 1959. Pizza Express Jazz Club op Dean Street is een andere jazzbar, nog niet ontdekt door het grote publiek. Niet ver daarvandaan ligt de Soho Arts Theatre Club. Dj’s draaien er oude plaatjes en ‘housecocktails’ worden geschonken uit een theepot.

Aan de rand van Soho, vlakbij Regent’s Street, ligt Ain’t Nothin' But The Blues Bar met zeven dagen per week livemuziek. De ruimte is donker, een beetje smoezelig en meestal gevuld met bluesliefhebbers van alle leeftijden.

2. Covent Garden

Midden in het ‘Entertainment Centre van Londen’ ligt een markthal, gebouwd in 1830. In de jaren zeventig van de vorige eeuw verhuisde de markt naar Zuid-Londen. Er ontstonden plannen om de hal af te breken en een aantal kantoorpanden te bouwen. Gelukkig werd daar na lobbywerk van de buurtbewoners van afgezien. Het plein werd voetgangersgebied en er kwam ruimte voor tientallen winkeltjes en restaurants.

Paul Smith opende in Covent Garden in 1979 zijn allereerste Londense winkel. De Britse modeontwerper begon op zijn achttiende als bediende bij een opslagplaats voor kleding en is een van de populairste herenmodeontwerpers van Engeland én Japan.

Toeristen en straatartiesten bepalen nu het straatbeeld van Covent Garden Piazza. Die laatsten hebben verschillende audities moeten doen om te mogen optreden, dus het niveau is hoog. In de straatjes rondom het plein zitten veel grote designerwinkels zoals Ted Baker, maar ook kleine, authentieke zaakjes als Laird London: een Engels hoedenzaak waar je een echte bowler hat op de kop kunt tikken.

In Covent Garden ligt ook London’s oldest restaurant: Rules. Het door Thomas Rule in 1798 geopende restaurant staat bekend om het donkere bier, pasteien en oesters. Koningen, mensen van adel en andere beroemdheden kwamen hier dineren. Edward VII Prince of Wales was een graaggeziene gast. Hij bezocht het restaurant samen met zijn minnares zo vaak dat ze een eigen deur kregen zodat ze op elk gewenst moment aan de ogen van het nieuwsgierige publiek konden ontsnappen. Rules is nu nog steeds populair bij dandy’s, intellectuelen en losbollen.

Ga later op de avond naar Freud Bar op 198 Shaftesbury Avenue. Deze shabby chic cocktailbar is ondergronds waardoor je er gemakkelijk aan voorbij loopt. Toeristen zul je hier dan ook niet snel tegenkomen. Via een smal trapje kom je de roestige kelder binnen. In het weekend is het vaak dringen bij de bar en kost het wel wat moeite om een drankje te bestellen.

3. Notting Hill

Het is nu moeilijk voor te stellen dat Notting Hill in de jaren vijftig een van armste buurten van Londen was. Sinds de populaire film met Julia Roberts en Hugh Grant stromen horden toeristen van metrostation Notting Hill richting Portobello Road Market. Hier kun je een mix van antiek, bontjassen, sieraden maar ook veel goedkope kitsch vinden.

Op twee minuten lopen van Portobello Road ligt het winkelgebied Westbourne Grove. Bij Londenaren heeft het een goede reputatie, maar door het grote publiek is het nog steeds niet echt ontdekt. Je vindt er veel chique modewinkels, meubelzaken en restaurants. Een opvallend gebouwtje is de Westbourne Grove Toilets. Een openbaar toilet met een geïntegreerd bloemenstalletje.

Slenter je in de avonduren over Portobello Road, kijk dan even wat voor films er bij de Electric draaien. Een prachtig theater, in 1910 gebouwd voor variétéavonden. Romantici kunnen kiezen voor een love seat. Naast de bekende bioscoopsnacks kun je er ook champagne en cocktails bestellen. Kaartjes zijn iets duurder dan in andere bioscopen, maar daar krijg je dan ook meer luxe voor terug, zoals zetels met voetsteunen. Eenzelfde bijzondere bioscoopsfeer vind je in The Coronet, ook in de 19de eeuw gebouwd als theater.

4. South Kensington

Het museumdistrict van Londen ontstond na de wereldtentoonstelling van 1851. Speciaal voor de Great Exhibition werd in Hyde Park het Crystal Palace gebouwd. Het was een enorm succes, maar brandde 1936 compleet uit. De koningin bezocht de wereldtentoonstelling zelfs 29 keer. Er bleef een flinke som geld over waarmee onder leiding van prins Albert een groot terrein in South Kensington werd aangekocht. Dit moest het centrum worden ter bevordering van de kunst en wetenschap. Zo verrezen de Royal Albert Hall, het National History Museum, het Science Museum en het Victoria and Albert Museum.

5. Chelsea

Een van de chicste residentiële wijken van Londen, in de swinging sixties het epicentrum van de Britse hippie-, rock- en punkcultuur. Toen maakten Mick Jagger en George Best hier het nachtleven onveilig. Mary Quant lanceerde de minirok en Vivienne Westwood introduceerde haar punkrockcollectie. Hoewel die laatste nog steeds een boetiek in deze buurt heeft, hebben vele eigenzinnige, authentieke winkels plaatsgemaakt voor grote merken als Prada, Dior en Armani. Wie zoekt naar echte vintagekleding: om de maand vindt de vintage fair Frock Me plaats in de Chelsea Town Hall. Aan King’s Road ligt ook de beroemde Saatchi Gallery. Na een succesvolle carrière in de reclame wierp Charles Saatchi zich halverwege de jaren tachtig op als mecenas van jonge Engelse kunstenaars als Damien Hirst en Tracey Emin. In de galerie is werk te zien van internationale kunstenaars uit bijvoorbeeld Aziatische of Arabische landen.

Dean Street Townhouse zit in een prachtig georgiaans pand dat ooit van de Gargoyle Club was. Het is een kunstenaarshonk waar onder andere Francis Bacon en Lucian Freud tot in de vroege uurtjes kwamen doorzakken. Nu kun je er terecht voor ontbijt, lunch, afternoon tea en diner. Een afternoon tea met sandwiches, cakejes en scones kost ruim 20 pond maar is wel voldoende voor twee personen.

6. East Londen

Ooit een verwaarloosde buurt met lichte industrie, nu een rauw bohémien buurtje met vintage shops, cafés, eettentjes en galeries. In het weekend is Brick Lane het centrum van het alternatieve Londense uitgaansleven. Zoals het Boiler House, een groot pakhuis met café waar dansavonden en tentoonstellingen gehouden worden. En voor wie diep in de nacht nog honger heeft: aan het einde van de straat is Beigel Bake. Vierentwintig uur per dag verse bagels, belegd met bijvoorbeeld gerookte zalm, tonijn en haring. Dagelijks gaan er zevenduizend bagels over de toonbank!

In het weekend trekken veel koopjesjagers naar het overdekte Spitalfields Market, een vroegere groentehal. Op zondag is de markt op z’n grootst met veel vintage kledingkraampjes, tweedehandsboeken en mode van jonge creatievelingen. Loop vanaf Spitalfields naar Brick Lane, waar op zondag de Sunday Upmarket plaatsvindt. Op deze markt in de oude Truman Brewery zijn nog meer bijzondere, handgemaakte kleding en accessoires van jonge creatievelingen te vinden.

Eten kan in een van de vele curryrestaurantjes, waar Brick Lane toch vooral om bekendstaat. De eettentjes met de naam Balti House of Le Taj stonden in het verleden synoniem voor donkere tapijten, veel kitsch en een tv in de hoek. Met de jaren zijn de eettenten een stuk moderner geworden. 

7. Southbank

Zonder twijfel een van de meest interessante gebieden van Londen. Sinds de opening van het Tate Modern in 2000 is Southbank, het gedeelte tussen de London Eye en de Tower Bridge, enorm opgeknapt. Het Tate Modern, Groot-Brittanniës belangrijkste moderne kunstmuseum, is gehuisvest in een oude elektriciteitscentrale, dat in 1981 gesloten werd. Er is werk te zien van alle grote, moderne kunstenaars van de 20ste eeuw. Picasso hangt naast Warhol, Rothko naast Pollock. Overdag is het vaak druk, maar op vrijdag- en zaterdagavonden kun je in alle rust kunst bekijken. Het museum is dan tot negen uur geopend. In het café op de zevende verdieping heb je een prachtig uitzicht over de Thames, St Paul’s Cathedral en de Millennium Bridge.

Niet ver van het Tate Modern, bij het metrostation London Bridge, ligt Borough Market, door The Evening Standard tweemaal uitgeroepen tot beste markt van Londen. Kaas, chocolade, vleeswaren, jam, olijven zijn er te vinden: te veel om op te noemen. Bij de markt ligt koffiehuis Monmouth waarvan wordt gezegd dat je er de lekkerste koffie van Londen drinkt. De plek heeft een soort huiskamersfeer, maar dan met uitzicht op de marktgangers en bakken vol koffiebonen.

Verderop bij Waterloo Station ligt een groepje moderne gebouwen, ontworpen in de stijl van de Franse architect Le Corbusier. Prins Charles zei ooit dat hij de ‘betonblokken’ oerlelijk vond. De Royal Festival Hall, Royal National Theatre, Hayward Gallery en BFI zijn hier gevestigd. Het British Film Institute is het mekka voor filmliefhebbers en biedt arthouse films, klassiekers en stomme films van onder andere Charlie Chaplin en Hitchcock. Als je geluk hebt, speelt er net als vroeger een pianist naast het filmscherm.

Aan de Southbank ligt ook de OXO Tower: een complex met verschillende designwinkeltjes. Bovenin kun je dineren terwijl je uitkijkt over de Thames. Voor het mooie uitzicht betaal je wel een prijs. Wie niet te veel wil besteden, kan een drankje drinken op het buitenterras.

Wil je niet op grote hoogte een wijntje drinken, maar liever iets lager bij de grond: niet ver van Trafalgar Square, naast het metrostation Embankment, ligt Gordon’s Wine Bar. Sinds 1364 was dit een pakhuis voor de ladingen sherry en port die vanaf de Thames ingeladen werden. Sinds 1870 is het een wijnbar waar je in de middeleeuwse ondergrondse gewelven uit meer dan 80 soorten wijn kunt kiezen. Veel zakenlui komen hier na het werk om te ontspannen.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"
The Caesar is een van de weinig betaalbare boetiekhotels in de Britse hoofdstad. De receptie ademt een rustige loungesfeer uit en op het ontbijtbuffet is het smullen van de chocoladebroodjes, verse ananas en parmaham.
..."
"

Een topper in het hippe Soho: het Sanctum Soho Hotel groepeert twee victoriaanse panden, die tot een mekka van hypermodern design werden getransformeerd. De daktuin is de kers op de taart.

..."
"

The Courthouse, hartje Londen, heeft een zwaar verleden. Zowel John Lennon, Oscar Wilde, Christine Keeler, Keith Richards als Mick Jagger kwamen hier ooit terecht, toen dit pand nog fungeerde als oppergerechtshof. Vandaag vinden de vips hun bezoek hier interessanter.

..."