Driemaal winterpret in de Oostenrijkse Alpen

Velen onder ons trekken in de wintermaanden naar Oostenrijk om de pistes af te schuimen op ski’s en boards. De vernuftige Oostenrijkers bedenken elk winterseizoen tal van nieuwe activiteiten om iets nieuws aan te bieden. Wij kozen voor jou drie bestemmingen in de Oostenrijks Alpen uit.

1. Kaltenbach, Tirol

In Kaltenbach verblijven we in de Wedelhütte gelegen op een hoogte van 2.352 meter boven de zeespiegel. Ons verblijf is enkel bereikbaar via kabellift. Omdat het al laat is komt Manny Kleiner, die de hut samen met zijn vriendin en zus uitbaat, ons en onze bagage met zijn krachtige schneebully ophalen. “Dagelijks vervoeren we zo’n 500 kilogram eten naar boven naar de Wedelhütte”, vertelt hij. Tijdens de twintig minuten durende rit, waarbij de rupsbanden de besneeuwde hellingen moeiteloos bedwingen, licht hij ons verder in. “De naam van de hut is ontleend aan de vroegere benaming voor skiën, namelijk wedeln."

Manfred Pfister van de gemeente Kaltenbach wacht ons op en vertelt dat het gebied Hochzillertal en Kaltenbach in handen is van de Schultz Gruppe. “Naast skioorden baat de groep ook hotels en sportcentra uit en zijn ze actief in de immobiliën- en de banksector. Dit skioord is dus een privé-initiatief en bijgevolg niet verbonden met andere oorden. Toch spelen we in op ieders sterktes en zwaktes en ontstaat er een samenwerking tussen de domeinen en de gemeentes. Zo heeft bijvoorbeeld Fügen een groter skigebied, maar beschikt Kaltenbach over betere logeermogelijkheden en openen onze liften al om halfacht ‘s ochtends.”

Nadat Manfred terug naar het dal gebracht wordt, besluit ik om buiten poolshoogte te nemen en het weer te trotseren om een foto te maken. Daarbij denk ik: ik ben in Oostenrijk, ik moet toch gaan skiën! Niet mijn helderste beslissing die dag, zo blijkt. Uitgedost in mijn fijnste skikledij wandel ik de rode piste aan het hotel op, ik neem enkele foto’s en tracht me in mijn ski’s vast te klikken. De wind werpt me bijna omver, maar ik geef niet op. Ik stoot af en vang de afdaling aan, enkel om mijn meerdere in de natuur te moeten erkennen. De wind hamert tegen mijn rechterzijde, mijn blikveld is tot enkele meters beperkt en de sneeuw voelt aan als schuurpapier tegen mijn wangen. Een kwartier later zit ik in de infraroodcabine in mijn suite.

2. Bad Hofgastein en Bad Gastein, Salzburgerland

Bestemming nummer twee ligt in Salzburgerland, de regio van Bad Hofgastein en Bad Gastein. In het Angertal zullen we deelnemen aan een sneeuwschoenwandeling. Onze begeleider is de Nederlander Stef die vele jaren in Gastein woont en er instructeur is bij de kinderskischool Gasti Schneepark. “Sneeuwschoenwandelen wordt steeds populairder. Toch zijn de meeste deelnemers oudere mensen die eens iets anders willen doen dan skiën. Wij willen meegeven dat sneeuwschoenwandelen niet gezien moet worden als een activiteit die je doet nadat je een volleerde skiër bent. Het is een geschikt alternatief voor iedereen, van beginners tot ervaren skiërs”, besluit Stef.

Sneeuwschoenwandelen is een zeer fijne activiteit, maar wel uitputtender dan je denkt. Het begint langzaam en gemakkelijk, langs langlaufpaden tussen sparren en stroompjes, maar wordt hoe langer hoe zwaarder. In groep sleuren we ons door een sneeuwlaag van gemiddeld één meter. De begeleider kent de streek en stuurt je door de mooiste en meest uitdagende contreien.

Daarna trekken we verder naar de eerste biologische brouwerij van Oostenrijk. Sinds 1997 brouwt Rupert Viehauser het Schmaranz Weißbier op basis van mout en hop uit het Gasteinerdal. Zonder chemische toevoegingen, zonder pasteurisering en zonder filtering heeft het bier een pure en unieke smaak. De eerste slok smaakt bitter, maar de volgende slokken zijn een hemels genot. Rupert is een gezellige waard die in zijn restaurantje graag het ontstaansverhaal van zijn brouwerij vertelt. Vanzelfsprekend zijn deze biologische producten ook afkomstig uit de streek. “Een Schmaranz is de bijnaam die men gaf aan protestanten die in 1655 verbannen werden naar Pruisen door de Oostenrijkse bisschop. Daarnaast is het ook een naam die lekker bekt”, vertelt Rupert.

Kindvriendelijk Gastein

Die avond gaan we dineren in Bad Gastein. Waar Bad Hofgastein en Dorfgastein familiebestemmingen zijn, richt Bad Gastein zich meer op een jong publiek. Sinds de jaren 1970 zijn Scandinaviërs hier talrijk neergestreken: Denen en Zweden alom. Zou het de waterval zijn die door het dorpje loopt waarvoor ze komen? De huisjes zijn hier stijlvol gebouwd aan de rand van de afgrond. Genieten van een zalig wijntje met zicht op de kabbelende waterval, het kan niet veel beter dan dit.

De volgende dag ziet het er naar uit dat er geskied zal worden. Het heeft de afgelopen nacht volop gesneeuwd en ondertussen is het zonnetje door de wolken geschoten. “De eerste geschikte skidag van het seizoen brengt veel mensen op de been, met de bijbehorende drukte”, vertelt Thomas. Hij is instructeur van de kinderskischool, maar vandaag gaan we samen het skigebied Schlossalm verkennen. “Dit skigebied bestaat voornamelijk uit blauwe en rode pistes. We beschikken over weinig kilometers zwarte pistes, maar wel over veel mogelijkheden om offpiste te gaan.”

3. Brandnertal, Vorarlberg

In de uiterste westhoek van Oostenrijk ligt de deelstaat Vorarlberg met daarin het Brandnertal. Deze uithoek kan ’s winters op weinig interesse rekenen van Oostenrijkers uit andere delen van het land, in tegenstelling tot naburige deelstaat Tirol. De bewoners in de Brandnervallei zijn nakomelingen van veertiende-eeuwse boerenfamilies uit Zwitserland. In het onbewoonde en onherbergzame dal leefden ze een zelfredzaam bestaan afgezonderd van de buitenwereld. Elders ontwikkelde zich toerisme, maar het Brandnertal bleef achterop. En dat heeft tot op vandaag nog zijn voordelen. Het massatoerisme blijft er nog steeds wat weg, ook al beschikt het wintergebied van Brand over nieuwe moderne gondelliften en andere faciliteiten.

Hobbyboeren in Brand

Gepensioneerde Leo Gansser vertelt gepassioneerd over de geschiedenis van zijn dal. “Met de eerste skilift in 1952 hadden de boeren ’s winters een inkomen als skileraar of lifttechnieker. Vroeger telde Brand 65 boerenfamilies, nu slechts 12 meer. Hobbyboeren noem ik ze. Iedereen was in die tijd met veel minder tevreden. Iedereen kon op elkaar terugvallen bij problemen in de kleine gemeenschap.”

De stoeltjeslift Dorfbahn neemt je mee naar tweeduizend meter hoogte, het hoogste punt van het skigebied van Brand. Daarboven zullen we samen met lokale gids Conny met sneeuwschoenen door een enorme sneeuwvlakte naar de vallei op het einde van de bergpas wandelen. We zwoegen onder de rotswand van de Fundelkopf (2 401 meter) bergop door het keteldal richting Amantschonjoch. We balanceren op een richel tussen twee diepe dalen. Hier staan twee wegwijzers: ‘Brand: 2 Stunden’ en ‘Netzinger Himmel: 2 Stunden’. Dat laatste is een gehucht diep in de volgende vallei dat enkel in de zomer bewoond en bereikbaar is.

Terugkeren doen we op sneeuwkicks, een soort step die ons moeiteloos door de steile afdalingen in diepsneeuw heen loodst. De enige sporen van leven in deze oorverdovend stille vallei zijn sporen van een vos en enkele konijnen. Wanneer dikke pakken sneeuw onder ons meeglijden stelt Conny ons gerust: “Vandaag is er geen gevaar voor lawines.” Terug aangekomen bij de skipistes warmen we ons op bij een tas boerensoep en een schotel käsespätzle in het bergrestaurant Melkboden.

Familiaal skigebied

De volgende dag binden we de skilatten aan. Het weerbericht voorspelt een staalblauwe hemel en twee nachten geleden is er een dik pak sneeuw gevallen. Ideale omstandigheden om te skiën dus. Het skigebied van Brand bestaat voornamelijk uit heerlijk brede blauwe en rode pistes. Geschikt voor doorsneeskiërs die ervan houden op het gemak naar beneden te glijden en rustig van de omgeving te genieten. De panorama’s in het winterse hooggebergte zijn er immers fenomenaal mooi. Verderop in de witte verte ligt ergens de grens tussen Zwitserland en Liechtenstein.

Als afsluiter beslissen we de aangrenzende Bürserberg te beklimmen. De gondel brengt ons over een diepe afgrond naar de overkant, waar de Brandnergletsjer ligt. We zien het ijs van de grootste gletsjer van Vorarlberg spiegelen in de zon. Op de Bürserberg ontdekken we een kleiner skigebied. Van hieruit skiën we terug naar Brand. De laatste honderd meter is het klimmen op ski’s, maar je staat wel moederziel alleen middenin een witte wereld waar geen geluid te horen is. Rondom rusten imposante bergtoppen en valleien met hier en daar een plukje bos. Met de wind in de haren en een stralende zon zou je vergeten dat het winter is. We stoppen even om dit zalige moment langer te laten duren. Die honderd meter klimmen nemen we er met plezier bij.

Onze GRANDE reporters stellen volgend(e) hotel(s) voor in deze streek

Grande hotels

"

Vlakbij de start van de Asitz kabelbaan en tegenover het Epic Bikepark Leogang ligt het prachtige viersterrenhotel Salzburger Hof Leogang. Het hotel biedt een unieke wellnesservaring aan midden in de Oostenrijkse bergen en is de perfecte uitvalsbasis voor fietsers en wandelaars.

..."