De meest geliefde vakantieplek van Frankrijk, dat is ongetwijfeld de Provence. De purperen lavendelvelden en sjirpende krekels nodigen uit tot een heerlijk langzame autovakantie. GRANDE.be loodst je langs twee zomerse invalwegen naar de kiem van de Franse levenslust en natuurpracht.
De oostelijke route via Nice, Grand Canyon du Verdon en Moissac-Bellevue (185 km)
Vanuit Nice rijd je de A8 richting Draguignan en daarna Callas. Volg de weg tot Trigance waar je het Parc naturel régional du Verdon binnenrijdt. Na de Gorges du Verdon bezocht te hebben, vervolg je tot Aups en Moissac-Bellevue.
Gorges du Verdon
Een van de spectaculairste natuurgebieden van Europa, dat is de Gorges de Verdon. Door een diep uitgesleten ravijn vol grillige rotsen en kegelvormige pieken stroomt de donkergroene rivier Verdon. Op sommige plaatsen ligt de waterloop wel 700 meter diep. Maar er is meer. De kloven liggen in een verlaten landschap tussen het immense natuurlijke amfitheater van Moustiers-Sainte-Marie en de nauwe straatjes van Castellane.
De Verdon is niet alleen de diepste maar ook de langste stroomengte van Frankrijk en ze wint aan snelheid naarmate ze zich verder van de Alpen verwijdert. Deze rivier wordt immers gevoed door smeltende sneeuw van op het zuidwestelijke uiteinde van de Alpen. In de smalste stukken van de gekerfde canyonweg zijn beide muren (aangeduid als linker- en rechteroever) amper 200 meter van elkaar verwijderd.
De woeste wildernis van de Franse Grand Canyon
Hier is de rivier op haar best, of op haar wildst, zoals je wilt. In het begin van de 20ste eeuw slaagde Édouard-Alfred Martel erin om de hele lengte van de canyon door te reizen. Hij deelde dit achteraf met trots mee aan zijn landgenoten, maar eigenlijk kon het niemand wat schelen. Voor de plaatselijke bevolking was dit ravijn een kwade plek waar de geesten van de verdoemden leefden.
Te mijden dus, want gevaarlijk, nauwelijks toegankelijk en niet geschikt voor de landbouw. In de jaren 1950 overwoog de regering zelfs een dam te bouwen om het hele gebied onder water te zetten. Gelukkig liet men dat plan varen. Sinds de jaren 1970 wordt de kloof van de Verdon niet langer beschouwd als een nutteloos stuk grond, maar geapprecieerd vanwege haar schoonheid en wildernis. Tegenwoordig wordt ze niet alleen beschermd en gekoesterd, maar ook geëxploiteerd.
De Franse elektriciteitsproducent EDF controleert immers het debiet van de rivier en wekt er niet weinig stroom op. Maar de grootste fans van deze kalkstenen regio zijn overduidelijk de bergbeklimmers. Vanuit de hele wereld zakken ze naar hier af om hun talent en moed op de gladde wanden uit te testen. De mindere avonturiers houden het op raften en kanovaren.
De westelijke route vanuit Moissac-Bellevue naar Cucuron, Lourmarin en Bonnieux (145 km)
Verlaat Moissac-Bellevue in westelijke richting via de D30, die je volgt tot La Verdière. Daarna rijd je via Rians en Peyrolles tot Pertuis. Je komt binnen in het massieve Luberongebergte met pittoreske dorpen als Cucuron, Lourmarin en Bonnieux.
Kloofrijke Luberon
Van de 700 meter diepe canyonwanden in de onherbergzame Gorges du Verdon naar de Provençaalse cinemadorpen in het massief van de Petit & Grand Luberon, minder spectaculair, maar ook een glooiende bergketen in tweeën gespleten door een kloof.
Hier zijn de mogelijkheden legio: via de smalle vallei tussen de kleine en de grote Luberon, de bochtige Les Combes, bol je lichtjes zotgedraaid Lourmarin binnen, een stadje met een rijke geschiedenis, een indrukwekkend dubbelkasteel uit de 15e eeuw en een zeer aangenaam sfeertje. Ook al is de zon er al verdwenen, op de terrassen van de nauwe hoofdstraat heerst er altijd een drukte van jewelste.